Frank Jacobs

journalist, schrijver en autojournalist

  • Artikelen
    • De Naardense moordzaak
    • Lost in Transition: energietransitie, maar dan?
    • Karin Slaughter over Tesla
    • Dodenvlucht Neptune 212 wellicht diefstal
    • Neptune 212: dodenvlucht boven Katwijk
    • Dakota 079: de weggemoffelde vliegramp van Biak
    • Het duistere verleden van BMW-familie Quandt
    • Religieuze moord op zee: het geheim van de KW 171
    • Ferdinand Piëch, de geniale megalomaan van Volkswagen
    • Volkswagen: familievetes en stoeltjewip
    • De verdwenen Porsche van James Dean
    • Terugkeer van een dode baron (2)
    • Terugkeer van een dode baron
    • Portfolio
  • Columns
    • Waarom de flitsmarathon onzin en bangmakerij is
    • Dieren mogen worden doodgereden, vindt de Provincie Zuid-Holland
    • Waarom kernenergie een heel slecht idee is
    • Armoede? Je hebt geen idee wat dat is
    • #NederlandVleesland
    • Omgekeerde vlaggen en boerenzakdoeken: zo herken je de simpelen van geest
    • Armoede los je zo op
    • Veevervoer? Complimenten aan Schiphol!
    • Eva Vlaardingerbroek, ga dansjes doen op TikTok
    • Paybacktime
    • Franse probleemjongeren welkom in Nederland
    • Windmolenparken op zee
    • Zijn katten invasieve exoten?
    • Zijn wielrenners asociaal?
    • Second Love: daten voor proleten
    • NewSpace: hoogplassen voor miljardairs
    • Corona: de aarde haalt opgelucht adem
    • Corona: een lesje in bescheidenheid
    • Corona: de zeven pluspunten
    • 2019 en mijn ingebeelde vriend
    • Zwarte Piet? Zand erover
    • De leugens van Koos Spee
    • Foei Halsema!
    • Een dagje aan het strand
    • De mysterieuze verdwijning van Anja Schaap: wat houdt de politie achter?
    • Wannabe-journalisten
    • Thierry Baudet: omfloerste poep
    • Arbeidsparticipatie: een pakketje schroot met een dun laagje chroom
    • Like me of zwijg
    • Vuurwerk? Rot op!
    • Lisette Vroege slachtoffer orgaanhandel?
    • Waarom Schiphol op zee bezopen is
    • Duitsland huichelland
    • Referendum: onderbuikdenkers aan de macht
    • Social influencers
    • Coen was een held
    • Aangifte doen is voor mietjes
    • 2018, het jaar van het non-nieuws
    • Wanneer wordt Lisette Vroege gevonden?
    • Waarom een dierenleven meer waard is dan een mensenleven
    • Boom!
    • Brexit? We still love you!
    • De opkomst van de tekschrijver, de ondergang van de journalist
    • Autojournalist
    • Dit is er mis met grote organisaties
    • Plastic tasjes
    • De armoedegolf van 2035: Zelfstandigen Zonder Perspectief
    • Verlengstuk
    • Vel d’Hiv: hoe bootvluchtelingen je vakantie bederven
    • Terug in je kist!
  • Korte verhalen
    • Op Slot – kort verhaal
    • De Laatste Pomp – kort verhaal
    • Ik deel hier de lakens uit – kort verhaal
    • Broedertwist – kort verhaal
  • Foto
    • Photography
  • Video
    • Documentaires
    • Autoweek TV
    • Fifth Gear Europe
    • Tuf-tuf Club op TV
  • Contact
    • Over Frank
    • Contact
    • English
    • Français
    • Deutsch
  • Email
  • Facebook
  • Google+
  • Instagram
  • LinkedIn
  • Twitter
  • YouTube
Contact

Afval – de vloek van borderline (fragment uit hoofdstuk 15)

30 juni 2013 door Frank Jacobs Reageer

Ondanks haar benevelde brein ontgingen de diepe bassen van de overkant van het Weerwater haar niet. Het Freefestival draaide warm en Rachel had er zin in. Ik had eerder in de week kaarten proberen te krijgen, maar het was volledig uitverkocht. Rachel had daar toen teleurgesteld in berust, maar wanneer ze in een staat was zoals nu, stond berusten niet op haar repertoire.
‘We moeten nog even oppas zien te regelen voordat we naar het festival gaan,’ lodderde ze.
‘Het is uitverkocht, Rach.’
‘Flauwekul. Het is gratis. Hoe kan iets dat gratis is uitverkocht zijn?’
‘De kaarten zijn gratis. Maar ze werken alleen met kaarten, dat heeft met veiligheidsvoorschriften te maken. Er mogen niet meer dan zoveel mensen binnen van de brandweer.’
‘Wat maken wij tweeën dan nog uit op zo’n menigte. En jij kent toch belangrijke mensen in de stad?’ Was ze in haar strijd tegen de drank maar zo volhardend.
‘Vol is vol, Rachel.’
Ze keek me aan alsof ze net een slok azijn had binnengekregen, in plaats van wijn. ‘Gatver, je klinkt net als die griezel Wilders.’
‘Fortuyn heeft dat gezegd, Rach.’ Een zurige poeplucht begon bezit te nemen van de kamer, dus ik plukte Gilles van de vloer en liep met hem naar zijn kamertje om hem te verschonen. Hij had er flink werk van gemaakt en ik was wel even bezig. In de woonkamer hoorde ik Rachel praten, maar verstaan kon ik haar niet. Toen ik terugkwam, stond ze beteuterd naar haar telefoon te kijken.
‘Harald en Mirjam kunnen niet. En die meiden van de elfde ook niet.’
Ik wilde haar net vragen wat ze bedoelde, maar voordat ik dat kon doen, drong het antwoord tot me door. ‘Rachel, ga nou niemand meer bellen. Je klinkt wat vreemd. En het is zo zinloos, we komen toch niet binnen. Dat heb ik je net toch al uitgelegd?’
‘Oh nee?’ Haar ingehouden frustratie begon plaats te maken voor onverhulde woede tegen mij, voelde ik. ‘Ben jij nou een vent?’ Ze verhief haar stem. ‘Een echte man zorgt dat zijn vrouw krijgt wat ze wilt. Jij bent een opgever!’ Ze snoof demonstratief, maar verslikte zich en kreeg een hoestbui. ‘Ik regel het zelf wel.’
Ze stapte in haar teenslippers, stampte de overloop op en knalde met veel geweld de voordeur achter zich dicht. Gilles schrok en zette het op een schreeuwen. Ik pakte hem op uit de box en probeerde hem te sussen, terwijl ik me afvroeg wat Rachel dacht te kunnen gaan regelen.
Het antwoord kwam een kwartier later, in de vorm van Rachel zelf, die weer een beetje leek te zijn afgekoeld. ‘Ik ben even bij Jules geweest.’
Jules, uitgesproken als “Sjuul”, was een ras-Amsterdammer die met vrouw en zoon in onze flat woonde en aan de overkant van de straat een snackbar exploiteerde. ‘Die zit tenslotte in de horeca.’
Ondanks de gespannen situatie kon ik een lach amper onderdrukken. Mijn cynisme had ik niet meer onder controle, maar ze was toch te ver heen om dat te proeven, vermoedde ik. ‘Dat is waar ook, hij zit in de horeca, dan moet Jules wel kunnen regelen dat we binnenkomen.’
Rachel keek me aan alsof ik een halve zool was. ‘Nee. Maar zijn zoon gaat er wel heen, dus misschien weet die het.’ Ze schopte driftig de slippers van haar voeten, waarbij ze op een haar na haar evenwicht verloor. ‘Maar hij was er niet.’
Ze slofte naar het kookeiland en sloeg de rest van haar glas wijn achterover. ‘Als hij iets weet, komt hij even langs.’ Kijk, aan het eind van elke tunnel is licht. ‘En anders kijk ik iemand van de bewaking wel lief aan.’ Ze fakete haar beroemde glimlach, maar miste de gebruikelijke uitstraling. Ik moest vanbinnen lachen. Geen enkele beveiligingsmedewerker die zijn werk serieus neemt, zou iemand in haar huidige staat binnenlaten, al had ze honderd VIP-kaarten, een aanbeveling van Maxima en een doorgeladen Kalashnikov onder haar arm.
Het weer was ten opzichte van de dag ervoor volledig omgeslagen. De lucht was onheilspellend donker en het regende al zeker een uur. Ineens schoot mij de ideale oplossing voor deze verrekte rotsituatie te binnen. Alleen al omdat Rachel hard toe was aan een verfrissende regenbui op haar driftige, dronken kop.
‘Ik heb een idee.’
Rachel stond te prutsen met haar vrijwel lege aansteker, maar hield daar meteen mee op om mij aandachtig aan te kijken. ‘Nou?’
‘We gaan er met z’n drieën naartoe. Te voet, ik kan wel wat frisse lucht gebruiken. En jij ook.’ Een vuile blik was mijn deel. ‘Jij probeert jezelf binnen te lullen, en als dat je werkelijk lukt, wat je zelf gelooft, blijf jij lekker feest vieren en wandel ik met Gilles terug. Dan heb je meteen oppas. Je mag thuiskomen zo laat als je wilt.’
Rachel gooide de aansteker en sigaret op het aanrecht en zette haar handen in haar zij, met die voor haar zo kenmerkende, scheve en wankele houding, en keek me door tot spleetjes geknepen ogen een moment aan, alsof ze mijn oprechtheid taxeerde. ‘Deal.’

Na het middagslaapje van Gilles en het ochtendroes-uitslapen van Rachel vertrok de karavaan ellende richting het festivalterrein, een wandeling van een kilometer of twee langs de westoever van het meer. Het weer was nog net zo somber als die ochtend, maar Rachel was haar boosheid volledig vergeten. Elke paar meter hield ze stil en begon ze me, midden op straat, vol op de mond te tongzoenen, als een puber achter het fietsenhok. Hoewel onze verhouding inmiddels geen geheim meer was, vond ik het toch een beetje gênant om vrijwel onder het raam van onze halve flat zo over straat te gaan. Maar Rachels libido borrelde weer als een IJslandse geiser.
We waren op zo’n driekwart van het traject toen dezelfde onverlaat als de dag ervoor in de machinekamer van Rachel de stabilisatoren uitschakelde. Ze liep een paar meter voor me uit, en van het ene op het andere moment begon ze te slingeren. Ik versnelde mijn tempo en liep op haar in, de kinderwagen voor me uit duwend, en pakte haar bij haar arm.
‘Rachel, je waggelt weer.’
Ze keek me vragend aan, haar gezicht zag eruit of het van was was en net even te lang in de warme zon had gestaan. Dat kwam niet alleen doordat het nat was. ‘Ik ben een beetje aangeschoten, denk ik.’
‘Een beetje ja. We lopen terug naar huis. Hou je goed aan mijn arm vast en probeer stabiel te blijven. De hele flat ziet ons zo meteen lopen en het zou doodzonde zijn als het stempel alcoholist opgedrukt krijgt, uitgerekend de laatste dag dat je nog drinkt.’
‘Morgen drinken we helemaal niks meer. Rotwijn.’ Ze klemde zich aan mijn bovenarm vast en druipend van de regen sjokten we terug naar huis, waar ze net als de dag ervoor op mijn bed plofte en als een blok in slaap viel. En net als de dag ervoor sliep ze een paar uur lang haar roes uit, terwijl ik Gilles onder mijn hoede had.
De avond brachten we in haar appartement door en daar dronk Rachel haar zwanendronk.

Dit is een fragment uit Afval, een zwart-komische roman over de vernietigende gevolgen van de persoonlijkheidsstoornis borderline.

Frank Jacobs is ein Niederländischer Journalist und arbeitet für mehrere Zeitungen, Illustrierten und Newssites. Er ist auch Moderator bei AutoWeek TV und Discovery Channel. Frank ist absolviert in Automobilwirdschaft und Französisch und lebte und arbeitete Jahren in Deutschland, Frankreich, Spanien und England. Er kennt sich in vielen Fachgebieten hervorragend aus und seins Spezialitäten sind Autos, Automobilwirdschaft, Musik, Literatur und Geschichte. Frank spricht fliessend Niederländisch, Deutsch, Englisch und Französisch und beherrscht alle crossmedia-Disziplinen.[gravityform id=”4″ title=”true” description=”true”]

 

https://www.frankjacobs.nl/578-2/

Frank Jacobs est un journaliste Neérlandais qui écrit pour plusieurs journaux, hebdamodaires et sites d’actualités et est présentateur TV chez AutoWeek TV et Discovery Channel. Frank a fait ses études d’automobiles et Françaises et a vecu en France, Allemagne, Espagne et Angleterre. Il parle fluamment Néerlandais, Français, Allemand et Anglais. Frank se connaît dans des domaines très divers, ses spécialités sont le monde automobile, musique, litérature et histoire. Il maîtrise tous les disciplines crossmédia. [gravityform id=”2″ title=”true” description=”true”]

 

https://www.frankjacobs.nl/569-2/

Pa, je had gelijk

24 maart 2011 door Frank Jacobs Reageer

Ik kom uit een redelijk welgesteld nest. Mijn vader zorgde altijd goed voor zichzelf, en, eerlijk is eerlijk, ook voor ons. Mijn ouderlijk huis was altijd een kast van een villa, later zelfs met een binnenzwembad. Maar mijn vader had een vreemd soort zuinigheid. Zo kocht hij, zodra hij het zich kon permitteren, redelijk dikke auto’s, maar die reed hij vervolgens wel helemaal op, zonder enige vorm van onderhoud. Allemaal onzin, vond hij.
We gingen vaak op vakantie, maar altijd met een bordkartonnen Adria-caravan op uitgedroogde slicks, volgestouwd met Aldi-proviand. En de Eiffeltoren was volgens mijn vader veel indrukwekkender vanaf de grond gezien. Lees: beklimmen kost geld. Een irritante tic die uit die zuinigheid voortvloeide, was dat mijn vader bij elk stoplicht de motor uitschakelde, om de contactsleutel pas weer om te draaien wanneer het licht op groen sprong. Zodra mijn broer en ik een beetje verstand van auto’s meenden te krijgen, leidde dat al gauw tot steeds terugkerende hilariteit vanaf de achterbank. Flauwekul, hoonden de snotjochies die we waren. Die paar druppels die het bespaart, ben je dik en dubbel weer kwijt om die motor weer aan de praat te krijgen. En wij hadden er verstand van, want wij verzamelden autofolders. Niet dat het indruk maakte; mijn vader is altijd van het type geweest dat dingen op zijn manier doet, al zingen Onze Lieve Heer, Beatrix en Julius Caesar in driestemmig koor dat hij het mis heeft. En die eigenschap is erfelijk, zodat mijn broer en ik totdat we het huis uit gingen zijn blijven zeiken over pa’s afwijking bij het stoplicht.



Maar dat is allemaal lang geleden. Mijn broer rijdt tegenwoordig in zo’n hybride stofzuiger en ikzelf heb van dat foldertjes verzamelen min of meer mijn beroep gemaakt. En pa? Hij heeft een vijftien jaar oude BMW 5-serie in de garage staan die – op de APK bij KwikFit na – nog nooit een werkplaats vanbinnen heeft gezien. En af en toe zit pa naast me in een testauto. En als we dan bij een stoplicht komen en het stop/startsysteem doet netjes zijn werk, dan probeer ik zijn blik te vermijden door strak voor me uit te kijken. Maar ik voel dan dat hij even naar me kijkt, glimlachend. Hij zegt niets, ik zwijg. Soms zijn woorden overbodig.

(deze column verscheen eerder op AutoWeek.nl)

Spooktruck

3 mei 2008 door Frank Jacobs Reageer

Mister, you’re threspassing!’

Als een slecht afgestelde kettingzaak snijdt de stem met dat typische southern accent door de bossen. Ik schrik, want ik dacht dat er behalve mij en collega Tim, met wie ik samen een kennismakingsrit met een nieuwe BMW aan het maken ben, in de verre omgeving geen mens is, daar op de grens van North en South Carolina. Amerikaanser kun je het niet treffen, realiseerde ik me even tevoren toen ik achterop een verkeersbord een sticker met “Fuck Bin Laden” aantrof.

Een roestige oude Plymouth is achter onze fonkelnieuwe BMW komen staan, een nog veel ouder vrouwtje hangt uit het raam. Half verwacht ik een revolver in haar hand, maar dat valt mee; blijkbaar kijk ik te veel roadmovies.
We hebben net twee stokoude, afgedankte Mack-trucks ontdekt, verlaten in de berm van de interstate. Intrigerend in al hun gehavendheid, en we zijn dan ook even gestopt om er wat foto’s van te maken. Maar dat bleef niet onopgemerkt bij ma’m. Ik loop naar de Plymouth en zak bij het open raam door mijn knieën. Twee grote jonge kerels maken het oude vrouwtje niet bang; onmiskenbare Yank-moed. Vijandig snauwt ze me toe dat die trucks van haar man zijn en dat we er van af moeten blijven. Ik leg haar uit dat we journalisten uit Europa zijn en alleen wat foto’s willen maken, omdat we die oude trucks zo mooi vinden.

Dat is het juiste antwoord, want meteen slaat haar stemming om. Mensen die haar trucks oké vinden, vindt zij ook oké, legt ze uit en ze stelt zich voor als Jerri. Ze begint meteen een heel verhaal over de verzameling van haar man die, geloof het of niet, Tom heet: 65 oude trucks, die over meer dan een mijl verspreid staan. Omdat ze er thuis de ruimte niet voor hebben. Naast hun huis staat er maar een, vertelt Jerri, en daar moeten we echt even naar komen kijken, dat is een heel bijzondere.

‘I don’t know if you guys believe in these kind of things,’ vervolgt ze haar verhaal. De aubergine-zwarte Mack die thuis staat, is van Don, een overleden vriend van haar man geweest. Jarenlang stond de mastodont mos te vergaren, tot op een ochtend het bestuurdersportier open stond. Onmogelijk, aldus Jerri, want hij was toch echt op slot en de sleutel lag binnen. Haar man geloofde dat Don nog één ritje in zijn Mack wilde maken en pakte de sleutel.

Jerri’s scherpe stem is nu bijna tot fluisterniveau afgezakt. ‘The dam’n thing just started immediately.’ Na jaren stilstand.



De rest van de dag toerde haar man door North Carolina, vertelt Jerri. ’s Avonds parkeerde hij de Mack weer naast zijn huis, deed hem op slot en de duistere kolos is nimmer meer van zijn plek geweest.

Je begrijpt dat we meteen het dal in rijden om de spooktruck te bekijken. Links en rechts zien we oude schoolbussen, Peterbilts, GMC’s en nog veel meer machines van weleer; het lijkt wel een scène uit “Trucks”, die film van Stephen King.

En inderdaad, de Mack van Don is de mooiste van allemaal. Scheef maar statig staat hij naast het huisje van Tom en Jerri. Nee, ik geloof niet in spoken, maar kan niet anders dan toegeven dat hij er uit ziet of hij elk moment weer kan aanslaan. Om Tim en mij met BMW en al te vermorzelen.

(deze column verscheen eerder op AutoWeek.nl)

Dakar, 21 jaar geleden

10 januari 2007 door Frank Jacobs Reageer

In dagen dat alle autosportliefhebbers avond aan avond aan de buis gekluisterd zitten voor de Dakar, moet ik als muziekliefhebber met een wat obscure smaak aan heel andere dingen denken. Want komende zondag is het precies 21 jaar geleden dat de roemruchte rally een zwarte dag beleefde. Tegen acht uur in de avond, bij de grens tussen Mali en Burkina-Faso, raakt een helikopter verzeild in een zandstorm. Het toestel stort neer en alle vijf inzittenden komen om het leven. Aan boord waren, naast de twee bemanningsleden en een verslaggeefster van Le Journal du Dimanche, Paris-Dakar oprichter Thierry Sabine en diens vriend Daniel Balavoine, in die dagen een gevierd zanger, die zelf tweemaal de rally reed. De toen 33-jarige Balavoine was niet zomaar een deelnemer of belangstellende. Jarenlang maakte de zanger zich hard voor het Afrikaanse continent, waar zijn vaderland Frankrijk in de decennia daarvoor nogal wat roofbouw had gepleegd. Zijn enthousiasme voor de rally kwam dan ook mede voort uit zijn hoop dat Afrika er beter van zou worden.



Toen ik in 1988 naar Frankrijk verhuisde, was Balavoine net twee jaar dood en waarschijnlijk werd hij daardoor in die tijd letterlijk gehyped. Hoe het ook zij, ik werd gegrepen door zijn muziek en nog steeds, alweer tien jaar terug in Nederland, bezit en koester ik zijn volledige oeuvre. En wanneer ik de beelden van de rally op mijn tv voorbij zie komen, kan ik de neiging niet onderdrukken weer wat van Balavoine op te zetten. Iets wat ik anderen ook van harte kan aanbevelen, want zijn muziek ademt de liefde voor Afrika. En mocht je het te pakken krijgen, luister dan vooral naar het kippenvel-opwekkende ‘un enfant assis attend la pluie’. Het is het allerlaatste dat hij ooit schreef en verdomd, het gaat over de onomkeerbaarheid van het lot. Dat Freddy Mercury halfdood nog even ‘the show must go on’ eruit perste, oké. Maar Balavoine was 33, kerngezond, vader van een 18 maanden oud kind en een tweede op komst en had met geen mogelijkheid kunnen weten dat hij die fatale avond tijdens de rally Parijs-Dakar dodelijk zou verongelukken.

(deze column verscheen eerder op AutoWeek.nl)

  • « Vorige pagina
  • 1
  • …
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • Volgende pagina »

Over Frank Jacobs

Frank Jacobs (1966) is crossmediaal en multimediaal journalist en schrijft, fotografeert en filmt voor onder meer AutoWeek, NU.nl, Quest Historie, GTO Magazine en Lifestyle Almere. Daarnaast presenteert hij autoprogramma’s op AutoWeek TV en voorheen Discovery Channel.

Hij studeerde automobiel management en Frans en woonde en werkte jarenlang afwisselend in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Spanje.

Lees meer over Frank Jacobs.

Zoeken

  • Why Nuclear Energy is a Very Bad Idea
  • Waarom de flitsmarathon onzin en bangmakerij is
Copyright 2015 | Frank Jacobs | KvK Almere 62518755