Het internet is een podium waar iedereen op kan klimmen. Die nieuwe vrijheid heeft beslist veel goeds voortgebracht, maar kent ook een keerzijde. Zelfbenoemde internetsterren smeken om commentaar, maar kunnen daar absoluut niet mee omgaan.
De als Oost-Europese hoertjes opgedofte tienermeisjes die vanuit hun ouderlijke slaapkamers om duimpjes bedelen zijn inmiddels niet meer weg te denken van YouTube. Heel af en toe breekt er een daadwerkelijk door en dat worden precies die dames die alle negatieve invloeden van catwalkmodellen, waar we ons al die jaren zo zorgen om maakten, in het kwadraat terugbrengen naar zwakke, beïnvloedbare jongeren: wees mager, spuit je lippen op en botox je oogleden: wees als ik. Oh ja, en gebruik de mascara van mijn sponsor. En like me zoals ik mezelf like.
Ook de schone kunst van het schrijven is onderhevig aan digitale erosie. Omdat ik al mijn hele leven boeken verslind, beroepsmatig met taal werk en er van overtuigd ben dat er buiten de gevestigde orde een groep getalenteerde, maar nog niet ontdekte schrijvers moet zijn, begon ik een tijdje geleden een aantal Facebookgroepen te volgen waar dit soort potentieel schrijftalent elkaar op weg zegt te helpen. Al gauw kwam ik er achter dat schrijftalent en zelfreflectie kwaliteiten zijn die meestal hand in hand de benen nemen.
‘Jij bent hier duidelijk niet om vrienden te maken’
Af en toe las ik stukjes die getuigden van een smeulend schrijftalent, maar die werden, voordat ze vlam konden vatten, stelselmatig ondergespoeld door een stortvloed aan schreeuwerige postings van mensen die op het punt staan een boek uit te geven en daar vast fragmenten uit plaatsten, met de vraag aan de groepsleden wat ze ervan vinden. Na een tijdje hoofdschuddend knullige stukjes vol spel- en stijlfouten te hebben doorgespit, beging ik de fout die vragen letterlijk te nemen. De allerslechtste teksten liet ik voor wat ze waren, maar enkele pikte ik er uit om ze te redigeren.
Pek en veren werden mijn deel. “Jij bent hier duidelijk niet om vrienden te maken”, reageerde iemand (klopte trouwens wel). “Als je het niks vindt, dan lees je het toch niet?” “Wie is die arrogante bal?” Verschrikt scrolde ik nog eens door die pagina’s en toen pas viel het me op: bijna al die stukjes van op het punt van debuteren staande schrijvers hebben nul reacties. Nul likes. En áls er iemand reageert, is het iemand die zelf geen eigen stukjes plaatst.
Al die op punt van debuteren staande sterschrijvertjes zijn helemaal niet uit op hulp of opbouwende kritiek, weet ik nu. Daar kunnen ze namelijk helemaal niet mee omgaan. Ze vragen om commentaar, maar wat ze willen is bevestiging. Bevestiging van precies dat wat ze zo deerlijk ontberen: schrijftalent. Lees me en vind me leuk, maar houd je smoel.
Like me of zwijg.
Geef een reactie