Frank Jacobs

journalist, schrijver en autojournalist

  • Artikelen
    • Lost in Transition: energietransitie, maar dan?
    • Karin Slaughter over Tesla
    • Dodenvlucht Neptune 212 wellicht diefstal
    • Neptune 212: dodenvlucht boven Katwijk
    • Dakota 079: de weggemoffelde vliegramp van Biak
    • Het duistere verleden van BMW-familie Quandt
    • Religieuze moord op zee: het geheim van de KW 171
    • Ferdinand Piëch, de geniale megalomaan van Volkswagen
    • Volkswagen: familievetes en stoeltjewip
    • De verdwenen Porsche van James Dean
    • Terugkeer van een dode baron (2)
    • Terugkeer van een dode baron
    • Portfolio
  • Columns
    • Dieren mogen worden doodgereden, vindt de Provincie Zuid-Holland
    • Waarom kernenergie een heel slecht idee is
    • Armoede? Je hebt geen idee wat dat is
    • #NederlandVleesland
    • Omgekeerde vlaggen en boerenzakdoeken: zo herken je de simpelen van geest
    • Armoede los je zo op
    • Veevervoer? Complimenten aan Schiphol!
    • Eva Vlaardingerbroek, ga dansjes doen op TikTok
    • Paybacktime
    • Franse probleemjongeren welkom in Nederland
    • Windmolenparken op zee
    • Zijn katten invasieve exoten?
    • Zijn wielrenners asociaal?
    • Second Love: daten voor proleten
    • NewSpace: hoogplassen voor miljardairs
    • Corona: de aarde haalt opgelucht adem
    • Corona: een lesje in bescheidenheid
    • Corona: de zeven pluspunten
    • 2019 en mijn ingebeelde vriend
    • Zwarte Piet? Zand erover
    • De leugens van Koos Spee
    • Foei Halsema!
    • Een dagje aan het strand
    • De mysterieuze verdwijning van Anja Schaap: wat houdt de politie achter?
    • Wannabe-journalisten
    • Thierry Baudet: omfloerste poep
    • Arbeidsparticipatie: een pakketje schroot met een dun laagje chroom
    • Like me of zwijg
    • Vuurwerk? Rot op!
    • Lisette Vroege slachtoffer orgaanhandel?
    • Waarom Schiphol op zee bezopen is
    • Duitsland huichelland
    • Referendum: onderbuikdenkers aan de macht
    • Social influencers
    • Coen was een held
    • Aangifte doen is voor mietjes
    • 2018, het jaar van het non-nieuws
    • Wanneer wordt Lisette Vroege gevonden?
    • Waarom een dierenleven meer waard is dan een mensenleven
    • Boom!
    • Brexit? We still love you!
    • De opkomst van de tekschrijver, de ondergang van de journalist
    • Autojournalist
    • Dit is er mis met grote organisaties
    • Plastic tasjes
    • De armoedegolf van 2035: Zelfstandigen Zonder Perspectief
    • Verlengstuk
    • Vel d’Hiv: hoe bootvluchtelingen je vakantie bederven
    • Terug in je kist!
  • Korte verhalen
    • De Laatste Pomp – kort verhaal
    • Ik deel hier de lakens uit – kort verhaal
    • Broedertwist
  • Foto
    • Photography
  • Video
    • Documentaires
    • Autoweek TV
    • Fifth Gear Europe
    • Tuf-tuf Club op TV
  • Contact
    • Over Frank
    • Contact
    • English
    • Français
    • Deutsch
  • Email
  • Facebook
  • Google+
  • Instagram
  • LinkedIn
  • Twitter
  • YouTube
Contact

Dieren mogen worden doodgereden, vindt de Provincie Zuid-Holland

15 mei 2023 door Frank Jacobs Reageer

Wanneer een radeloze moedereend met haar laatst overgebleven pulletje over het dodelijke asfalt een wisse dood tegemoet zwalkt, moet je keurig doorrijden en tra-la-la zingen, liever dan de diertjes redden. Tenminste, dat vindt de Provincie Zuid-Holland, zo leerde ik vandaag. Maar gelukkig voor moeder en kind leerde ik vandaag ook dat de aanhouder wint.

De remlichten van de auto voor mij lichten op, de auto maakt een plotselinge slinger naar links en daardoor zie ik waarom. Een vrouwtjeseend wandelt met een rotsvast in zijn moeder vertrouwend pulletje in haar kielzog over het kakelverse asfalt van de N206, de net geopende provinciale weg tussen Leiden en Katwijk. Met dit drukke verkeer is de kans dat ze de overkant halen minimaal, en zelf als dat wel lukt: de weg is verdiept aangelegd, met aan weerszijden meters hoge verticale wanden. Moeder zou nog vliegend kunnen ontsnappen, maar haar kuiken is daar te jong voor. Ik stuur mijn auto naar de kant en parkeer op de vluchtstrook naast de invoegstrook, terwijl moeder met haar kind onder de vangrail door waggelt, waar ze tegen de onneembare muur van de geluidswal vast lopen.

Inmiddels heb ik mijn auto zo dicht mogelijk tegen de vangrail aan geparkeerd, de alarmlichten aangezet en ben ik uitstapt. Het setje pril geluk trippelt angstig richting Katwijk, maar wat ze niet weten is dat de onneembare wal nog kilometers doorloopt. Wat ik gelukkig wél weet, is dat er over vierhonderd meter een afrit is, dus besluit ik ze daar heen te begeleiden, ondertussen de dierenambulance bellend.

Wanneer ik die aan de lijn krijg en de situatie uitleg, krijg ik te horen dat zij hier niet mogen stoppen. Ik vraag me af wat ze doen wanneer ze daar een lekke band krijgen, maar vraag de dame aan de andere kant van de lijn wat nu te doen. Ze zegt dat ze Rijkswaterstaat zal bellen, die een weginspecteur mijn kant uit zullen sturen. Ik bedank en ga in afwachting daarvan verder met het begeleiden van mijn nieuwe vrienden. Moeder gluurt af en toe onder de vangrail door, op zoek naar een opening om via het asfalt aan mij te ontsnappen wat, zoals ze niet kan weten, een vrijwel zekere dood voor haar en haar baby zou betekenen.

Na een minuut of tien belt de mevrouw van de dierenambulance me terug. Rijkswaterstaat is verwittigd, de weginspecteur – hij heeft een vangnet in zijn auto – onderweg. Dus waggelen we gedrieën verder in de richting van Katwijk, de eenden rechts van de vangrail, ik links. Af en toe aast moeder op een doorbraak, dan tuur ik onder de vangrail door dreigend terug, waarna ze het weer even opgeeft en doordribbelt. Mijn overwicht op moedereenden is gelukkig groter dan dat op dierenambulances. Tien minuten worden twintig, twintig minuten worden een halfuur. Op een zeker moment struikelt mama  van pure zenuwen over haar kindje, wat aan het pluizenbolletje een vreselijk gekrijs ontlokt. Met een pulletje van hoogstens een week is een afstand van vierhonderd meter een wereldreis, maar het kleintje huppelt moedig door, nog steeds vol vertrouwen in zijn moeder, die op haar beurt een stuk minder fiducie in mij aan de dag legt. Gelukkig maken veel kleine kuikenstapjes grote, zodat op een gegeven moment de afrit naar redding nog maar honderd meter verwijderd is.



Dan zie ik in de verte achter mijn auto oranje zwaailichten. Dat moet de beloofde weginspecteur zijn: redding is nabij. Tot mijn verbazing draait de man rondjes om mijn auto en gluurt hij erin. Ik zwaai een paar keer, maar dat ziet hij op driehonderd meter afstand niet. Na een tijdje stapt hij weer in zijn pick-up en komt hij mijn kant uit, waar hij vlak achter mij stopt en uitstapt.

“Pak uw schepnet maar!” roep ik boven het verkeersgebulder uit.
Maar hij komt zonder schepnet naar mij toe. “Is dat uw auto?”, roept hij terug.
Ik wijs naar mijn prille geluk aan de andere kant van de vangrail. “Snel, ze is er aardig klaar mee, geloof ik.”
De man lijkt niet onder de indruk. “U mag daar niet staan.”
“Schiet nou op”, roep ik terug, een voorbij denderende vrachtwagen overschreeuwend en de eendjes verder dwingend.
“Haal onmiddellijk uw auto daar weg.”
“Ik doe helemaal niets voor die twee dieren in veiligheid zijn”, brul ik, verbijsterd.
“Bel de dierenambulance dan maar.”

Aha, ik heb geen gewone lul getroffen, maar een hondenlul

Het wordt steeds gekker, denk  ik, ondertussen de eenden verder richting de veiligheid van de afrit drijvend. “Dat héb ik gedaan, en die hebben ú gestuurd. Om mij te hélpen!”
“Niemand heeft mij gestuurd, ik ben gestopt omdat uw auto daar staat en dat mag niet. U brengt de verkeersveiligheid in gevaar. Haalt u hem nú weg.”
“Past u dan ondertussen op deze twee?”
“U brengt de verkeersveiligheid in gevaar.”
Ik vat dat op als een nee. Al eendendrijvend vis ik mijn autosleutel uit mijn zak en reik hem de weginspecteur aan. “Als verkeersveiligheid u zo na aan het hart ligt: hier is de sleutel, zet u hem dan even weg?”
“Nee. Als u hem nu niet zelf weghaalt, krijgt u een flink proces-verbaal.” De weginspecteur stapt in zijn pick-up en rijdt hem een meter over twintig verder, waarmee hij mijn eenden zo aan het schrikken maakt dat ze rechtsomkeert maken, terug naar waar we een half uur geleden onze hachelijke tocht begonnen. Daar stapt hij uit en drijft hij de eenden verder terug.
Ik heb geen gewone lul getroffen, maar een hondenlul. “U proces-verbaalt maar een eind in de rondte. Ik ga hier niet weg voordat deze dieren in veiligheid zijn. Bel de politie maar.”
“Daar ben ik al mee bezig”, antwoordt Hondenlul, zijn telefoon aan zijn oor. Hij loopt in een boogje om me heen, klimt over de vangrail en positioneert zich in de baan van de eenden, die zich nu ingeklemd zien tussen de pick-up, mij en de weginspecteur.
“We waren er bijna”, zeg ik verwijtend, knikkend naar de afrit verderop. “Eenden krijgen meestal een stuk of acht jongen. Ze heeft de overige zeven zojuist dood zien rijden, ik probeer haar laatst overgebleven kind te redden en u wil dat verhinderen omdat ik fout geparkeerd sta?”
Hondenlul doet er het zwijgen toe, waarschijnlijk balend dat hij voor zijn BOA-examen is gezakt en mij dus zelf niet mag bekeuren.

De minuten die volgen, komen op mij over als uren, laat staan hoe het voor de eendenmoeder moet zijn, die haar laatst overgebleven kuiken afschermt, boos naar ons kwakend. Eindelijk verschijnt het politiebusje en ik hoop op mensen met wat meer menselijkheid dan deze dienstklopper van de Provincie Zuid-Holland. Ditmaal word ik niet teleurgesteld. Terwijl de ene agent met de weginspecteur in gesprek gaat, leg ik zijn collega uit wat er aan de hand is en dat ik zo gauw mogelijk een dierenambulance nodig heb. Die is inmiddels gebeld, verzekert de agent mij. Inderdaad, terwijl hij mijn rijbewijs controleert, verschijnt de dierenambulance, die op mijn verzoek niet wilde komen, in de verte. De agent vraagt mij mijn auto zo gauw mogelijk weg te halen en zodra hij me heeft beloofd de eendjes van de weg te houden tot de mensen van de ambulance ze hebben gevangen, doe ik wat hij me vraagt.

Wanneer ik weer invoeg op de N206, zie ik hoe de mensen van de dierenambulance mijn eenden in een reismandje zetten. Op naar een veilige vijver of de vogelopvang. Op naar een gelukkige toekomst. Daar doen provinciale ambtenaren gelukkig niets aan.

De Harley Davidson van Bertus van Hamersveld

8 november 2022 door Frank Jacobs Reageer

Harley Davidson WLA Bertus van Hamersveld Cornelia Peet Hilversum BussumDe Harley Davidson WLA van Bertus van Hamersveld is welhaast mythisch. Ik had noch van de motor, noch van zijn eigenaar ooit gehoord. Tot ik op een mysterieuze foto in mijn familiearchief stuitte.

Vele honderden foto’s uit het archief van mijn familie had ik ingescand en geanalyseerd, talloze bijzondere verhalen waren er vanachter tevoorschijn gekomen. Maar deze foto bleef lang een mysterie: een vlotte, jonge meid, poserend op een motorfiets met zijspan. Pas na een paar jaar herkende ik haar als de jonge versie van de dame die ik alleen als grijs, oud vrouwtje heb gekend: mijn oma van vaders kant, Cor Jacobs-Peet, lang geleden overleden.



Gelukkig is het kenteken van de motor leesbaar en zo kwam ik bij een oud kentekenregister van de provincie Noord-Holland, dat de fiets identificeerde als een Harley Davidson, eigendom van Bertus van Hamersveld, een iconische motorcoureur uit het begin van de vorige eeuw, de eerste Nederlandse fabriekscoureur van Harley Davidson en grootvader van coureurstweeling Tim en Tom Coronel.

Blijkbaar kende mijn oma Bertus goed genoeg om op zijn fiets te mogen poseren. Daar had ik haar graag naar gevraagd, maar helaas is mijn oma begin jaren zeventig al overleden. Wat haar band met Bertus van Hamersveld was, zal ik waarschijnlijk nooit weten, maar feit is dat die nauw genoeg was om haar op zijn Harley plaats te laten mogen nemen.

Winston Churchill en de Packard Twelve

8 november 2022 door Frank Jacobs Reageer

Op zondag 9 mei 1948 krijgt Bussum onverwacht hoog bezoek. Winston Churchill is in een unieke Packard Twelve onderweg van Apeldoorn naar Amsterdam en krijgt ter hoogte van het Gooise dorp trek in een koud biertje. Hij geeft de chauffeur opdracht een kroeg te zoeken en proost even later met minister van buitenlandse zaken Anthony Eden op het terras van Hotel De Gooische Boer.

In de lente van 1948 is Winston Churchill op bezoek in Nederland. Zijn premierschap heeft hij drie jaar eerder aan Clement Attlee moeten afstaan, maar Churchill is in ons land nog steeds onverminderd populair als oorlogsheld. Met de huidige positie van het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van de EU is het amper meer voor te stellen, maar Churchill is in die tijd een groot pleitdrager van één Europa.

In mei is hij daarom als erevoorzitter te gast op het Europees Federalistencongres in Den Haag, waar delegaties uit twintig Europese landen bijeen zijn om een verenigd Europa te bespreken. Na het congres vertrekt Churchill naar Paleis Soestdijk voor een bezoekje aan prinses Juliana en prins Bernhard, waarna hij doorrijdt naar paleis Het Loo in Apeldoorn voor een high tea, diner en overnachting.

De volgende dag reist Churchill door naar Amsterdam, waar hij op De Dam een toespraak zal houden. Maar ter hoogte van Bussum krijgt hij last van een droge keel. Hij sommeert zijn chauffeur op zoek te gaan naar een uitspanning met de woorden “I want to have a nice, cold drink” en belandt zo bij Hotel De Gooische Boer in Bussum, tegenwoordig een autohandel op de hoek Amersfoortsestraatweg – Huizerweg. Tegen de tijd dat de kolonne motoragenten doorheeft dat ze hun kostbare vrachtje kwijt zijn, zet Churchill al een koud Hollands biertje aan zijn lippen.



Terwijl Churchill van zijn biertje geniet, gaat in Bussum als een lopend vuurtje het gerucht dat de oorlogspremier in town is. Mijn oma Sonny Molenaar-Bodewes, een begenadigd hobbyfotografe, woont in die jaren op de Kamerlingh Onnesweg, hemelsbreed een paar honderd meter verderop. Ze grijpt haar camera en zo kan het gebeuren dat ik ruim zeventig jaar later in de collectie van mijn lang geleden overleden grootmoeder een heel bijzondere foto aantref.

Winston Churchill wuift hier een dolenthousiaste meningte toe, hoogstwaarschijnlijk op de Huizerweg Bussum. Bijzonder is ook de auto. Het is een 1937 Packard Twelve met een carrosserie van koetsbouwer Erdmann & Rossi uit Berlijn.

Deze Packard (een Amerikaans merk) werd oorspronkelijk gekocht door Eduard von Saher, voormalig Duits consul-generaal in Nederland, die kort voor de Duitse bezetting naar de Verenigde Staten was uitgeweken. De auto bleef achter, overleefde de bezetting en werd daarna door het verzet gevonden. Op 6 juli 1945 werd hij gebruikt bij de intocht van koningin Wilhelmina in Den Haag en zo kwam hij in het koninklijke wagenpark terecht. Kort nadat deze foto is gemaakt, is de Packard in opdracht van Von Saher terug naar de VS verscheept en sindsdien is hij spoorloos.

Gelukkig heb ik de foto nog.

Waarom kernenergie een heel slecht idee is

13 oktober 2022 door Frank Jacobs Reageer

kerncentrale borssele frank jacobsKernenergie is door toedoen van de energiecrisis ineens weer actueel. Een moloch uit de vorige eeuw steekt zijn lelijke kop weer op; blijkbaar zijn we al weer vergeten dat atomaire technologie in mensenhanden gelijkstaat aan een doorgeladen revolver in de knuistjes van een kleuter. Kernenergie is alsof je met een modaal inkomen dertig miljoen euro leent, daar drieduizend van afbetaalt en de restschuld lachend aan je nageslacht overdraagt.

Kernenergie: ik geef je een paar goede redenen waarom we daar heel snel afscheid van moeten nemen. Om te beginnen heeft het recente verleden ons geleerd dat het verschrikkelijk fout kan gaan. Door menselijk falen sloeg de vlam in de pan in 1986 Tsjernobyl, in 2011 veroorzaakte een aardbeving Fukishima en onwetendheid in combinatie met haastige spoed leidde in 1957 tot een bijna-megaramp in Windscale, later omgedoopt tot Sellafield. Het Internationaal Atoomagentschap IAEA registreerde de afgelopen 65 jaar veertien incindenten, waarvan tien ernstig genoeg om ze als ongeval te kwalificeren. De levensgevaarlijke situatie in het Oekraïnense Zaporizhzhia bewijst hoe link kernenergie in deze instabiele wereld is. Je kunt er dus vergif op innemen dat ook in de toekomst ongelukken met kerncentrales zullen gebeuren, temeer als je bedenkt dat nucleaire technologie steeds vaker zal worden gebruikt in minder rijke en geörganiseerde landen waar ze het met veiligheid en onderhoud niet zo nauw (kunnen) nemen, met dus een nog grotere kans op kernrampen.


Kernwapens

Kernenergie leent zich uitstekend voor massavernietigingswapens. Tijdens de hoogtijdagen van de Koude Oorlog hadden alleen de VS en de Sovjet Unie samen al genoeg rotzooi om onze hele planeet vijfhonderd (500!) keer te vernietigen. Nou krijg ik wel eens tegengeworpen dat vreedzame kernenergie en kernwapens iets heel anders zijn, maar dat is natuurlijk onzin. Piano en orgel spelen zijn ook twee verschillende disciplines, maar als je het ene instrument goed beheerst, kom je op het andere ook al een heel eind. Sterker, de allereerste grootschalige kernenergiecentrale ter wereld, Calder Hall in het Engelse Sellafield, was in feite een dekmantel voor de productie van plutonium voor de waterstofbom en een charmeoffensief: ‘Electricity too cheap to meter’, was het misleidende credo.

Radioactieve rotzooi

Kernenergie mag dan CO2-neutraal zijn, maar het levert afval op waarbij vergeleken CO2 niets voorstelt. We zijn pas zo’n tachtig jaar aan het knoeien met kernenergie, en nu al liggen er op diverse plekken in de wereld diep onder de grond en/of in betonnen bunkers stapels radioactieve rotzooi die in sommige gevallen, zoals in Carlsbad in New Mexico, de komende 250.000 jaar nog dodelijk is. Let wel, een kwart miljoen jaar: dat is bijna net zo lang als de mens überhaupt bestaat. Dat ligt veilig opgeborgen, zeggen voorstanders van kernenergie, maar wat is veilig? We hebben geen idee hoe de wereld er over duizend jaar uitziet, laat staan over 250.000 jaar. Hoe kun je beweren dat iets veilig is in een toekomst waarvan je geen benul hebt? De opslagplaatsen van die dodelijke troep blijven tot wel duizend jaar intact, schermen voorstanders van kernenergie. Over het hoe dan met de daaropvolgende 249.000 jaar heb ik nog geen antwoord kunnen vinden.

Asociaal en crimineel

Daarom is kernenergie hetzelfde als een gigalening aflsluiten waarvan je nu al weet dat je nakomelingen tot het einde der tijden er de prijs voor moeten betalen. Het is rete-egoïstisch, asociaal en daarom crimineel. En eigenlijk weten we dat best, maar we zijn zó verslingerd aan ons huidige welvaartsniveau en zó eager naar nog meer, dat we daar volkomen schijt aan hebben.
Na ons de zondvloed.

covra borssele kernafval frank jacobs
Covra: opslag radioactief afval. Tijdelijk, want we hebben nog geen idee hoe het definitief en veilig kan.

Armoede? Je hebt geen idee wat dat is

13 september 2022 door Frank Jacobs Reageer

armoedeArmoede, devaluatie, inflatie, woningnood, vluchtelingencrisis, oorlog in Oekraïne, brandstofcrisis: en dan moet de winter nog komen. We klagen steen en been, maar zelfs al zou onze welvaart worden gedecimeerd tot een fractie van waar we nu staan, zelfs dan genieten we een luxe die onze voorouders niet eens voor mogelijk zouden hebben gehouden.

De moderne mens bestaat zo’n 300.000 jaar. Nog geen duizend jaar geleden wasten we ons één keer per maand in een beek, poepten we in een kuil in de grond, deden we een leven lang met één tuniek en was een stukje van maden vergeven vlees een zeldzaam feestmaal. Een levensstandaard die 299.800 jaar heel normaal was. Inmiddels noemen we het armoede wanneer onze kinderen geen merkkleding hebben, niet elk jaar per vliegtuig op vakantie kunnen en met een oud model smartphone over straat moeten. Lukt dat niet meer, dan zit je onder de armoedegrens.

Zolang Schiphol vol staat met mensen die voor een paar euro de wereld over vliegen, is het begrip energiearmoede een gotspe

Het leven wordt steeds duurder, klagen we. Maar dat klopt niet. Het leven was decenialang absurd goedkoop. Daardoor leefden we al die tijd op de pof en daar komt nu een einde aan. Dan kun je gaan janken en jezelf wentelen in zelfbeklag, maar je kunt ook dankbaar zijn dat je de meest luxe tijd uit het bestaan van de mens hebt meegemaakt en je verheugen op de uitdaging om van minder ook iets moois te maken. Zolang Schiphol vol staat met mensen die voor een onnozel uitje bereid zijn energie te verbruiken waar ze hun hele huis het grootste deel van de winter mee hadden kunnen verwarmen, vind ik het begrip energiearmoede een gotspe.



We hebben het nog steeds absurd goed en wentelen ons in weelde, gemeten aan het langetermijngemiddelde van de afgelopen 299.800 jaar. Wie is er dom genoeg om de excessen van de afgelopen 200 jaar voor het nieuwe normaal aan te zien?

#NederlandVleesland

2 september 2022 door Frank Jacobs Reageer

 

We moeten weer meer vlees gaan eten, zo betoogt een collectief van bioindustriëlen in hun campagne #NederlandVleesland. Vergeet dierenleed, wat nou stikstof en vreet je vol met vlees, zo luidt de boodschap van de vleessector.

Jarenlang kwamen ze er – wat mij betreft – wel mee weg: bakfietsmoedertjes en sportkantinevadertjes die op zaterdagmorgen voor hun ‘kids’ lekkere kiloknallers en bonusaanbiedingen vlees in hun winkelwagen mikten. Ik vermoed dat ze diep vanbinnen wel wisten dat hamburgers en worstjes niet aan bomen groeien, maar ja, de kinderen zijn er dol op en als je er gewoon niet aan denkt, is er geen leed. Wanneer je maar lang genoeg van iets wegkijkt, vergeet je vanzelf dat het er is. Vraag maar aan de omwonenden die aan het eind van WO2 een gedwongen excursie achter het prikkeldraad kregen: wir haben es nicht gewusst.

Sadistisch en misdadig

Gelukkig zijn vleesvervangers inmiddels bedriegelijk goed en ik zie dan ook om me heen steeds meer mensen vegetariër of veganist worden. Met name de vaak ijzersterke, confronterende campagnes van organisaties als Wakker Dier ontnemen ons het laatste beetje zalige onwetendheid om ons achter te verschuilen.
Daar word je natuurlijk zenuwachtig van als je gewetenloos genoeg bent om met dierenleed je kost te verdienen, dus lanceert de vleessector een campagne onder de naam #NederlandVleesland. Een hashtag die, “gôh dat zagen we niet aankomen”, als een boemerang in hun sadistische, misdadige gezichten terugkomt. Inderdaad, misdadig; want waar consumenten zich nog een beetje kunnen verschuilen achter hun onnozelheid, weet elke halve gare die in de bio-industrie werkt dat daar biggen onverdoofd worden gecastreerd en ontstaart, net geboren haantjes hup de versnipperaar in gaan en dieren met stokken en speren naar de slacht worden gedreven.


Heksenverbranding en slavernij

Hoog tijd dus dat ook de onwetende consumenten dit bewustzijn krijgen. De meeste kinderen vinden dieren leuk en lief. Maak een bezoek aan een slachthuis verplichte leerstof op lagere scholen, verplicht supermarkten foto’s van dierenmishandeling boven de vleesschappen en op de verpakkingen te tonen. Je creëert geheid een nieuwe generatie die het niet in zijn hoofd zou halen vlees te eten. Ik ben er van overtuigd dat er ooit een tijd komt waarin onze nakomelingen onze vleesconsumptie net zo primitief en afschuwelijk vinden als wij doen van slavernij of heksenverbranding, verschijnselen die ooit heel normaal waren. Het zou mooi zij als we dat proces een stuk kunnen versnellen.

Met je #NederlandVleesland.

  • 1
  • 2
  • 3
  • …
  • 18
  • Volgende pagina »

Over Frank Jacobs

Frank Jacobs (1966) is crossmediaal en multimediaal journalist en schrijft, fotografeert en filmt voor onder meer AutoWeek, NU.nl, Quest Historie, GTO Magazine en Lifestyle Almere. Daarnaast presenteert hij autoprogramma’s op AutoWeek TV en voorheen Discovery Channel.

Hij studeerde automobiel management en Frans en woonde en werkte jarenlang afwisselend in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Spanje.

Lees meer over Frank Jacobs.

Zoeken

Copyright 2015 | Frank Jacobs | KvK Almere 62518755