Mister, you’re threspassing!’
Als een slecht afgestelde kettingzaak snijdt de stem met dat typische southern accent door de bossen. Ik schrik, want ik dacht dat er behalve mij en collega Tim, met wie ik samen een kennismakingsrit met een nieuwe BMW aan het maken ben, in de verre omgeving geen mens is, daar op de grens van North en South Carolina. Amerikaanser kun je het niet treffen, realiseerde ik me even tevoren toen ik achterop een verkeersbord een sticker met “Fuck Bin Laden” aantrof.
Een roestige oude Plymouth is achter onze fonkelnieuwe BMW komen staan, een nog veel ouder vrouwtje hangt uit het raam. Half verwacht ik een revolver in haar hand, maar dat valt mee; blijkbaar kijk ik te veel roadmovies.
We hebben net twee stokoude, afgedankte Mack-trucks ontdekt, verlaten in de berm van de interstate. Intrigerend in al hun gehavendheid, en we zijn dan ook even gestopt om er wat foto’s van te maken. Maar dat bleef niet onopgemerkt bij ma’m. Ik loop naar de Plymouth en zak bij het open raam door mijn knieën. Twee grote jonge kerels maken het oude vrouwtje niet bang; onmiskenbare Yank-moed. Vijandig snauwt ze me toe dat die trucks van haar man zijn en dat we er van af moeten blijven. Ik leg haar uit dat we journalisten uit Europa zijn en alleen wat foto’s willen maken, omdat we die oude trucks zo mooi vinden.
Dat is het juiste antwoord, want meteen slaat haar stemming om. Mensen die haar trucks oké vinden, vindt zij ook oké, legt ze uit en ze stelt zich voor als Jerri. Ze begint meteen een heel verhaal over de verzameling van haar man die, geloof het of niet, Tom heet: 65 oude trucks, die over meer dan een mijl verspreid staan. Omdat ze er thuis de ruimte niet voor hebben. Naast hun huis staat er maar een, vertelt Jerri, en daar moeten we echt even naar komen kijken, dat is een heel bijzondere.
‘I don’t know if you guys believe in these kind of things,’ vervolgt ze haar verhaal. De aubergine-zwarte Mack die thuis staat, is van Don, een overleden vriend van haar man geweest. Jarenlang stond de mastodont mos te vergaren, tot op een ochtend het bestuurdersportier open stond. Onmogelijk, aldus Jerri, want hij was toch echt op slot en de sleutel lag binnen. Haar man geloofde dat Don nog één ritje in zijn Mack wilde maken en pakte de sleutel.
Jerri’s scherpe stem is nu bijna tot fluisterniveau afgezakt. ‘The dam’n thing just started immediately.’ Na jaren stilstand.
De rest van de dag toerde haar man door North Carolina, vertelt Jerri. ’s Avonds parkeerde hij de Mack weer naast zijn huis, deed hem op slot en de duistere kolos is nimmer meer van zijn plek geweest.
Je begrijpt dat we meteen het dal in rijden om de spooktruck te bekijken. Links en rechts zien we oude schoolbussen, Peterbilts, GMC’s en nog veel meer machines van weleer; het lijkt wel een scène uit “Trucks”, die film van Stephen King.
En inderdaad, de Mack van Don is de mooiste van allemaal. Scheef maar statig staat hij naast het huisje van Tom en Jerri. Nee, ik geloof niet in spoken, maar kan niet anders dan toegeven dat hij er uit ziet of hij elk moment weer kan aanslaan. Om Tim en mij met BMW en al te vermorzelen.
(deze column verscheen eerder op AutoWeek.nl)
Geef een reactie