Frank Jacobs

journalist, schrijver en autojournalist

  • Artikelen
    • Lost in Transition: energietransitie, maar dan?
    • Karin Slaughter over Tesla
    • Dodenvlucht Neptune 212 wellicht diefstal
    • Neptune 212: dodenvlucht boven Katwijk
    • Dakota 079: de weggemoffelde vliegramp van Biak
    • Het duistere verleden van BMW-familie Quandt
    • Religieuze moord op zee: het geheim van de KW 171
    • Ferdinand Piëch, de geniale megalomaan van Volkswagen
    • Volkswagen: familievetes en stoeltjewip
    • De verdwenen Porsche van James Dean
    • Terugkeer van een dode baron (2)
    • Terugkeer van een dode baron
    • Portfolio
  • Columns
    • Franse probleemjongeren welkom in Nederland
    • Windmolenparken op zee
    • Zijn katten invasieve exoten?
    • Zijn wielrenners asociaal?
    • Second Love: daten voor proleten
    • NewSpace: hoogplassen voor miljardairs
    • Corona: de aarde haalt opgelucht adem
    • Corona: een lesje in bescheidenheid
    • Corona: de zeven pluspunten
    • 2019 en mijn ingebeelde vriend
    • Zwarte Piet? Zand erover
    • De leugens van Koos Spee
    • Foei Halsema!
    • Een dagje aan het strand
    • De mysterieuze verdwijning van Anja Schaap: wat houdt de politie achter?
    • Wannabe-journalisten
    • Thierry Baudet: omfloerste poep
    • Arbeidsparticipatie: een pakketje schroot met een dun laagje chroom
    • Like me of zwijg
    • Vuurwerk? Rot op!
    • Lisette Vroege slachtoffer orgaanhandel?
    • Waarom Schiphol op zee bezopen is
    • Duitsland huichelland
    • Referendum: onderbuikdenkers aan de macht
    • Social influencers
    • Coen was een held
    • Aangifte doen is voor mietjes
    • 2018, het jaar van het non-nieuws
    • Wanneer wordt Lisette Vroege gevonden?
    • Waarom een dierenleven meer waard is dan een mensenleven
    • Boom!
    • Brexit? We still love you!
    • De opkomst van de tekschrijver, de ondergang van de journalist
    • Autojournalist
    • Dit is er mis met grote organisaties
    • Plastic tasjes
    • De armoedegolf van 2035: Zelfstandigen Zonder Perspectief
    • Verlengstuk
    • Vel d’Hiv: hoe bootvluchtelingen je vakantie bederven
    • Terug in je kist!
  • Korte verhalen
    • De Laatste Pomp – kort verhaal
    • Ik deel hier de lakens uit – kort verhaal
    • Broedertwist
  • Foto
    • Photography
  • Video
    • Documentaires
    • Autoweek TV
    • Fifth Gear Europe
    • Tuf-tuf Club op TV
  • Contact
    • Over Frank
    • Contact
    • English
    • Français
    • Deutsch
  • Email
  • Facebook
  • Google+
  • Instagram
  • LinkedIn
  • Twitter
  • YouTube
Contact

Aangifte doen is voor mietjes

3 februari 2018 door Frank Jacobs 1 Reactie

Ooit werd tegen mij aangifte gedaan. In een column op mijn site Tuftufclub.com vergeleek ik toenmalig verkeersofficier van justitie Koos Spee met een struikrover. Dat ging mijnheer Spee te ver en hij vond dat ik straf verdiende, dus deed hij aangifte van smaad en laster. Op een mooie zondagochtend moest ik mij melden op het politiebureau.

Terwijl ik bij de receptie zat te wachten om te worden verhoord, zag ik hoe een meisje van hooguit achttien, met een baby op de arm, de receptioniste smeekte om aangifte te mogen doen. De dame achter de balie zei dat ze niemand beschikbaar had en dat het meisje de volgende ochtend terug mocht komen. Huilend met lange uithalen vertelde het kindmoedertje dat haar broer haar had gedwongen hem oraal te bevredigen, waar haar baby bij was, en dat ze aangifte wilde doen van aanranding. “Morgen bent u de eerste,” was het onverbiddelijke antwoord.



Het daarop volgende uur zat ik in een verhoorkamertje tegenover twee rechercheurs uit te leggen waarom ik had geschreven dat Koos Spee overeenkomsten vertoont met een struikrover. Terwijl het verkrachte meisje met de lul van haar broer in de mond de volgende ochtend af zat te wachten, namen de politiemannen alle tijd voor mij; ze vonden het zelf ook wel vermakelijk geloof ik. De rechtszaak die volgde heeft al met al vier jaar geduurd, talloze manuren gekost en is – uiteraard -met vrijspraak geëindigd.

Aangifte doen is voor meisjes die door hun broer worden gedwongen tot orale seks. Aangifte doen is voor oude vrouwtjes wier handtas door scooterende bontkraagjes van de arm is gerukt. Aangifte doen is ook voor mannen, maar alleen wanneer die midden in de nacht door tien idioten zonder aanleiding tot moes zijn geschopt.
Mannen die verbaal worden aangevallen slaan verbaal terug, in plaats van het justitieel apparaat te belasten met hun gejank en zo de behandeling van serieuze gevallen vertragen. Alleen jongetjes die niet terug durven te slaan, rennen huilend naar de meester. De allerlafste zelfs als de klappen van een meisje kwamen.

Aangifte doen is niet voor politieke bekvechters. Blaf terug, Baudet. Zeg dat Kajsa Ollongren net een Ikea-kast is; Zweeds maar toch weer niet, er ontbreekt altijd wel een schroefje aan en toch kiezen hele volksstammen er voor. Beter nog, haal je schouders op. Leer incasseren. Maar je doet aangifte en daarom, Thierry Baudet, ben jij een mietje.

Ik zie de dagvaarding wel verschijnen.

Lion Schulman: mijn venster naar het verleden

3 februari 2018 door Frank Jacobs Reageer

Lion Schulman Frank JacobsIn mijn woonkamer hangt een klein schilderijtje. Het is maar 16 bij 21 centimeter, geschilderd op een houten paneel en gevat in een krakkemikkige goudkleurige lijst. Een houten stal, enkele koeien, heide en aan de horizon een dorp. Het werkje kwam in oktober 2009 in mijn bezit. Mijn opa, een amateur-kunstschilder en -liefhebber, was overleden en na de uitvaart nam ieder familielid wat mee uit opa’s aanleunwoning in Eindhoven. Ik koos een paar van zijn schilderijen en het paneeltje met de stal. Ik wist meteen dat het niet opa’s eigen werk was. Daarvoor was het – ik durf dit alleen te schrijven omdat ik er van overtuigd ben dat ze in de hemel geen internet hebben – veel te goed.

Het schilderijtje sierde de daaropvolgende drie jaar de wand boven mijn piano en het fascineerde me met zijn mystiek. Wie had het gemaakt, waar en wanneer? Ik wist alleen dat mijn opa het grootste deel van zijn leven in Bussum had doorgebracht en daar bij tijd en wijle kunsthandelaren af struinde. Pas in 2012 ontcijferde ik de signatuur als ‘Schulman’ en zo kwam ik bij Galerie Wijdemeren in Breukeleveen, waar ze gespecialiseerd zijn in David Schulman. Daar wisten ze me te vertellen dat dit schilderij van Davids vader Lion is en waarschijnlijk in de jaren dertig in Het Gooi is gemaakt.



Welke plaats zien we daar aan de horizon, onwetend liggen zijn van het naderende onheil dat wij nu WO2 noemen? Hilversum? Bussum? Blaricum? We zullen het waarschijnlijk nooit weten, maar zeker is dat de oude man ergens in de jaren dertig van de vorige eeuw op een mooie zomerdag met zijn ezel op de hei in Het Gooi zat, genietend van de natuur en de warmte, en dit pareltje maakte, niet wetend dat hij enkele jaren later door de Duitsers naar Auschwitz zou worden gedeporteerd. Wat zou ik er voor over hebben om naast hem op te duiken om hem te waarschuwen: pak je spullen en vlucht naar Engeland! Alsof hij mij serieus zou hebben genomen..

Lion Schulman heeft Auschwitz niet overleefd, maar het schilderijtje dat hij op die mooie zomerdag maakte, ging van Bussum via Breda, Eindhoven en Almere naar Katwijk aan Zee en siert daar nu mijn huis. Soms kijk ik er naar en dan realiseer ik me dat ik door de ogen kijk van een uiterst getalenteerd man die op 19 februari 1943 door de nazi’s werd vermoord. Dan hoop ik dat Lion een beetje met me mee kijkt en fluistert: verrek man, ik had naar je moeten luisteren die dag.

Open brief aan Ronald Ockhuysen, hoofdredacteur Het Parool

20 januari 2018 door Frank Jacobs Reageer

Geachte heer Ockhuysen,

vanmorgen las ik op uw website het artikel “Sjoemelnotaris Voorwinde had geschorste notarissen in dienst“. Ik zal verder niet ingaan op de gebrekkige journalistieke kwaliteit van het stuk (suggestieve aannames, verkeerde quotes), maar wat mij ten zeerste verwondert is dat de vermeende “sjoemelnotaris” met naam en toenaam wordt genoemd, evenals een tweetal eveneens vermeende handlangers van de heer Voorwinde. Als, en ik benadruk als, de verhalen kloppen, heeft notaris Voorwinde geld achterover gedrukt. Dat is niet fraai, maar het is slechts geld en vooralsnog is notaris Voorwinde niet veroordeeld. Hoe dan ook, het staat in geen enkele verhouding tot bijvoorbeeld zeden- en/of levensdelicten.



Zoals bijvoorbeeld de zaak rond de verkrachting van en moord op Anne Faber. Ondanks dat iedereen inmiddels wel weet dat de verdachte Michael Panhuis heet, houdt Het Parool zich keurig aan het gentlemen’s agreement dat we het over Michael P. blijven hebben. Zelfs Volkert van der Graaff wordt tot op de dag van vandaag Volkert van der G. genoemd. Alleen onderbuikmedia als GeenStijl verlagen zich tot het niveau van digitaal middeleeuws volksgericht door volledige namen te noemen, waarmee niet alleen theoretisch mogelijk onschuldige verdachten, maar ook hun in ieder geval onschuldige naasten het verdere leven onmogelijk wordt gemaakt.

Om die reden vraag ik mij af wat een gerespecteerde, professionele titel als Het Parool bezielt om de nog niet veroordeelde notaris Voorwinde en zijn vermeende medewerkers wél met naam en toenaam te noemen. Ongeacht of hij te zijner tijd wordt veroordeeld of onschuldig bevonden door de rechtbank: realiseert u zich dat Voorwinde, een weinig voorkomende naam, kinderen heeft die hier part noch deel aan hebben, maar vanaf komende maandag op school worden aangekeken op hetgeen uw verslaggever suggereert dat hun vader heeft gedaan? Geachte heer Ockhuysen, kunt u mij uitleggen waarom u de eerder al veroordeelde verkrachter en moordenaar Michael Panhuis en zijn naasten in bescherming neemt, maar een man die mogelijk een paar rotcenten heeft gejat, bij voorbaat aan uw digitale equivalent van de middeleeuwse schandpaal nagelt?

Ik ben benieuwd naar uw antwoord.

Met vriendelijke groet,

Frank Jacobs,
journalist

2018, het jaar van het non-nieuws

4 januari 2018 door Frank Jacobs Reageer

Nepnieuws; het maakte kans op de titel Woord van het Jaar 2017. Onzinberichten, opzettelijk foutief nieuws om stemming te maken. Slim, maar beperkt houdbaar, want het werkt als een medicijn. Uiteindelijk trapt de wereld er niet meer in en is het effect verdwenen. Na vier dagen 2018 lijkt het dat een nieuwe variant van nepnieuws op het punt staat uit te barsten: non-nieuws.

kat, frank jacobsDagenlang heeft Nederland het over bijna niets anders: een zwakbegaafde rapper. Voor de oudere lezers: ‘rapper’ is in straattaal het woord voor een jongeman zonder werk of diploma’s, maar met strafblad, die zijn hersenen in een zak onder zijn penis meezeult. Als je er beeld bij wilt, moet je een keer naar Opsporing Verzocht kijken. Dat is een soort Toppop voor rappers. Alleen zingen ze niet bij Opsporing Verzocht, maar geloof me, dat is voor iedereen het beste. Etymologisch komt het woord van kinderen die hun muziek te hard hadden staan, waarop de ouders naar boven riepen: zachter die herrie, en rap.



Maar goed, deze rapper noemt zichzelf Boef. Dat klinkt seniel, maar ik las vanmiddag dat hij eigenlijk Sofiane Boussaadia heet en nu snap ik het. Sofiane klinkt als een beeldschone prinses uit Duizend en één Nachten en dat is natuurlijk dodelijk voor je street credibility. Sofiane noemt zichzelf dus Boef, noemt een paar jonge vrouwen ‘kech’ en staat daardoor dagenlang in alle denkbare schijnwerpers. Op zich is dat winst. Immers, heel Nederland kent vanaf nu het Arabische woord voor hoer; een linguïstieke verrijking. Maar tegenover de dames in kwestie is dat niet aardig, dus viel heel twitterend Nederland over Boef heen. De landelijke media volgden en Boef zat met dollartekens in zijn ogen zijn Adsense-account te F5-en.

Toen de aandacht dreigde af te zwakken, bood ons nationale boefje zijn excuses aan en opnieuw rookten de banners op zijn pagina’s. Ik had nog nooit van het joch gehoord, maar zal hem nooit vergeten. Al was het maar omdat Boef vanaf binnenkort, nadat het stof is neergedaald, als graag geziene gast in elk op BN-ers drijvend programma zijn zakken zal vullen. Boef in Expeditie Robinson, Boef bij Umberto Tan aan tafel, Boef zoekt Vrouw, Boef bij RTL Boulevard (leerzaam voor hem, zo’n studio vol homofielen), All You Need is Boef. Overdreven? Dan ben je zeker vergeten dat Ismail Ilgun, dat vissenhoofd dat overal te onpas opduikt, zijn glanscarrière is begonnen door bejaarden van hun fiets te trappen en politiemensen voor kankerwout uit te maken.

We helpen met z’n allen een homofobe crimineel met middeleeuwse denkbeelden naar de top.

Wees eerlijk: waarom zou je het als fatsoenlijk nieuwsmedium brengen? Een rapper die vrouwen voor slet uitmaakt, dat is geen nieuws. Dat is dagelijkse kost. De Volkskrant breekt er zelfs een lans voor: moet kunnen, hoort bij de rap-cultuur.
Dat is non-nieuws. Net als het nieuws dat het AD donderdag bracht. Victoria Koblenko (een actrice die een jaar of twintig geleden een kech speelde in GTST) verliest honderden (van haar ruim 86 duizend) volgers op Twitter, omdat ze in Israël op vakantie is. Wie zouden er aanstoot kunnen nemen aan die reisbestemming? Juist: heren die dames, die tot de vroege uurtjes de jaarwisseling vieren, voor kech uitmaken.



De ellende is dat types als Boef en Ismail voor een nieuwe generatie, of in elk geval de onderlaag daarvan, een lichtend voorbeeld zijn. Als we willen dat die het straks normaal vinden om vrouwen voor sletten uit te maken, moeten we vooral doorgaan met dit soort non-nieuws zo breed uit te meten. Boef zegt ‘shokran’ (dat zeg je in het Arabisch wanneer een kech zich op een bevredigende manier van haar taken heeft gekweten).

Hé, psst! Nu terug naar het echte nieuws.

Waarom een dierenleven meer waard is dan een mensenleven

24 augustus 2017 door Frank Jacobs 3 Reacties

Toen ik op de lagere school zat, leerde ik dat er vijf miljard mensen waren. Drie miljard daarvan leefden in armoede, omdat de planeet niet in staat was om meer dan twee miljard monden afdoende te voeden. Inmiddels zijn er 7,6 miljard mensen op diezelfde planeet; een toename van 52 procent in een half mensenleven. And counting. Tegen het einde van deze eeuw zullen er ruim elf miljard mensen zijn, hebben de VN berekend, en die groei komt vooral uit Afrika, een van de gebieden die juist zo’n moeite hebben die monden te voeden. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om te begrijpen dat dit een dramatische ontwikkeling is.

Maar het is nog erger dan het lijkt, want niet alleen het aantal mensen stijgt, ook de consumptie per hoofd van de bevolking schiet omhoog. Hoewel we allemaal weten dat we de in vele miljoenen jaren opgebouwde fossiele brandstofvoorraad in nog geen twee eeuwen nagenoeg weg hebben gefakkeld, verbruiken we meer dan ooit. De bodem is in zicht, maar we gaan per vliegtuig naar de zon en de sneeuw en brengen de kinderen, onze persoonlijke bijdrage aan die desastreuze elf miljard, met de auto driehonderd meter naar school. En ook de mensen die ooit met het minimum genoegen namen, hebben tegenwoordig full HD flatscreens en auto’s. De ‘wanhopige’ oversteek van Libië naar Europa wordt met de nieuwste iPhone’s op Facebook en YouTube live gestreamd.

De bodem komt steeds sneller in zicht en wij gaan steeds harder consumeren. Dat klinkt bezopen en dat is het ook, maar ondertussen doen we het wel. Sprinkhanen vreten in een mum van tijd een heel gebied kaal; het verschil is dat sprinkhanen organismen zijn die doen waarvoor ze zijn geprogrammeerd, niet gehinderd door enig besef. Wij daarentegen weten precies wat we aanrichten, voor onszelf, voor andere levensvormen en voor ons nageslacht. Ondanks die kennis gaan we er gewoon mee door en dat maakt ons dommer dan die sprinkhanen.



Dat de wereld eigenlijk niet meer dan twee miljard mensenmonden kan voeden weten we en desondanks fokken we vrolijk door naar die elf miljard. Maar natuurlijk werken we aan oplossingen: we manipuleren genetisch en we kappen regenwouden. Dat kost helaas vele andere diersoorten hun habitat, maar hé, dan zouden we wel meer voedsel kunnen verbouwen. Zouden, want liever planten we er suikerriet, om bio-ethanol van te maken waarmee we E95-benzine kunnen versnijden tot E10. Kunnen we met een nog schoner geweten onze bijdrage aan die elf miljard driehonderd meter naar school rijden en op wintersport gaan. We vreten onze gretige lijven vol aan kilo- en euroknallers waarvoor varkens met tienduizenden tegelijk in brandgevaarlijke stallen worden mishandeld, onder omstandigheden die niet onderdoen voor die in de vernietigingskampen van de nazi’s. Maar ach, dat is anders; het zijn maar dieren.

Precies daar gaan we de fout in. We vinden een mensenleven meer waard dan een dierenleven. Op zich is dat begrijpelijk; elke soort vindt zichzelf belangrijker dan de rest. Dat is het natuurlijke overlevingsinstinct. Het verschil is dat wij op de stoel van god zijn gaan zitten. Wij denken te kunnen bepalen welke soorten mogen blijven, en welke soorten uitgeroeid mogen worden. Wij schieten ganzen, buffalo’s, edelherten en konijnen af omdat er ‘te veel’ van zijn. ‘Te veel’: als dat een argument is, dan heb je met 7,6 miljard mensen een ultieme licence to kill. Een door ons allen zo misprezen Duits heerschap met spuuglok uit midden vorige eeuw zou een moord hebben gedaan voor zo’n Genehmigung. Als je al op de troon van god gaat zitten, moet je wel zo groot zijn dat je boven je eigen belang kunt staan, zoals de scheidsrechter van een wedstrijd zich boven de belangen van zijn club moet kunnen stellen. Zolang wij een mensenleven belangrijker vinden dan een dierenleven, zijn wij dus niet geschikt om deze wereld te domineren.

Als een hoog intelligente, buitenaardse levensvorm de aarde zou bezoeken en pakweg een week rond zou kijken, en daarna de vraag voorgeschoteld zou krijgen: welke levensvorm zou deze planeet kunnen missen als kiespijn? Wat denk je dat dan het antwoord zou zijn?

Precies. Daarom is een dierenleven meer waard dan een mensenleven.

Het duistere verleden van BMW-familie Quandt

9 mei 2017 door Frank Jacobs Reageer

De familie Quandt geldt als de rijkste van Duitsland, maar hult zich het liefst in stilzwijgen en anonimiteit. Daar hebben ze zo hun redenen toe, want hoewel BMW zijn voortbestaan na de jaren vijftig grotendeels aan de Quandts te danken heeft, is de familiegeschiedenis een aaneenschakeling van duistere geheimen over afpersing, gerommel met aandelen, seksschandalen en dwangarbeid.

Herbert Quandt.

Tegen het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw is het nu zo sterke BMW op leven na dood. Een overname door aartsrivaal Daimler-Benz lijkt onvermijdelijk, de weerstand van aandeelhouders en personeel ten spijt. Maar dan komt er hulp uit onverwachte hoek. De grootindustrieel Herbert Quandt, die samen met zijn halfbroer een belang in BMW beheert, is onder de indruk van de strijdvaardigheid van de BMW-mensen en besluit daarom zijn schouders onder een reddingsplan te zetten. Met zijn financiële injecties en overtuigingskracht bereikt hij dat de banken weer vertrouwen in BMW krijgen, zijn saneringsplan wordt goedgekeurd, een nieuwe modellenreeks (Neue Klasse, begonnen met de 1500) pakt heel succesvol uit en in 1964 is het bedrijf weer gezond.
Het is een prestatie van topniveau waar talloze mensen, van medewerkers van toen tot autoliefhebbers van nu, Herbert Quandt dankbaar voor mogen zijn. De naam Quandt is onlosmakelijk met BMW verbonden, maar de geschiedenis van de familie, tegenwoordig de rijkste van Duitsland, kent een aantal heel rotte plekken.

Nederlandse familie

Emil Quandt wordt in de late jaren van de industriële revolutie geboren uit een van oorsprong Nederlandse familie. Ze zijn eerder hun vaderland ontvlucht, wanneer keizer Wilhelm I in eigen land vervolgde protestanten oproept naar Pruisen te komen. De Quandts zijn dan nog niet rijk, maar in 1883 weet Emil dankzij een huwelijk met de dochter van een industrieel een bestaande textielfabriek over te nemen, die onder meer legeruniformen produceert. Met een tweede overname in 1900 consolideert hij de basis van een nieuwe industriële dynastie. Zijn zoon Günther klimt al gauw hoog op in het familiebedrijf en weet tijdens de Eerste Wereldoorlog hoofdleverancier van het leger te worden. Na de oorlog stapt Günther ook in de chemische industrie en weet hij een meerderheidsbelang in de AFA (Akkumulatorenfabrik Aktiengesellschaft, het latere Varta) accufabriek te verwerven. Hij stuurt negatieve verhalen over AFA de wereld in, waardoor de aandelen kelderen en hij ze goedkoop kan binnenhalen. Kort daarop komt AFA met nieuwe technieken, zodat de koersen weer stijgen. Dankzij dit soort gehaaide acties weet Günther Quandt de economische recessie van 1929, die de hele wereld en Duitsland in het bijzonder keihard treft, ongeschonden door te komen. Ook in de wapenindustrie ziet Günther brood en weet hij zich binnen te werken.



Joodse naam

In februari 1920 leert Günther de 19-jarige Magda Friedländer kennen. De vrouw heeft ondanks haar jeugdige leeftijd al een roerig leven achter de rug; geboren uit een ongetrouwde moeder, een biologische- en stiefvader die om haar aandacht ruziën en een vrijage met een zoon uit een Joods gezin. Naar verluidt ziet Magda in de dan twee keer zo oude Günther Quandt een ticket naar de jetset en anderhalf jaar later is het kersverse stel getrouwd. Voor het zover is, moet Magda wel de achternaam van haar stiefvader vervangen door die van haar biologische vader Ritschel, omdat Friedländer naar Quandts smaak te Joods klinkt. Het huwelijk levert zoon Harald op, maar het nodige geluk blijft uit. Het grote leeftijdsverschil gaapt als een kloof tussen beide echtelieden en wanneer Günter het beu is dat zijn jonge vrouw haar amoureuze vertier keer op keer elders zoekt (onder meer bij Helmuth, Günthers oudste zoon uit zijn vorige huwelijk, de neef van de latere Amerikaanse president Hoover en een Joods-Russische advocaat), zet hij haar het huis uit.

De bruiloft van Joseph Goebbels. Naast hem de jonge Günther Quandt, daarachter Hitler.

Goebbels

Door met openbaring van compromitterende documenten te dreigen, weet Magda een lucratieve regeling uit de echtscheiding te trekken. Magda gaat in Berlijn aan de slag voor de NSDAP, leert daar Joseph Goebbels kennen en trouwt in december 1931 met hem. Het huwelijk brengt Magda in de hoogste nazikringen en levert Harald Quandt een naar huidige normen uitermate ongelukkig gekozen stiefvader op. De jonge Harald is aanwezig bij de voltrekking, waarbij Adolf Hitler als getuige van Goebbels optreedt. Sommige historici menen dat Quandts moeder later  zelfs de minnares van Hitler werd.
Het is dan ook aan de 23-jarige Harald Quandt dat in de lente van 1945, wanneer die krijgsgevangen is, de afscheidsbrief  van Marga Goebbels, die in de Führerbunker in Berlijn samen met haar man hun zes kinderen vermoordt en daarna zelfmoord pleegt, is gericht.

Adolf Hitler

Deze onhandige liaison is echter niet de enige verbintenis tussen de familie Quandt en de nazi’s. Verre van dat, want al in 1931 zit vader Quandt bij het groepje industriëlen dat Adolf Hitler financiële steun in het vooruitzicht stelt, een belofte die hij twee jaar later inlost door 25 duizend reichsmark te schenken. Dat blijkt een goede investering, want in 1937 wordt hij benoemd tot Wehrwirtschaftsführer, naast mannen als Wilhelm Messerschmitt, vader en zoon Krupp en Ferdinand Porsche. Dat is weliswaar maar een eretitel, maar de grote opdrachten volgen weldra. Opnieuw levert Quandt uniformen voor het leger, maar ook accu’s voor duikboten en V2-raketten, wapens en munitie. Voor de productie daarvan maakt Quandt gebruik van dwangarbeid door krijgsgevangenen en mensen uit concentratiekampen. Twee van de fabrieken beschikken zelfs over een eigen (dependance) concentratiekamp, Auβenlager genaamd, waaronder een inclusief executieplaats. Zijn concurrentiepositie weet Quandt nog meer te verstevigen door de onteigende bedrijven van Joden ver onder de marktwaarde over te nemen. Wellicht het meest schrijnende voorbeeld is de Luxemburgse ondernemer Léon Laval, die door de Gestapo wordt gedwongen zijn accufabriek Tudor aan Quandt te verkopen. De man weigert en verdwijnt in een concentratiekamp.

Neurenbergprocessen

Na de Duitse nederlaag weet Günther Quandt de dans redelijk te ontspringen. Hij wordt weliswaar gevangen genomen door de Amerikanen en blijft twee jaar in voorarrest, maar omdat een aantal belastende documenten, die in handen zijn van de Engelse bezettingsmacht, nooit aan de Amerikanen worden doorgespeeld, blijft Quandt tijdens de processen van Nürnberg een aanklacht bespaard en wordt zijn rol in het Derde Rijk afgedaan als die van een meeloper. Het heeft er in elk geval alle schijn van dat zijn medewerking aan de nazigruwelen niet werden gedreven door politieke overtuiging, maar zakelijk opportunisme. Een mager excuus, maar in zijn memoires laat hij optekenen dat hij het betreurt dat niet meer mensen Mein Kampf voor de oorlog hebben gelezen: “Misschien was het meest gruwelijke hoofdstuk uit de Duitse geschiedenis ons dan bespaard gebleven. Ik neem het mezelf kwalijk dat ik Hitler niet serieuzer heb genomen.” In 1954 overlijdt de spijtoptant op 73-jarige leeftijd.

Met de 1500 redde Quandt BMW.

BMW

Dan zijn zijn beide zoons, Herbert uit zijn eerste en Harald uit zijn tweede huwelijk met de later mevrouw Goebbels, voor ieder de helft eigenaar van het opgebouwde familievermogen. De halfbroers verdelen de taken; Harald doet de metaalindustrie en machinebouw, Herbert zorgt voor de textiel-, chemie-, elektro- en automotive-takken. Laatstgenoemde is dan ook degene die het familieaandeel in BMW aanwendt om het merk voor de ondergang te behoeden.
Harald valt in die jaren voornamelijk op als luchtvaartenthousiast en dat kost hem uiteindelijk ook zijn leven. In 1967 vliegt hij met het zakenvliegtuig van de firma in het noordwesten van Italië tegen een bergwand, nadat waarschijnlijk alle instrumenten zijn uitgevallen. De precieze toedracht van het ongeluk is nooit opgehelderd. Zijn deel van het familiekapitaal wordt sindsdien beheerd door zijn vijf dochters.

Herbert Quandt weet ondanks zijn drukke zakenleven nog genoeg tijd vrij te maken voor de meer aangename kanten des levens. Hij trouwt driemaal, wat vier dochters en twee zonen oplevert: Sylvia, Sonja, Sabina, Sven, Susanne en Stefan. Hij heeft een duidelijke voorkeur voor de letter S.

Herbert en Johanna Quandt.

Blindheid

Wanneer Herbert Quandt in juni 1982 overlijdt, is het zijn derde vrouw Johanna die de zakelijke teugels van de familie overneemt. Geboren in Berlijn als Johanna Maria Bruhn in 1926 komt ze midden jaren vijftig als diens nieuwe assistente het kantoor van Herbert binnenlopen en al gauw weet ze haar baas zakelijk te beïnvloeden. In 1960 wordt Johanna de derde mevrouw Quandt en krijgt het stel twee kinderen, Susanne en Stefan. Omdat Herberts altijd al slechte gezichtsvermogen afglijdt naar totale blindheid, leest Johanna haar echtgenoot dagelijks alle financiële kranten voor. Hierdoor heeft ze tegen de tijd dat haar man overlijdt een uitstekend zakelijk inzicht ontwikkeld. Het weduwschap levert haar 16,7 procent BMW op en ze treedt toe tot de raad van commissarissen, waar ze later vicevoorzitter van wordt.

Nazimisdaden

Het is met name Johanna Quandt die grote waarde hecht aan een anoniem bestaan, maar dat genoegen wordt haar op haar oude dag niet meer gegund. In 2007 zendt de Duitse zender ARD een documentaire uit met de titel ‘Das Schweigen der Quandts/Silence of the Quandt’ (het stilzwijgen van de Quandts), waarin de betrokkenheid van de familie bij de nazimisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog genadeloos worden onthuld en aan de hand van talloze documenten wordt aangetoond dat het familiekapitaal grotendeels over de ruggen van oorlogsslachtoffers verworven is. De dwangarbeiders in de accufabriek werden aan dodelijke gassen blootgesteld en Günther Quandt ‘bestelde’ tachtig nieuwe gevangenen per maand bij de nazi’s om de slachtoffers te vervangen.

Dakar

Alleen Sven Quandt, zoon uit Herberts tweede huwelijk, werkt mee aan de uitzending, maar maakt de verontwaardiging alleen nog maar groter door elke vorm van schuld af te slaan. ‘We moeten eindelijk eens proberen dit te vergeten. In andere landen in heel de wereld zijn ook dergelijke dingen gebeurd, daar hoor je niemand meer over.’ Dat Sven Quandt met zijn dure motorsporthobby (X-Raid, Dakar) lekker geniet van dat vermeend vuile geld, maakt zijn bagatelliserende uitspraken er niet fraaier op. Stefan Quandt vergoelijkt het tegenover het Handelsblatt later met de woorden “Mijn neef was niet op die vraag voorbereid.”

Susanne Quandt met echtgenoot Jan Klatten.

Buitenechtelijke affaire

Ellende genoeg voor de Quandtjes, maar een ongeluk komt nooit alleen. Kort voor de pijnlijke onthullingen in de documentaire knoopt Susanne een buitenechtelijke affaire aan met een Zwitser, die haar met gladde praatjes forse sommen geld weet te ontfutselen. Maar wat ze niet weet is dat deze Heig Sgarbi een lange staat van dienst heeft in het verleiden en afpersen van rijke, eenzame dames en dat hij een handlanger heeft die de liefdesdaad heeft gefotografeerd en gefilmd. Wanneer Susanne Klatten na de ARD-onthullingen een eind maakt aan de affaire, komt Sgarbi met de compromitterende beelden op de proppen en eist hij opnieuw geld. Maar ditmaal toont Klatten de ballen die je van Duitslands rijkste zakenvrouw mag verwachten. Ze biecht alles op aan haar man en neemt haar afperser zo de wind uit de zeilen. Op de afgesproken plek van de overdracht wacht Sgarbi niet Susanne Klatten met een koffer geld, maar een arrestatieteam met getrokken wapens en de Zwitserse oplichter verdwijnt voor zes jaar achter de tralies. Zijn excuus dat hij handelde uit wraak voor wat de Quandts zijn Joodse grootvader zouden hebben aangedaan, overtuigt de rechters niet.

Playboy

Dat kan natuurlijk niet verhinderen dat de affaire breed wordt uitgemeten en dat de geplaagde miljardairsfamilie zelfs wordt geconfronteerd met een verfilming van de zaak, ‘In der Falle’. Maar, als we een oud gezegde even mogen verbouwen: ongelukkig in de liefde, gelukkig in het spel. Volgens berekeningen van het Duitse Manager Magazin waren Susanne en haar broer Stefan afgelopen jaar goed voor dertig miljard euro en dat biedt natuurlijk wel wat speelruimte wanneer een louche playboy je het vel over de oren probeert te trekken. En al hebben de Quandts dan nooit de spijt betuigd die menigeen graag zou zien over de herkomst van hun spaarcentjes, Susanne heeft vorig jaar maar liefst honderd miljoen euro gereserveerd om maatschappelijk minder bedeelden een betere toekomst te geven. Een aflaat waar je U tegen mag zeggen en daar kan halfbroer Sven nog wat van kan leren met zijn raceteam.

Dit artikel verscheen eerder in AutoWeek.

  • « Vorige pagina
  • 1
  • …
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • …
  • 16
  • Volgende pagina »

Over Frank Jacobs

Frank Jacobs (1966) is crossmediaal en multimediaal journalist en schrijft, fotografeert en filmt voor onder meer AutoWeek, NU.nl, Quest Historie, GTO Magazine en Lifestyle Almere. Daarnaast presenteert hij autoprogramma’s op AutoWeek TV en voorheen Discovery Channel.

Hij studeerde automobiel management en Frans en woonde en werkte jarenlang afwisselend in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Spanje.

Lees meer over Frank Jacobs.

Zoeken

Copyright 2015 | Frank Jacobs | KvK Almere 62518755