Frank Jacobs

journalist, schrijver en autojournalist

  • Artikelen
    • Lost in Transition: energietransitie, maar dan?
    • Karin Slaughter over Tesla
    • Dodenvlucht Neptune 212 wellicht diefstal
    • Neptune 212: dodenvlucht boven Katwijk
    • Dakota 079: de weggemoffelde vliegramp van Biak
    • Het duistere verleden van BMW-familie Quandt
    • Religieuze moord op zee: het geheim van de KW 171
    • Ferdinand Piëch, de geniale megalomaan van Volkswagen
    • Volkswagen: familievetes en stoeltjewip
    • De verdwenen Porsche van James Dean
    • Terugkeer van een dode baron (2)
    • Terugkeer van een dode baron
    • Portfolio
  • Columns
    • Dieren mogen worden doodgereden, vindt de Provincie Zuid-Holland
    • Waarom kernenergie een heel slecht idee is
    • Armoede? Je hebt geen idee wat dat is
    • #NederlandVleesland
    • Omgekeerde vlaggen en boerenzakdoeken: zo herken je de simpelen van geest
    • Armoede los je zo op
    • Veevervoer? Complimenten aan Schiphol!
    • Eva Vlaardingerbroek, ga dansjes doen op TikTok
    • Paybacktime
    • Franse probleemjongeren welkom in Nederland
    • Windmolenparken op zee
    • Zijn katten invasieve exoten?
    • Zijn wielrenners asociaal?
    • Second Love: daten voor proleten
    • NewSpace: hoogplassen voor miljardairs
    • Corona: de aarde haalt opgelucht adem
    • Corona: een lesje in bescheidenheid
    • Corona: de zeven pluspunten
    • 2019 en mijn ingebeelde vriend
    • Zwarte Piet? Zand erover
    • De leugens van Koos Spee
    • Foei Halsema!
    • Een dagje aan het strand
    • De mysterieuze verdwijning van Anja Schaap: wat houdt de politie achter?
    • Wannabe-journalisten
    • Thierry Baudet: omfloerste poep
    • Arbeidsparticipatie: een pakketje schroot met een dun laagje chroom
    • Like me of zwijg
    • Vuurwerk? Rot op!
    • Lisette Vroege slachtoffer orgaanhandel?
    • Waarom Schiphol op zee bezopen is
    • Duitsland huichelland
    • Referendum: onderbuikdenkers aan de macht
    • Social influencers
    • Coen was een held
    • Aangifte doen is voor mietjes
    • 2018, het jaar van het non-nieuws
    • Wanneer wordt Lisette Vroege gevonden?
    • Waarom een dierenleven meer waard is dan een mensenleven
    • Boom!
    • Brexit? We still love you!
    • De opkomst van de tekschrijver, de ondergang van de journalist
    • Autojournalist
    • Dit is er mis met grote organisaties
    • Plastic tasjes
    • De armoedegolf van 2035: Zelfstandigen Zonder Perspectief
    • Verlengstuk
    • Vel d’Hiv: hoe bootvluchtelingen je vakantie bederven
    • Terug in je kist!
  • Korte verhalen
    • De Laatste Pomp – kort verhaal
    • Ik deel hier de lakens uit – kort verhaal
    • Broedertwist
  • Foto
    • Photography
  • Video
    • Documentaires
    • Autoweek TV
    • Fifth Gear Europe
    • Tuf-tuf Club op TV
  • Contact
    • Over Frank
    • Contact
    • English
    • Français
    • Deutsch
  • Email
  • Facebook
  • Google+
  • Instagram
  • LinkedIn
  • Twitter
  • YouTube
Contact

Wannabe-journalisten

25 maart 2019 door Frank Jacobs Reageer

De liberalisering van de mediawereld opent deuren voor talenten die zonder de juiste connecties wellicht nooit waren ontloken. Maar de vele zelfbenoemde journalisten, uitgevers en mediamensen kunnen ook aardig wat horizonvervuiling in het medialandschap veroorzaken.

Jantien (*) is een alleenstaande moeder met vier kinderen van vijf vaders. In de garagebox van haar woning drijft ze een praktijk waar ze haar patiënten onderdompelt in de wereld van ‘reconnective healing’. Niemand kan uitleggen wat dat is en zelfs Jantien komt waarschijnlijk niet veel verder dan haar uurtarief toelichten, maar wie googelt stuit op termen als ‘energiebanen’ en ‘heilzame frequenties’. Koeienpoep waar je amper klanten mee trekt, dus vermoed ik dat de enigen die haar studio nog wel eens betreden vrienden zijn die een vriendentarief betalen, en mannen die vooral onder de indruk zijn van de energiebanen van Jantiens zorgvuldig gekozen decolleté.

Jantien heeft een vriendin, een echte ‘best friends forever’. Ze heet Wendy (*) en is een levensgenieter. Haar man Freek (*) bekleedde lange tijd een toppositie bij een grote overheidsinstantie. Een echte man-man, met geld, macht en aanzien. Het type dat het liefst rondrijdt in een BMW X-zoveel. Mat-zwart, al is daar de glans ook allang vanaf. Hij regelde dure feestjes met dure drankjes, etentjes en artiesten voor zijn vrienden, uiteraard in restaurants van vrienden, die daar allesbehalve vriendelijke facturen voor mochten schrijven. Wendy ging mee op snoepreisjes die als zakelijk werden voorgewend. Haar man liet exquise wijnen voor Wendy bezorgen, tientallen flessen tegelijk. Een heerlijk jet set-leventje, en dat alles natuurlijk op rekening van de nietsvermoedende overheidsinstantie. Voor bff Jantien regelde Freek een baantje als copywriter bij de overheidsinstantie. Het enige dat Jantien foutloos kon schrijven, waren de facturen. Maar ach, Freek was de baas, dus niemand maalde erom.

Om te voorkomen dat Wendy zich tussen de cocktailparty’s en Caraïbische reisjes door zou gaan vervelen, kreeg ze van Freek de licentie van een ‘tijdschrift’. Zo’n titel die alleen als pdf verschijnt en begint met het kengetal van de stad, met artikelen over nagelverzorging, gelardeerd met advertenties van de plaatselijke (en bevriende) nagelsalons. En columns (of, zoals Wendy dat noemt, ‘kolommen’) van Jantien, waarin ze schreef hoe blij ze was met Wendy als vriendin.

Al gauw stapelden de beschuldigingen zich op: Dirk zou afspraken niet nakomen, schulden opbouwen en naar zijn omroep keek niemand

Geen hond die het allemaal las, maar zo lang Wendy Jantien complimentjes gaf en Jantien Wendy op de gevulde schouders klopte, was het allemaal net echt. En het werd nog echter, want een van hun vrienden was Dirk (*). Hij werkte in het verleden diverse sportverenigingen de afgrond in, maar had nu een zendmachtiging verworven voor een lokale omroep. Plus de bijbehorende anderhalve ton gemeentesubsidie. Dirk wist een heel leger aan chronisch werklozen met journalistieke dromen voor zijn karretje te spannen, waarmee hij bevriende initiatieven, zoals het pdf’je van Wendy, tot grote hoogte zou schieten. Wendy mocht zelfs een programma gaan presenteren bij de lokale omroep. Helaas, al gauw stapelden de beschuldigingen aan Dirks adres zich op. Hij zou afspraken niet nakomen, schulden opbouwen, en zijn omroep?.. daar keek natuurlijk geen hond naar. Toen zelfs zijn naasten zich tegen hem keerden, trok Dirk zich snel terug. Maar niet voordat hij een nominaal waardeloze website uit zijn eigen portfolio voor een absurd hoog bedrag aan zijn stervende omroep had verkocht. Met veertigduizend euro gemeentegeld als appeltje voor de dorst verdween Dirk van het toneel, tientallen teleurgestelde wannabe-Van Nieuwkerkjes achterlatend.



Dat was een truc waar laaielichter Freek nog wat van had kunnen leren, want die viel rond dezelfde tijd door de mand. Zijn jarenlange zelfverrijking op kosten van de belastingbetaler kwam aan het licht en strafvervolging dreigde. Oplettende facebookvrienden hadden dat kunnen zien aankomen, want daags voordat Freeks kleverige vingers landelijk nieuws werden, verruilde Wendy op social media haar aangetrouwde achternaam voor haar meisjesnaam. Het mocht niet baten: ook Wendy werd als verdachte aangemerkt.

Al is ze dan niet schuldig aan Freeks fraudezaken, Jantien is hard getroffen door diens val. Haar lucratieve baantje als copywriter voor de overheidsinstantie verdween samen met Freeks aanstelling daar en datzelfde gold voor Wendy’s magazine. Maar bij de pakken neerzitten is niets voor Jantien. Ze nam de pen ter hand en schreef een boek. Daarin vertelt ze hoe je in jezelf kunt geloven. Ik geloofde daarin, want iemand die zoals zij in een make believe-wereld leeft, moet wel een expert zijn in geloven. Gretig wierp ik mij dan ook op haar boek, dat ze via alle mogelijke sociale media aan de man probeert te brengen.

De taalfouten spetteren van de pagina’s, zelfs de eerste zin van de flaptekst bevat al een grammaticale blunder

Des te groter was mijn teleurstelling. Jantien gelooft duidelijk meer in zichzelf dan in eindredactie. De taalfouten spetteren van de pagina’s, zelfs de eerste zin van de flaptekst bevat al een grammaticale blunder. Jantiens boek kost meer dan een professioneel uitgegeven werk, maar dat zit in elk geval niet in de redactie. Maar wat maakt het ook uit. Wendy heeft inmiddels een nieuwe kengetal-titel opgezet en je raadt het al: Jantien schrijft de ‘kolom’. Haar boeken uit eigen doos kan ze onder de lezeressen verloten en inmiddels, zo schrijft ze op Facebook, borrelt het tweede boek al weer in haar hoofd.

Dirk de omroepbaas, Wendy de bladenmaker, Jantien de schrijver, om maar te zwijgen over influencers: we kunnen er lacherig over doen, maar speelden wij niet ooit allemaal cowboy en indiaantje? Sommige kinderen worden echter nooit volwassen, en misschien is dat maar goed ook. Het geeft de wereld, die van de lokale media in elk geval, kleur. Jammer alleen dat sommige cowboys in dat kinderspel er met een echte poet vandoor weten te gaan.

* Om de personen in deze column niet in diskrediet te brengen heb ik ze fictieve namen gegeven.



Lisette Vroege slachtoffer orgaanhandel?

28 december 2018 door Frank Jacobs Reageer

Eerder dit jaar schreef ik over de mysterieuze verdwijning van Lisette Vroege, ruim een kwart eeuw geleden in Haarlem. Naar aanleiding van die column werd ik benaderd door een man die een heel eigen kijk heeft op het mysterie en er zelfs een mogelijke verklaring voor heeft. Inclusief vermeende daders, met naam en toenaam.

‘De Fantast van Haarlem’: de weinig flatteuze titel die zijn tegenstanders hem hebben gegeven, heeft George de Vries zichzelf als geuzennaam aangemeten, als om te zeggen dat hij er geen seconde wakker van ligt. Of dat verstandig is waag ik te betwijfelen. George bijt zich al meer dan dertig jaar als een terriër vast in de nooit opgeloste verdwijning van Cheryl Morriën en schreef daar zelfs een boek over. Door jezelf fantast te noemen, al is het maar uit cynisme, bewijs je je eigen geloofwaardigheid geen dienst.

Toch heb ik gefascineerd naar het verhaal van George geluisterd. Want zelfs al zou hij hier en daar wat zijn doorgedraafd met zijn theorieën, nog steeds is het een man die is blijven zoeken en (soms letterlijk) graven nadat politie en justitie het dossier reeds lang hadden gesloten. Al is maar tien procent van wat hij denkt te weten waar, dan is hij nog steeds verder dan de officiële instanties.

De preoccupatie van George de Vries richt zich aanvankelijk op Cheryl Morriën, een zevenjarig meisje dat op 5 augustus 1986 spoorloos verdween in haar woonplaats IJmuiden. Hij begint zijn eigen speurtocht, loopt daarbij keer op keer tegen een muur van onwil en ongeloof bij justitie en schrijft een boek over de zaak, waarin hij stelt dat de beoogde dader, de inmiddels overleden seriemoordenaar Michel Stockx, niets te maken heeft met de verdwijning van Cheryl.
Tijdens zijn onderzoek stuit De Vries op verbanden met de vermissing van Lisette Vroege, een zaak die zes jaar na de verdwijning van Cheryl Morriën speelt. De Vries denkt dat beiden in handen vielen van dezelfde illegale orgaanhandelaren, van wie hij zelfs de namen en adressen weet te vertellen.

De Vries’ betrokkenheid bij de zaak Morriën begint op dinsdagmiddag 5 augustus 1986, de dag van Cheryls verdwijning. Hij loopt in die tijd meerdere keren per week hard in de Kennemerduinen, waar hij dan heen fiets om zijn fiets bij Het Wed, aan de Zeeweg in Overveen, te stallen. Die middag ziet hij op die parkeerplaats een groene Lada stationcar staan en even verderop een oranje Ford Transit bus. Tijdens zijn ronde, over een pad dat parallel loopt aan de Hoge Duin en Daalseweg in Bloemendaal, ziet hij tot zijn verbazing twee mannen in pak de struiken uit komen. Wanneer hij een uur later terug bij de parkeerplaats is, zijn de Lada en de Ford verdwenen.



Als een week na de verdwijning op televisie compositietekeningen worden getoond van de mannen bij wie Cheryl voor het laatst in de auto werd gezien, denkt De Vries het tweetal te herkennen dat hij uit de struiken heeft zien komen. Dan legt hij ook het verband tussen de Lada waarin Cheryl verdween en de Lada die hij die dag bij Het Wed heeft gezien. Toch meldt hij dit niet bij de politie. Om persoonlijke redenen, schrijft hij in zijn boek. Dat klinkt wat dubieus, maar tegenover mij heeft hij de omstandigheden toegelicht en je mag van me aannemen dat zijn motivatie begrijpelijk was en boven twijfel verheven.

Pas drie jaar later besluit hij met zijn bevindingen en eigen tekeningen naar justitie te stappen, maar die nemen hem dan niet meer serieus. “Ze zeiden: dat verzin je allemaal en je hebt je compositietekening grotendeels nagetekend van wat er in de krant heeft gestaan. Ze hebben mijn verhaal weggewuifd omdat ze toen die Stockx al op de korrel hadden”, zegt De Vries nu tegen mij.

Ondertussen heeft De Vries zelf ook niet stilgezeten en heeft hij beide mannen weten te traceren. De een heet Frits B. (volledige naam bij mij bekend), woont in Akersloot en is de zoon van een dame die ten tijde van Cheryls verdwijning aan de Hoge Duin en Daalseweg in Bloemendaal woont (op een steenworp afstand van waar De Vries hem uit de struiken zag komen). De ander, Ronald van der M. (ook zijn volledige naam is mij bekend) woont dan in Schalkwijk bij Haarlem. “Vlak bij de oma van Cheryl”, zegt De Vries.

Cheryl Morriën laat ik nu even voor wat ze is, het gaat hier over Lisette Vroege. Die verdwijnt, zoals ik eerder schreef, op 3 juni 1992, zes jaar na Cheryl. Op dat moment valt De Vries op dat zijn verdachten in de zaak Morriën beiden een band met Lisette hebben. B. werkt als fysiotherapeut bij de Mariastichting in Haarlem en was een tijd Lisette’s stagebegeleider. Van der M. heeft een handel in paramedische hulpmiddelen. en Lisette, zelf sinds kort fysiotherapeut, komt twee keer per week bij hem in de zaak om spullen voor haar werk te kopen.

Opnieuw loopt De Vries bij de politie tegen een muur van ongeloof aan. Maar dat ontmoedigt hem niet. Integendeel, hij richt zijn eigen onderzoek nu ook op Lisette Vroege. Het feit dat Lisette zowel B. als Van der M. persoonlijk goed kende, zou verklaren waarom ze op de avond van haar verdwijning zonder slag of stoot bij een van beiden kan zijn ingestapt. Lisette was ten tijde van haar verdwijning naarstig op zoek naar nieuwe woonruimte en het ouderlijk huis van B. aan de Hoge Duin en Daalseweg, waar hij executeur testamentair van was, stond leeg, weet De Vries: “Zijn moeder was overleden en het stond op de nominatie om verkocht te worden.” Frits B. had Lisette gemakkelijk thuis kunnen opwachten om haar mee te tronen om het huis te bekijken. Waarom zou ze haar voormalig stagebegeleider wantrouwen?



Wat tegen B. pleit is zijn gedrag rond de woning aan de Hoge Duin en Daalseweg na de verdwijning van Cheryl Morriën, vertelt De Vries: “In de periode dat zijn moeder opgenomen was, heeft hij een prieeltje in de tuin gebouwd, op een betonnen fundering. Dan denk ik: als je moeder al zwaar op leeftijd is, met het vooruitzicht dat ze niet meer terug komt, of misschien nog heel kort, dan ga jij geen prieeltje storten op drie bij twee van beton met een hele overkapping erop. Ik heb het vermoeden dat als er iets in die tuin ligt, dat het daar onder ligt. Ze hebben er nu alweer een oprit overheen gestort.” Bovendien is B., zo weet De Vries, ten tijde van de verdwijning van Cheryl eigenaar van een Groene Fiat 124 stationcar, een model dat slechts op details afwijkt van de als Lada geïdentificeerde auto waarin Cheryl is ontvoerd.

De Vries’ wantrouwen jegens B., die inmiddels in Bergen woont, blijft knagen. De huidige bewoner van het huis aan de Hoge Duin en Daalseweg, volgens De Vries een ‘bekende van politie’ maar niet bij deze zaak betrokken, weigert mee te werken aan onderzoek op zijn perceel. Niettemin neemt De Vries contact op met Signi Zoekhonden, die in 2017 de omgeving van het perceel afspeuren: “Eén hond sloeg aan aan de noordkant van de tuin, terwijl de wind uit het zuidwesten kwam, twee voor, bij de oprit. Een lijklucht dus. We belden de politie, die met veel bombarie en een officier van justitie aan kwamen rijden. Ze zouden het doorgeven aan het cold case-team, maar er is nooit iets mee gebeurd.”

Je kunt George de Vries bestempelen als een hedendaagse Don Quichot of, zoals de volksmond zegt, de Fantast van Haarlem, maar gebrek aan volharding kun je de man in elk geval niet in de schoenen schuiven. Dat doet hij op zijn beurt des te meer richting justitie. Volgens De Vries laat de politie steek op steek vallen, zowel in de zaak Cheryl Morriën als in de zaak Lisette Vroege: “Ik heb het zelfs zo meegemaakt: ze moesten de vorige bewoner vinden van dat huis aan de Hoge Duin en Daalseweg. Na een half jaar kreeg ik een brief dat die mensen vermoedelijk waren vertrokken naar het buitenland en dat ze niet waren te traceren. De volgende middag had ik ze allebei gevonden: de een in Frankrijk en de ander in Groningen.” En: “Dezelfde mensen in twee verdwijningszaken. Plus het feit dat die honden onafhankelijk van elkaar aanslaan. Daar ga je toch op zijn minst naar kijken? Het lijkt wel of ze het niet willen. Ik heb heel veel correspondentie met justitie. Ze hebben er geen belang meer bij, ze kunnen er niet mee scoren.”

Waar of niet, noch Cheryl Morriën, noch Lisette Vroege is gevonden, terwijl we inmiddels een klein half mensenleven verder zijn. Beiden zouden nu vrouwen van middelbare leeftijd zijn en niemand zal ooit weten wat ze in hun verloren leven bereikt zouden hebben. Is er dan geen enkele denkbare verklaring voor de verdwijningen van Lisette Vroege en Cheryl Morriën? George de Vries denkt van wel: “Frits B. is gewoon fysiotherapeut geweest, hij heeft anderhalf jaar geleden een huis in Bergen gekocht voor 700.000 euro, terwijl zijn oude huis in Akersloot nog niet eens verkocht was, hij heeft twee boten van een meter of 14, 15. Hij heeft een huis in Portugal. Ik vind het knap dat je dat kan van een salaris van een fysiotherapeut. Ik wil het niet in verband brengen, maar zijn huis in Portugal ligt in de buurt van waar Maddy McCann is verdwenen. Ik denk zelf dat je in de richting van orgaanhandel moet zoeken. Een hart bracht in ’86 250.000 dollar op op de zwarte markt.”

Is daarmee Dinand  (of Dinant, Dynand of Dynant) Heiner, vriend van het slachtoffer toch een van de belangrijkste verdachten in de verdwijning van Lisette Vroege, vrijgepleit? George de Vries heeft nooit echt in zijn betrokkenheid geloofd: “Ze vielen over het feit dat hij bladzijden had gescheurd uit het dagboek van Lisette. Ik denk dat daar een heel logische verklaring voor is. Als jij een seksuele relatie met zo’n meisje hebt en zij schrijft misschien dingen daarover in haar dagboek, wil jij niet dat de politie dat leest of dat het misschien straks op tv wordt uitgezonden van hij deed dit of hij deed dat. Hoe onschuldig het misschien ook is: ik zou het er ook uit scheuren. Ik heb Dinand ooit gevonden in de Tempeliersstraat in Haarlem, ben niet bij hem langs geweest. Stel, je vrouw verdwijnt en ze komen jou daar even over doorzagen. Ten eerste zit je al met de spijt dat ze verdwenen is en dan gaan ze je misschien nog beschuldigen.”

We zullen het wellicht nooit weten, net als van zo veel andere raadselachtige verdwijningen: Tanja Groen, Natalee Holloway, noem maar op. Gelukkig heeft Corrie van der Valk bewezen dat niet elk mysterie eeuwig houdbaar is. Worden ze ooit opgelost? Als het aan ‘fantasten’ zoals George de Vries ligt, misschien wel.

Kijk ook de minidocu over Lisette Vroege:



 

Social influencers

12 maart 2018 door Frank Jacobs 1 Reactie

social influencers frank jacobsDe deur van de hospitality lounge gaat open. Een stuk of tien meisjes stromen de ruimte in. De meesten hebben een Picasso-pet of een belachelijke (maar ongetwijfeld modieuze) hoed boven hun duckface, sommigen dragen bont en allemaal kijken ze uit hun ogen of ze nodig moeten poepen. Het kan ook zijn dat ze zichzelf erg belangrijk vinden. De dame naast mij stoot me aan en knikt naar het circusachtige gezelschap. “Daar loopt een vermogen aan handtasjes de kamer binnen,” grinnikt ze.

We zijn bij de persintroductie van een nieuwe auto en dit zijn de social influencers. Terwijl wij, de ouderwetse vakpers, worden betaald door onze lezers om een onafhankelijk, weloverwogen en vakkundig oordeel over die nieuwe auto te vellen, laten deze clowns zich door de fabrikant betalen om bij dit evenement aanwezig te zijn. Toegegeven, die afhankelijkheid weten ze goed te verbergen: terwijl hun gast-(en brood-)heer trots de kwaliteiten van zijn nieuwe auto uitlegt, hebben de social infuencers alleen maar aandacht voor hun (ongetwijfeld ge-productplacede) smartphones. Aan fatsoen hangt blijkbaar een ander prijskaartje.



Ik loop al bijna een kwart eeuw mee in de autowereld en daarom valt het me op dat een branche, die tot voor kort zo progressief was als heksenverbranders, ineens volkomen doorslaat naar de andere kant. Onlangs was ik op reis voor een nieuw model van een automerk dat vooral door senioren wordt gekocht. Er was een meisje mee met een Instagram-account, maar zonder rijbewijs. Haar vriendje mocht ze meenemen, omdat hij een YouTube-account had. Uiteindelijk plaatste het meisje tien foto’s op haar Instagram-pagina, waarvan negen van het hotel en de stad en één met de auto in kwestie, hashtag het merk. Jammer voor het merk dat ze het merk verkeerd had gespeld. Daar heb je dan twee vliegtickets, een hotelkamer en een boel catering aan uitgegeven.

Social influencers. Het is nogal sneu dat er blijkbaar zo veel jongeren zijn die behoefte hebben aan dit soort types om ze te vertellen wat ze leuk en mooi dienen te vinden: een hele generatie mensen die niet in staat lijkt te zijn zelf een mening te vormen. Elke generatie heeft zijn zwakke vogeltjes, maar als je de volgersaantallen van die boos kijkende Instagrammeisjes mag geloven, is deze generatie bijna volledig zwakbegaafd.

Ik begrijp dat je, wanneer je lipgloss of maandverband verkoopt, alle belang hebt bij social influencers. Hun doelgroep is net voor het eerst ongesteld geworden en wil graag als een Oost-Europese callgirl op Tinder staan. Maar ze zijn nog vele jaren verwijderd van hun eerste autootje. Dat lijken de automerken zich niet te realiseren. Dat je ‘volgers’ heel eenvoudig kunt kopen, lijkt in de autoburelen evenmin te zijn doorgedrongen. Een niet nader te noemen importeur van een mainstream-merk heeft van zijn fabriek de opdracht gekregen tachtig procent van het pr-budget te besteden aan meisjes met gekke hoedjes. Van een niet nader te noemen premium-merk weet ik dat ze overwegen een professioneel autoblad geen testwagens meer mee te geven omdat het te kritisch zou zijn. Liever laten ze vloggertjes en social influencers in hun merk rijden. Die hebben geen benul, maar zeggen precies wat ze in de mond gelegd krijgen, mits dat op een bedje van euro’s is.

Uiteindelijk is het allemaal marktwerking. Het publiek wil niet langer betalen voor content, maar de makers van die content hebben nog steeds een hypotheek en boodschappen te betalen. Dus gaan producenten betalen voor die content en moet het publiek genoegen nemen met recensies van mensen die tegen betaling zeggen wat de producenten willen dat ze zeggen.

You pay peanuts, you get monkeys. Of moeilijk kijkende meisjes met gekke hoedjes. Ik hoop dat hun expertise je straks behulpzaam zal zijn wanneer je moet kiezen aan welk model je die veertig mille besteedt.



Het duistere verleden van BMW-familie Quandt

9 mei 2017 door Frank Jacobs Reageer

De familie Quandt geldt als de rijkste van Duitsland, maar hult zich het liefst in stilzwijgen en anonimiteit. Daar hebben ze zo hun redenen toe, want hoewel BMW zijn voortbestaan na de jaren vijftig grotendeels aan de Quandts te danken heeft, is de familiegeschiedenis een aaneenschakeling van duistere geheimen over afpersing, gerommel met aandelen, seksschandalen en dwangarbeid.

Herbert Quandt.

Tegen het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw is het nu zo sterke BMW op leven na dood. Een overname door aartsrivaal Daimler-Benz lijkt onvermijdelijk, de weerstand van aandeelhouders en personeel ten spijt. Maar dan komt er hulp uit onverwachte hoek. De grootindustrieel Herbert Quandt, die samen met zijn halfbroer een belang in BMW beheert, is onder de indruk van de strijdvaardigheid van de BMW-mensen en besluit daarom zijn schouders onder een reddingsplan te zetten. Met zijn financiële injecties en overtuigingskracht bereikt hij dat de banken weer vertrouwen in BMW krijgen, zijn saneringsplan wordt goedgekeurd, een nieuwe modellenreeks (Neue Klasse, begonnen met de 1500) pakt heel succesvol uit en in 1964 is het bedrijf weer gezond.
Het is een prestatie van topniveau waar talloze mensen, van medewerkers van toen tot autoliefhebbers van nu, Herbert Quandt dankbaar voor mogen zijn. De naam Quandt is onlosmakelijk met BMW verbonden, maar de geschiedenis van de familie, tegenwoordig de rijkste van Duitsland, kent een aantal heel rotte plekken.

Nederlandse familie

Emil Quandt wordt in de late jaren van de industriële revolutie geboren uit een van oorsprong Nederlandse familie. Ze zijn eerder hun vaderland ontvlucht, wanneer keizer Wilhelm I in eigen land vervolgde protestanten oproept naar Pruisen te komen. De Quandts zijn dan nog niet rijk, maar in 1883 weet Emil dankzij een huwelijk met de dochter van een industrieel een bestaande textielfabriek over te nemen, die onder meer legeruniformen produceert. Met een tweede overname in 1900 consolideert hij de basis van een nieuwe industriële dynastie. Zijn zoon Günther klimt al gauw hoog op in het familiebedrijf en weet tijdens de Eerste Wereldoorlog hoofdleverancier van het leger te worden. Na de oorlog stapt Günther ook in de chemische industrie en weet hij een meerderheidsbelang in de AFA (Akkumulatorenfabrik Aktiengesellschaft, het latere Varta) accufabriek te verwerven. Hij stuurt negatieve verhalen over AFA de wereld in, waardoor de aandelen kelderen en hij ze goedkoop kan binnenhalen. Kort daarop komt AFA met nieuwe technieken, zodat de koersen weer stijgen. Dankzij dit soort gehaaide acties weet Günther Quandt de economische recessie van 1929, die de hele wereld en Duitsland in het bijzonder keihard treft, ongeschonden door te komen. Ook in de wapenindustrie ziet Günther brood en weet hij zich binnen te werken.



Joodse naam

In februari 1920 leert Günther de 19-jarige Magda Friedländer kennen. De vrouw heeft ondanks haar jeugdige leeftijd al een roerig leven achter de rug; geboren uit een ongetrouwde moeder, een biologische- en stiefvader die om haar aandacht ruziën en een vrijage met een zoon uit een Joods gezin. Naar verluidt ziet Magda in de dan twee keer zo oude Günther Quandt een ticket naar de jetset en anderhalf jaar later is het kersverse stel getrouwd. Voor het zover is, moet Magda wel de achternaam van haar stiefvader vervangen door die van haar biologische vader Ritschel, omdat Friedländer naar Quandts smaak te Joods klinkt. Het huwelijk levert zoon Harald op, maar het nodige geluk blijft uit. Het grote leeftijdsverschil gaapt als een kloof tussen beide echtelieden en wanneer Günter het beu is dat zijn jonge vrouw haar amoureuze vertier keer op keer elders zoekt (onder meer bij Helmuth, Günthers oudste zoon uit zijn vorige huwelijk, de neef van de latere Amerikaanse president Hoover en een Joods-Russische advocaat), zet hij haar het huis uit.

De bruiloft van Joseph Goebbels. Naast hem de jonge Günther Quandt, daarachter Hitler.

Goebbels

Door met openbaring van compromitterende documenten te dreigen, weet Magda een lucratieve regeling uit de echtscheiding te trekken. Magda gaat in Berlijn aan de slag voor de NSDAP, leert daar Joseph Goebbels kennen en trouwt in december 1931 met hem. Het huwelijk brengt Magda in de hoogste nazikringen en levert Harald Quandt een naar huidige normen uitermate ongelukkig gekozen stiefvader op. De jonge Harald is aanwezig bij de voltrekking, waarbij Adolf Hitler als getuige van Goebbels optreedt. Sommige historici menen dat Quandts moeder later  zelfs de minnares van Hitler werd.
Het is dan ook aan de 23-jarige Harald Quandt dat in de lente van 1945, wanneer die krijgsgevangen is, de afscheidsbrief  van Marga Goebbels, die in de Führerbunker in Berlijn samen met haar man hun zes kinderen vermoordt en daarna zelfmoord pleegt, is gericht.

Adolf Hitler

Deze onhandige liaison is echter niet de enige verbintenis tussen de familie Quandt en de nazi’s. Verre van dat, want al in 1931 zit vader Quandt bij het groepje industriëlen dat Adolf Hitler financiële steun in het vooruitzicht stelt, een belofte die hij twee jaar later inlost door 25 duizend reichsmark te schenken. Dat blijkt een goede investering, want in 1937 wordt hij benoemd tot Wehrwirtschaftsführer, naast mannen als Wilhelm Messerschmitt, vader en zoon Krupp en Ferdinand Porsche. Dat is weliswaar maar een eretitel, maar de grote opdrachten volgen weldra. Opnieuw levert Quandt uniformen voor het leger, maar ook accu’s voor duikboten en V2-raketten, wapens en munitie. Voor de productie daarvan maakt Quandt gebruik van dwangarbeid door krijgsgevangenen en mensen uit concentratiekampen. Twee van de fabrieken beschikken zelfs over een eigen (dependance) concentratiekamp, Auβenlager genaamd, waaronder een inclusief executieplaats. Zijn concurrentiepositie weet Quandt nog meer te verstevigen door de onteigende bedrijven van Joden ver onder de marktwaarde over te nemen. Wellicht het meest schrijnende voorbeeld is de Luxemburgse ondernemer Léon Laval, die door de Gestapo wordt gedwongen zijn accufabriek Tudor aan Quandt te verkopen. De man weigert en verdwijnt in een concentratiekamp.

Neurenbergprocessen

Na de Duitse nederlaag weet Günther Quandt de dans redelijk te ontspringen. Hij wordt weliswaar gevangen genomen door de Amerikanen en blijft twee jaar in voorarrest, maar omdat een aantal belastende documenten, die in handen zijn van de Engelse bezettingsmacht, nooit aan de Amerikanen worden doorgespeeld, blijft Quandt tijdens de processen van Nürnberg een aanklacht bespaard en wordt zijn rol in het Derde Rijk afgedaan als die van een meeloper. Het heeft er in elk geval alle schijn van dat zijn medewerking aan de nazigruwelen niet werden gedreven door politieke overtuiging, maar zakelijk opportunisme. Een mager excuus, maar in zijn memoires laat hij optekenen dat hij het betreurt dat niet meer mensen Mein Kampf voor de oorlog hebben gelezen: “Misschien was het meest gruwelijke hoofdstuk uit de Duitse geschiedenis ons dan bespaard gebleven. Ik neem het mezelf kwalijk dat ik Hitler niet serieuzer heb genomen.” In 1954 overlijdt de spijtoptant op 73-jarige leeftijd.

Met de 1500 redde Quandt BMW.

BMW

Dan zijn zijn beide zoons, Herbert uit zijn eerste en Harald uit zijn tweede huwelijk met de later mevrouw Goebbels, voor ieder de helft eigenaar van het opgebouwde familievermogen. De halfbroers verdelen de taken; Harald doet de metaalindustrie en machinebouw, Herbert zorgt voor de textiel-, chemie-, elektro- en automotive-takken. Laatstgenoemde is dan ook degene die het familieaandeel in BMW aanwendt om het merk voor de ondergang te behoeden.
Harald valt in die jaren voornamelijk op als luchtvaartenthousiast en dat kost hem uiteindelijk ook zijn leven. In 1967 vliegt hij met het zakenvliegtuig van de firma in het noordwesten van Italië tegen een bergwand, nadat waarschijnlijk alle instrumenten zijn uitgevallen. De precieze toedracht van het ongeluk is nooit opgehelderd. Zijn deel van het familiekapitaal wordt sindsdien beheerd door zijn vijf dochters.

Herbert Quandt weet ondanks zijn drukke zakenleven nog genoeg tijd vrij te maken voor de meer aangename kanten des levens. Hij trouwt driemaal, wat vier dochters en twee zonen oplevert: Sylvia, Sonja, Sabina, Sven, Susanne en Stefan. Hij heeft een duidelijke voorkeur voor de letter S.

Herbert en Johanna Quandt.

Blindheid

Wanneer Herbert Quandt in juni 1982 overlijdt, is het zijn derde vrouw Johanna die de zakelijke teugels van de familie overneemt. Geboren in Berlijn als Johanna Maria Bruhn in 1926 komt ze midden jaren vijftig als diens nieuwe assistente het kantoor van Herbert binnenlopen en al gauw weet ze haar baas zakelijk te beïnvloeden. In 1960 wordt Johanna de derde mevrouw Quandt en krijgt het stel twee kinderen, Susanne en Stefan. Omdat Herberts altijd al slechte gezichtsvermogen afglijdt naar totale blindheid, leest Johanna haar echtgenoot dagelijks alle financiële kranten voor. Hierdoor heeft ze tegen de tijd dat haar man overlijdt een uitstekend zakelijk inzicht ontwikkeld. Het weduwschap levert haar 16,7 procent BMW op en ze treedt toe tot de raad van commissarissen, waar ze later vicevoorzitter van wordt.

Nazimisdaden

Het is met name Johanna Quandt die grote waarde hecht aan een anoniem bestaan, maar dat genoegen wordt haar op haar oude dag niet meer gegund. In 2007 zendt de Duitse zender ARD een documentaire uit met de titel ‘Das Schweigen der Quandts/Silence of the Quandt’ (het stilzwijgen van de Quandts), waarin de betrokkenheid van de familie bij de nazimisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog genadeloos worden onthuld en aan de hand van talloze documenten wordt aangetoond dat het familiekapitaal grotendeels over de ruggen van oorlogsslachtoffers verworven is. De dwangarbeiders in de accufabriek werden aan dodelijke gassen blootgesteld en Günther Quandt ‘bestelde’ tachtig nieuwe gevangenen per maand bij de nazi’s om de slachtoffers te vervangen.

Dakar

Alleen Sven Quandt, zoon uit Herberts tweede huwelijk, werkt mee aan de uitzending, maar maakt de verontwaardiging alleen nog maar groter door elke vorm van schuld af te slaan. ‘We moeten eindelijk eens proberen dit te vergeten. In andere landen in heel de wereld zijn ook dergelijke dingen gebeurd, daar hoor je niemand meer over.’ Dat Sven Quandt met zijn dure motorsporthobby (X-Raid, Dakar) lekker geniet van dat vermeend vuile geld, maakt zijn bagatelliserende uitspraken er niet fraaier op. Stefan Quandt vergoelijkt het tegenover het Handelsblatt later met de woorden “Mijn neef was niet op die vraag voorbereid.”

Susanne Quandt met echtgenoot Jan Klatten.

Buitenechtelijke affaire

Ellende genoeg voor de Quandtjes, maar een ongeluk komt nooit alleen. Kort voor de pijnlijke onthullingen in de documentaire knoopt Susanne een buitenechtelijke affaire aan met een Zwitser, die haar met gladde praatjes forse sommen geld weet te ontfutselen. Maar wat ze niet weet is dat deze Heig Sgarbi een lange staat van dienst heeft in het verleiden en afpersen van rijke, eenzame dames en dat hij een handlanger heeft die de liefdesdaad heeft gefotografeerd en gefilmd. Wanneer Susanne Klatten na de ARD-onthullingen een eind maakt aan de affaire, komt Sgarbi met de compromitterende beelden op de proppen en eist hij opnieuw geld. Maar ditmaal toont Klatten de ballen die je van Duitslands rijkste zakenvrouw mag verwachten. Ze biecht alles op aan haar man en neemt haar afperser zo de wind uit de zeilen. Op de afgesproken plek van de overdracht wacht Sgarbi niet Susanne Klatten met een koffer geld, maar een arrestatieteam met getrokken wapens en de Zwitserse oplichter verdwijnt voor zes jaar achter de tralies. Zijn excuus dat hij handelde uit wraak voor wat de Quandts zijn Joodse grootvader zouden hebben aangedaan, overtuigt de rechters niet.

Playboy

Dat kan natuurlijk niet verhinderen dat de affaire breed wordt uitgemeten en dat de geplaagde miljardairsfamilie zelfs wordt geconfronteerd met een verfilming van de zaak, ‘In der Falle’. Maar, als we een oud gezegde even mogen verbouwen: ongelukkig in de liefde, gelukkig in het spel. Volgens berekeningen van het Duitse Manager Magazin waren Susanne en haar broer Stefan afgelopen jaar goed voor dertig miljard euro en dat biedt natuurlijk wel wat speelruimte wanneer een louche playboy je het vel over de oren probeert te trekken. En al hebben de Quandts dan nooit de spijt betuigd die menigeen graag zou zien over de herkomst van hun spaarcentjes, Susanne heeft vorig jaar maar liefst honderd miljoen euro gereserveerd om maatschappelijk minder bedeelden een betere toekomst te geven. Een aflaat waar je U tegen mag zeggen en daar kan halfbroer Sven nog wat van kan leren met zijn raceteam.

Dit artikel verscheen eerder in AutoWeek.

Ferdinand Piëch, de geniale megalomaan van Volkswagen

16 maart 2017 door Frank Jacobs Reageer

Ferdinand Piëch wordt op 17 april 1937 in Wenen geboren als zoon van advocaat Anton Piëch en Louise Porsche, de zus van Ferry en dochter van Ferdinand Porsche sr. Anton Piëch heeft als rechterhand van Louises vader een belangrijke bijdrage geleverd aan het succes van de onderneming Porsche. Ferdinand Piëch is het derde kind uit dit huwelijk; na hem volgt nog een vierde.

Na een studie werktuigbouwkunde in Zürich treedt Piëch in 1963 in dienst van Porsche, dat op dat moment wordt geleid door zijn oom Ferry. Daar klimt hij algauw op tot de ontwikkelingsafdeling, om in 1971 technisch bedrijfsleider te worden. Daar bemoeit hij zich onder meer met de racerij (onder meer de roemruchte Porsche 917), een bezigheid die door zijn oom met fronsend voorhoofd wordt gadegeslagen, doch gedoogd; Ferry trekt het commerciële nut van die dure liefhebberij in twijfel. Maar het is een ander probleem dat Piëchs carrière bij Porsche voortijdig beëindigt. Dan al leven de families Piëch en Porsche in voortdurende onmin met elkaar, en Ferry Porsche besluit daarom in 1972 dat familieleden geen deel meer mogen uitmaken van de bedrijfsleiding van Porsche KG.

Piëch ruimt noodgedwongen zijn bureau in Zuffenhausen leeg en begint zijn eigen ingenieursbureau in Stuttgart, waar hij voor Daimler-Benz een vijfcilinder dieselmotor ontwikkelt. Zijn vrije ondernemerschap duurt niet lang, want later datzelfde jaar treedt Piëch in dienst van Audi, waar hij een leidinggevende functie op de ontwikkelingsafdeling aanvaardt. Ook daar verdiept hij zich in de vijfcilindertechniek met in 1976 de Audi 100 5E als resultaat. Later ontstaan onder zijn supervisie de Audi Quattro, de V8 en de direct ingespoten diesel TDI.

De overstap naar Volkswagen AG volgt op 1 januari 1993, wanneer hij daar wordt aangesteld als CEO. Op dat moment staat de onderneming er tamelijk beroerd voor. Er wordt amper winst gemaakt en het is aan Piëch om dat tij te keren. Zijn speerpunten in die missie zijn het optimaliseren van de productie-efficiëntie en de kwaliteitsstandaard; twee variabelen die eerder omgekeerd dan recht evenredig aan elkaar zijn. Om de klus toch te klaren kaapt hij bij General Motors inkoper José Ignacio López weg. Deze Spanjaard is meester in het uitknijpen van toeleveranciers, maar blijkt behalve zeven medewerkers ook dozen vol vertrouwelijke documenten uit Detroit te hebben meegenomen, een ordinair staaltje bedrijfsspionage. De López-affaire loopt zo hoog op dat president Clinton en bondskanselier Kohl eraan te pas moeten komen.



Ondanks die pijnlijke affaire weet Piëch van Volkswagen AG weer een gezonde, winstgevende onderneming te maken. Maar niet al zijn wapenfeiten zijn onomstreden. Enige megalomanie kan de man niet worden ontzegd en naast het binnenslepen van onder meer Bentley en Lamborghini uit zich dat ook in projecten als de Phaeton en Touareg, modellen waarmee hij Volkswagen in het topsegment wil positioneren.

In 2002 treedt Piëch, gedwongen door zijn pensioengerechtigde leeftijd, af als CEO, maar hij neemt meteen een nieuw stel stevige teugels in handen als voorzitter van de raad van toezicht. Naast die teugels hanteert hij ook de zweep, wanneer hij in 2006 als een donderslag bij heldere hemel zijn opvolger Bernd Pischetsrieder de wacht aanzegt. Naar verluidt doet hij dit omdat Pischetsrieder enkele verliesgevende stokpaardjes van Piëch, waaronder de Phaeton, wil wegbezuinigen. Piëch schuift zijn jarenlange protégé Martin Winterkorn naar voren als nieuwe CEO en op die manier weet hij zijn grip op de firma nog verder te verstevigen.

In de jaren die volgen, zijn Piëch en Winterkorn een onafscheidelijk duo, waarvoor iedereen bij Volkswagen AG buigt tot de neus de tenen raakt. Maar in 2015 lijkt Winterkorn hetzelfde lot beschoren als zijn voorganger Pischetsrieder. In een interview in Der Spiegel choqueert Piëch de wereld met de legendarische woorden ‘Ich bin auf Distanz zu Winterkorn’. Vrij vertaald: ik neem afstand. Maar ditmaal bijt de hyena zijn tanden stuk; neef en medecommissaris Wolfgang Porsche neemt op zijn beurt afstand van Piëchs uitspraak en nog negen commissarissen doen datzelfde, waardoor niet Winterkorn, maar Piëch zelf wankelt. Kort daarop blijkt dat Piëch Matthias Müller (op dat moment CEO Porsche AG) al in de startblokken heeft staan, waarop Piëch de eer aan zichzelf houdt door zich samen met zijn (derde) vrouw Ursula, die ook commissaris is, terug te trekken. Vijf maanden later sneuvelt Winterkorn alsnog op dieselgate, om te worden opgevolgd door Müller; Piëch krijgt in tweede instantie dus zijn zin.

Vanaf dat moment lijkt Piëch van de (auto)wereldbodem verdwenen. De man die decennia lang het gezicht van Volkswagen was en geen beurs oversloeg, wordt nergens meer gezien of gehoord. Het enige ‘nieuws’ dat nog over hem naar buiten komt, betreft een rijdende rechter-achtig akkefietje met zijn buren in zijn buitenhuis aan de Oostenrijkse Wörthersee, waar hij elke jaar kruipend terug kan na een bezoek aan het befaamde en beruchte GTI-treffen.

Februari 2017 blijkt echter dat hij een getuigenis heeft afgelegd tegen Winterkorn, die vervolgd wordt in het dieselschandaal. Piëch zou verklaard hebben dat Winterkorn veel eerder dan hij zelf zegt op de hoogte was van het gesjoemel met uitstootwaarden. Is dat de reden waarom Piëch in april 2015 zijn zo omstreden uitspraak over Winterkorn deed?

Van het toneel verdwenen of niet, vervelen hoeft de inmiddels bijna tachtigjarige patriarch zich niet. Hij heeft bij vier vrouwen in totaal twaalf kinderen verwekt. Vijf daarvan hebben zijn eerste echtgenote Corina von Planta als moeder. Twee ontsproten aan zijn verhouding met Marlene, de ex-vrouw van zijn neef Gerhard Porsche, twee zijn de vrucht van een andere affaire en met zijn huidige vrouw Ursula, die de familie ooit binnenkwam als kindermeisje van Ferdinand en Marlene, kreeg Piëch zijn – vooralsnog – laatste drie nakomelingen. Dat kan dus een gezellige bende zijn aan de kersttafel bij de Piëchjes, vooropgesteld dat de twistziekte waar de oudere telgen van de familie aan lijden, niet erfelijk is. Want het is op zijn zachtst gezegd fascinerend dat mensen die ieder vermogend genoeg zijn om het begrotingstekort van een modern westers land uit eigen zak af te lossen, al decennialang over elkaar heen buitelen, vechtend om de laatste aandelen en rotcenten.

Dit artikel verscheen eerder op autoweek.nl. 

De opkomst van de tekschrijver, de ondergang van de journalist

20 mei 2016 door Frank Jacobs 2 Reacties

Nee, dat is geen tikfout. Ik ga het niet hebben over tekstschrijvers, dat is een uitstervend ras. Tekstschrijvers zijn namelijk mensen die goede teksten schrijven en daar hun boterham mee verdienen. En boterhammen verdienen, dat is heel 2015. In 2016 outsourcen we alles naar lagelonenlanden. Helaas spreken ze daar geen Nederlands, dus het schrijven van teksten kun je niet over een Indiase schutting flikkeren. Dus blijven de media met dat laatste beetje werkgelegenheid in hun maag zitten. Hoe lossen ze dat op? Onlangs zag ik een advertentie frank jacobs telegraaf zzp vrijwilliger freelancevan een landelijk dagblad, waarin ze om een freelance webredacteur vroegen. Na een lange lijst hoge eisen, waaronder de bereidheid weekenddiensten te draaien, kwam een heel overzichtelijke opsomming met wat de krant te bieden had: redelijke koffie gratis en een starttarief van, hou je vast, vijftien euro per uur. Dan zijn we hard op weg zelf een lagelonenland te worden.

Vijftien euro per uur voor een journalist, iemand van wie een behoorlijke opleiding, grote creativiteit en bovengemiddeld brede ontwikkeling worden verwacht. Een vrachtwagenchauffeur krijgt als ZZP-er gemiddeld 28 euro en een tegelzetter stopt als zelfstandige zonder pensioen een bescheiden 32 euro in de zak van zijn overall. In mijn stad begint zich een complete subcultuur te vormen van amateurmedia. Online tijdschriften, gemaakt door mensen met veel vrije tijd die altijd al journalist wilden worden. Lokale ondernemers vertellen in ellenlange interviews dat ‘de klant altijd voorop staat’ en dat ‘zij pas tevreden zijn als u dat bent’. Gevolgd door een advertentie van hun eigen nagelstudio, rijschool of schoonmaakbedrijf. De enige die het lezen zijn ze zelf en de auteur. Maar ach, dat ziet niemand.



We hebben in de stad sinds kort zelfs een eigen radio- en tv-zender. Onze lokale Rupert Murdoch toetert dat hij al meer dan honderd medewerkers op zijn loonlijst heeft, maar de werkelijkheid is dat hij bijna uitsluitend vrijwilligers achter de geraniums vandaan heeft geplukt, die hij in een met gemeentesubsidie bekostigde studio van de straat houdt. Dat laatste is op zich lovenswaardig, maar noem het beestje dan wel gewoon bij zijn naam: sociale werkplaats.

Bezopen, maar de kroon wordt gespannen door de gevestigde orde. Een van ‘s lands grootste uitgeverijen is op zoek naar schrijvers. Mensen die, zo jubelt bijgaande advertentie, voor de kat z’n kut teksten willen schrijven, voor dat geld ook nog voor beeld moeten zorgen en dat alles onder druk van een snoeistrakke deadline. Mensen moeten het leuk vinden om te schrijven; ik ben benieuwd of die mensen ook hypotheekverstrekkers hebben die het leuk vinden om hun hypotheken te verstrekken en bakkers die het leuk vinden brood voor ze te bakken. Vanavond rijd ik zonder betalen weg bij de pomp. Leuk toch voor die pomphouder dat ik uitgerekend bij hem kwam tanken? Met een beetje mazzel komt het nog in Opsporing Verzocht ook: allemaal free publicity. Leuk!

Ooit maakte ik van mijn hobby mijn beroep, nu maakt dit soort uitgeverijen van mijn beroep weer een hobby. Gelukkig hebben ze de advertentie ook door een amateur op laten stellen, getuige de taalfouten. Dan zijn we tenminste nog gewaarschuwd voor wat we straks mogen verwachten van al die vrijwillige tekstschrijvers.

  • 1
  • 2
  • 3
  • Volgende pagina »

Over Frank Jacobs

Frank Jacobs (1966) is crossmediaal en multimediaal journalist en schrijft, fotografeert en filmt voor onder meer AutoWeek, NU.nl, Quest Historie, GTO Magazine en Lifestyle Almere. Daarnaast presenteert hij autoprogramma’s op AutoWeek TV en voorheen Discovery Channel.

Hij studeerde automobiel management en Frans en woonde en werkte jarenlang afwisselend in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Spanje.

Lees meer over Frank Jacobs.

Zoeken

Copyright 2015 | Frank Jacobs | KvK Almere 62518755