Frank Jacobs

journalist, schrijver en autojournalist

  • Artikelen
    • Lost in Transition: energietransitie, maar dan?
    • Karin Slaughter over Tesla
    • Dodenvlucht Neptune 212 wellicht diefstal
    • Neptune 212: dodenvlucht boven Katwijk
    • Dakota 079: de weggemoffelde vliegramp van Biak
    • Het duistere verleden van BMW-familie Quandt
    • Religieuze moord op zee: het geheim van de KW 171
    • Ferdinand Piëch, de geniale megalomaan van Volkswagen
    • Volkswagen: familievetes en stoeltjewip
    • De verdwenen Porsche van James Dean
    • Terugkeer van een dode baron (2)
    • Terugkeer van een dode baron
    • Portfolio
  • Columns
    • Omgekeerde vlaggen en boerenzakdoeken: zo herken je de simpelen van geest
    • Armoede los je zo op
    • Veevervoer? Complimenten aan Schiphol!
    • Eva Vlaardingerbroek, ga dansjes doen op TikTok
    • Paybacktime
    • Franse probleemjongeren welkom in Nederland
    • Windmolenparken op zee
    • Zijn katten invasieve exoten?
    • Zijn wielrenners asociaal?
    • Second Love: daten voor proleten
    • NewSpace: hoogplassen voor miljardairs
    • Corona: de aarde haalt opgelucht adem
    • Corona: een lesje in bescheidenheid
    • Corona: de zeven pluspunten
    • 2019 en mijn ingebeelde vriend
    • Zwarte Piet? Zand erover
    • De leugens van Koos Spee
    • Foei Halsema!
    • Een dagje aan het strand
    • De mysterieuze verdwijning van Anja Schaap: wat houdt de politie achter?
    • Wannabe-journalisten
    • Thierry Baudet: omfloerste poep
    • Arbeidsparticipatie: een pakketje schroot met een dun laagje chroom
    • Like me of zwijg
    • Vuurwerk? Rot op!
    • Lisette Vroege slachtoffer orgaanhandel?
    • Waarom Schiphol op zee bezopen is
    • Duitsland huichelland
    • Referendum: onderbuikdenkers aan de macht
    • Social influencers
    • Coen was een held
    • Aangifte doen is voor mietjes
    • 2018, het jaar van het non-nieuws
    • Wanneer wordt Lisette Vroege gevonden?
    • Waarom een dierenleven meer waard is dan een mensenleven
    • Boom!
    • Brexit? We still love you!
    • De opkomst van de tekschrijver, de ondergang van de journalist
    • Autojournalist
    • Dit is er mis met grote organisaties
    • Plastic tasjes
    • De armoedegolf van 2035: Zelfstandigen Zonder Perspectief
    • Verlengstuk
    • Vel d’Hiv: hoe bootvluchtelingen je vakantie bederven
    • Terug in je kist!
  • Korte verhalen
    • De Laatste Pomp – kort verhaal
    • Ik deel hier de lakens uit – kort verhaal
    • Broedertwist
  • Foto
    • Photography
  • Video
    • Documentaires
    • Autoweek TV
    • Fifth Gear Europe
    • Tuf-tuf Club op TV
  • Contact
    • Over Frank
    • Contact
    • English
    • Français
    • Deutsch
  • Email
  • Facebook
  • Google+
  • Instagram
  • LinkedIn
  • Twitter
  • YouTube
Contact

Social influencers

12 maart 2018 door Frank Jacobs 1 Reactie

social influencers frank jacobsDe deur van de hospitality lounge gaat open. Een stuk of tien meisjes stromen de ruimte in. De meesten hebben een Picasso-pet of een belachelijke (maar ongetwijfeld modieuze) hoed boven hun duckface, sommigen dragen bont en allemaal kijken ze uit hun ogen of ze nodig moeten poepen. Het kan ook zijn dat ze zichzelf erg belangrijk vinden. De dame naast mij stoot me aan en knikt naar het circusachtige gezelschap. “Daar loopt een vermogen aan handtasjes de kamer binnen,” grinnikt ze.

We zijn bij de persintroductie van een nieuwe auto en dit zijn de social influencers. Terwijl wij, de ouderwetse vakpers, worden betaald door onze lezers om een onafhankelijk, weloverwogen en vakkundig oordeel over die nieuwe auto te vellen, laten deze clowns zich door de fabrikant betalen om bij dit evenement aanwezig te zijn. Toegegeven, die afhankelijkheid weten ze goed te verbergen: terwijl hun gast-(en brood-)heer trots de kwaliteiten van zijn nieuwe auto uitlegt, hebben de social infuencers alleen maar aandacht voor hun (ongetwijfeld ge-productplacede) smartphones. Aan fatsoen hangt blijkbaar een ander prijskaartje.



Ik loop al bijna een kwart eeuw mee in de autowereld en daarom valt het me op dat een branche, die tot voor kort zo progressief was als heksenverbranders, ineens volkomen doorslaat naar de andere kant. Onlangs was ik op reis voor een nieuw model van een automerk dat vooral door senioren wordt gekocht. Er was een meisje mee met een Instagram-account, maar zonder rijbewijs. Haar vriendje mocht ze meenemen, omdat hij een YouTube-account had. Uiteindelijk plaatste het meisje tien foto’s op haar Instagram-pagina, waarvan negen van het hotel en de stad en één met de auto in kwestie, hashtag het merk. Jammer voor het merk dat ze het merk verkeerd had gespeld. Daar heb je dan twee vliegtickets, een hotelkamer en een boel catering aan uitgegeven.

Social influencers. Het is nogal sneu dat er blijkbaar zo veel jongeren zijn die behoefte hebben aan dit soort types om ze te vertellen wat ze leuk en mooi dienen te vinden: een hele generatie mensen die niet in staat lijkt te zijn zelf een mening te vormen. Elke generatie heeft zijn zwakke vogeltjes, maar als je de volgersaantallen van die boos kijkende Instagrammeisjes mag geloven, is deze generatie bijna volledig zwakbegaafd.

Ik begrijp dat je, wanneer je lipgloss of maandverband verkoopt, alle belang hebt bij social influencers. Hun doelgroep is net voor het eerst ongesteld geworden en wil graag als een Oost-Europese callgirl op Tinder staan. Maar ze zijn nog vele jaren verwijderd van hun eerste autootje. Dat lijken de automerken zich niet te realiseren. Dat je ‘volgers’ heel eenvoudig kunt kopen, lijkt in de autoburelen evenmin te zijn doorgedrongen. Een niet nader te noemen importeur van een mainstream-merk heeft van zijn fabriek de opdracht gekregen tachtig procent van het pr-budget te besteden aan meisjes met gekke hoedjes. Van een niet nader te noemen premium-merk weet ik dat ze overwegen een professioneel autoblad geen testwagens meer mee te geven omdat het te kritisch zou zijn. Liever laten ze vloggertjes en social influencers in hun merk rijden. Die hebben geen benul, maar zeggen precies wat ze in de mond gelegd krijgen, mits dat op een bedje van euro’s is.

Uiteindelijk is het allemaal marktwerking. Het publiek wil niet langer betalen voor content, maar de makers van die content hebben nog steeds een hypotheek en boodschappen te betalen. Dus gaan producenten betalen voor die content en moet het publiek genoegen nemen met recensies van mensen die tegen betaling zeggen wat de producenten willen dat ze zeggen.

You pay peanuts, you get monkeys. Of moeilijk kijkende meisjes met gekke hoedjes. Ik hoop dat hun expertise je straks behulpzaam zal zijn wanneer je moet kiezen aan welk model je die veertig mille besteedt.



Het duistere verleden van BMW-familie Quandt

9 mei 2017 door Frank Jacobs Reageer

De familie Quandt geldt als de rijkste van Duitsland, maar hult zich het liefst in stilzwijgen en anonimiteit. Daar hebben ze zo hun redenen toe, want hoewel BMW zijn voortbestaan na de jaren vijftig grotendeels aan de Quandts te danken heeft, is de familiegeschiedenis een aaneenschakeling van duistere geheimen over afpersing, gerommel met aandelen, seksschandalen en dwangarbeid.

Herbert Quandt.

Tegen het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw is het nu zo sterke BMW op leven na dood. Een overname door aartsrivaal Daimler-Benz lijkt onvermijdelijk, de weerstand van aandeelhouders en personeel ten spijt. Maar dan komt er hulp uit onverwachte hoek. De grootindustrieel Herbert Quandt, die samen met zijn halfbroer een belang in BMW beheert, is onder de indruk van de strijdvaardigheid van de BMW-mensen en besluit daarom zijn schouders onder een reddingsplan te zetten. Met zijn financiële injecties en overtuigingskracht bereikt hij dat de banken weer vertrouwen in BMW krijgen, zijn saneringsplan wordt goedgekeurd, een nieuwe modellenreeks (Neue Klasse, begonnen met de 1500) pakt heel succesvol uit en in 1964 is het bedrijf weer gezond.
Het is een prestatie van topniveau waar talloze mensen, van medewerkers van toen tot autoliefhebbers van nu, Herbert Quandt dankbaar voor mogen zijn. De naam Quandt is onlosmakelijk met BMW verbonden, maar de geschiedenis van de familie, tegenwoordig de rijkste van Duitsland, kent een aantal heel rotte plekken.

Nederlandse familie

Emil Quandt wordt in de late jaren van de industriële revolutie geboren uit een van oorsprong Nederlandse familie. Ze zijn eerder hun vaderland ontvlucht, wanneer keizer Wilhelm I in eigen land vervolgde protestanten oproept naar Pruisen te komen. De Quandts zijn dan nog niet rijk, maar in 1883 weet Emil dankzij een huwelijk met de dochter van een industrieel een bestaande textielfabriek over te nemen, die onder meer legeruniformen produceert. Met een tweede overname in 1900 consolideert hij de basis van een nieuwe industriële dynastie. Zijn zoon Günther klimt al gauw hoog op in het familiebedrijf en weet tijdens de Eerste Wereldoorlog hoofdleverancier van het leger te worden. Na de oorlog stapt Günther ook in de chemische industrie en weet hij een meerderheidsbelang in de AFA (Akkumulatorenfabrik Aktiengesellschaft, het latere Varta) accufabriek te verwerven. Hij stuurt negatieve verhalen over AFA de wereld in, waardoor de aandelen kelderen en hij ze goedkoop kan binnenhalen. Kort daarop komt AFA met nieuwe technieken, zodat de koersen weer stijgen. Dankzij dit soort gehaaide acties weet Günther Quandt de economische recessie van 1929, die de hele wereld en Duitsland in het bijzonder keihard treft, ongeschonden door te komen. Ook in de wapenindustrie ziet Günther brood en weet hij zich binnen te werken.



Joodse naam

In februari 1920 leert Günther de 19-jarige Magda Friedländer kennen. De vrouw heeft ondanks haar jeugdige leeftijd al een roerig leven achter de rug; geboren uit een ongetrouwde moeder, een biologische- en stiefvader die om haar aandacht ruziën en een vrijage met een zoon uit een Joods gezin. Naar verluidt ziet Magda in de dan twee keer zo oude Günther Quandt een ticket naar de jetset en anderhalf jaar later is het kersverse stel getrouwd. Voor het zover is, moet Magda wel de achternaam van haar stiefvader vervangen door die van haar biologische vader Ritschel, omdat Friedländer naar Quandts smaak te Joods klinkt. Het huwelijk levert zoon Harald op, maar het nodige geluk blijft uit. Het grote leeftijdsverschil gaapt als een kloof tussen beide echtelieden en wanneer Günter het beu is dat zijn jonge vrouw haar amoureuze vertier keer op keer elders zoekt (onder meer bij Helmuth, Günthers oudste zoon uit zijn vorige huwelijk, de neef van de latere Amerikaanse president Hoover en een Joods-Russische advocaat), zet hij haar het huis uit.

De bruiloft van Joseph Goebbels. Naast hem de jonge Günther Quandt, daarachter Hitler.

Goebbels

Door met openbaring van compromitterende documenten te dreigen, weet Magda een lucratieve regeling uit de echtscheiding te trekken. Magda gaat in Berlijn aan de slag voor de NSDAP, leert daar Joseph Goebbels kennen en trouwt in december 1931 met hem. Het huwelijk brengt Magda in de hoogste nazikringen en levert Harald Quandt een naar huidige normen uitermate ongelukkig gekozen stiefvader op. De jonge Harald is aanwezig bij de voltrekking, waarbij Adolf Hitler als getuige van Goebbels optreedt. Sommige historici menen dat Quandts moeder later  zelfs de minnares van Hitler werd.
Het is dan ook aan de 23-jarige Harald Quandt dat in de lente van 1945, wanneer die krijgsgevangen is, de afscheidsbrief  van Marga Goebbels, die in de Führerbunker in Berlijn samen met haar man hun zes kinderen vermoordt en daarna zelfmoord pleegt, is gericht.

Adolf Hitler

Deze onhandige liaison is echter niet de enige verbintenis tussen de familie Quandt en de nazi’s. Verre van dat, want al in 1931 zit vader Quandt bij het groepje industriëlen dat Adolf Hitler financiële steun in het vooruitzicht stelt, een belofte die hij twee jaar later inlost door 25 duizend reichsmark te schenken. Dat blijkt een goede investering, want in 1937 wordt hij benoemd tot Wehrwirtschaftsführer, naast mannen als Wilhelm Messerschmitt, vader en zoon Krupp en Ferdinand Porsche. Dat is weliswaar maar een eretitel, maar de grote opdrachten volgen weldra. Opnieuw levert Quandt uniformen voor het leger, maar ook accu’s voor duikboten en V2-raketten, wapens en munitie. Voor de productie daarvan maakt Quandt gebruik van dwangarbeid door krijgsgevangenen en mensen uit concentratiekampen. Twee van de fabrieken beschikken zelfs over een eigen (dependance) concentratiekamp, Auβenlager genaamd, waaronder een inclusief executieplaats. Zijn concurrentiepositie weet Quandt nog meer te verstevigen door de onteigende bedrijven van Joden ver onder de marktwaarde over te nemen. Wellicht het meest schrijnende voorbeeld is de Luxemburgse ondernemer Léon Laval, die door de Gestapo wordt gedwongen zijn accufabriek Tudor aan Quandt te verkopen. De man weigert en verdwijnt in een concentratiekamp.

Neurenbergprocessen

Na de Duitse nederlaag weet Günther Quandt de dans redelijk te ontspringen. Hij wordt weliswaar gevangen genomen door de Amerikanen en blijft twee jaar in voorarrest, maar omdat een aantal belastende documenten, die in handen zijn van de Engelse bezettingsmacht, nooit aan de Amerikanen worden doorgespeeld, blijft Quandt tijdens de processen van Nürnberg een aanklacht bespaard en wordt zijn rol in het Derde Rijk afgedaan als die van een meeloper. Het heeft er in elk geval alle schijn van dat zijn medewerking aan de nazigruwelen niet werden gedreven door politieke overtuiging, maar zakelijk opportunisme. Een mager excuus, maar in zijn memoires laat hij optekenen dat hij het betreurt dat niet meer mensen Mein Kampf voor de oorlog hebben gelezen: “Misschien was het meest gruwelijke hoofdstuk uit de Duitse geschiedenis ons dan bespaard gebleven. Ik neem het mezelf kwalijk dat ik Hitler niet serieuzer heb genomen.” In 1954 overlijdt de spijtoptant op 73-jarige leeftijd.

Met de 1500 redde Quandt BMW.

BMW

Dan zijn zijn beide zoons, Herbert uit zijn eerste en Harald uit zijn tweede huwelijk met de later mevrouw Goebbels, voor ieder de helft eigenaar van het opgebouwde familievermogen. De halfbroers verdelen de taken; Harald doet de metaalindustrie en machinebouw, Herbert zorgt voor de textiel-, chemie-, elektro- en automotive-takken. Laatstgenoemde is dan ook degene die het familieaandeel in BMW aanwendt om het merk voor de ondergang te behoeden.
Harald valt in die jaren voornamelijk op als luchtvaartenthousiast en dat kost hem uiteindelijk ook zijn leven. In 1967 vliegt hij met het zakenvliegtuig van de firma in het noordwesten van Italië tegen een bergwand, nadat waarschijnlijk alle instrumenten zijn uitgevallen. De precieze toedracht van het ongeluk is nooit opgehelderd. Zijn deel van het familiekapitaal wordt sindsdien beheerd door zijn vijf dochters.

Herbert Quandt weet ondanks zijn drukke zakenleven nog genoeg tijd vrij te maken voor de meer aangename kanten des levens. Hij trouwt driemaal, wat vier dochters en twee zonen oplevert: Sylvia, Sonja, Sabina, Sven, Susanne en Stefan. Hij heeft een duidelijke voorkeur voor de letter S.

Herbert en Johanna Quandt.

Blindheid

Wanneer Herbert Quandt in juni 1982 overlijdt, is het zijn derde vrouw Johanna die de zakelijke teugels van de familie overneemt. Geboren in Berlijn als Johanna Maria Bruhn in 1926 komt ze midden jaren vijftig als diens nieuwe assistente het kantoor van Herbert binnenlopen en al gauw weet ze haar baas zakelijk te beïnvloeden. In 1960 wordt Johanna de derde mevrouw Quandt en krijgt het stel twee kinderen, Susanne en Stefan. Omdat Herberts altijd al slechte gezichtsvermogen afglijdt naar totale blindheid, leest Johanna haar echtgenoot dagelijks alle financiële kranten voor. Hierdoor heeft ze tegen de tijd dat haar man overlijdt een uitstekend zakelijk inzicht ontwikkeld. Het weduwschap levert haar 16,7 procent BMW op en ze treedt toe tot de raad van commissarissen, waar ze later vicevoorzitter van wordt.

Nazimisdaden

Het is met name Johanna Quandt die grote waarde hecht aan een anoniem bestaan, maar dat genoegen wordt haar op haar oude dag niet meer gegund. In 2007 zendt de Duitse zender ARD een documentaire uit met de titel ‘Das Schweigen der Quandts/Silence of the Quandt’ (het stilzwijgen van de Quandts), waarin de betrokkenheid van de familie bij de nazimisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog genadeloos worden onthuld en aan de hand van talloze documenten wordt aangetoond dat het familiekapitaal grotendeels over de ruggen van oorlogsslachtoffers verworven is. De dwangarbeiders in de accufabriek werden aan dodelijke gassen blootgesteld en Günther Quandt ‘bestelde’ tachtig nieuwe gevangenen per maand bij de nazi’s om de slachtoffers te vervangen.

Dakar

Alleen Sven Quandt, zoon uit Herberts tweede huwelijk, werkt mee aan de uitzending, maar maakt de verontwaardiging alleen nog maar groter door elke vorm van schuld af te slaan. ‘We moeten eindelijk eens proberen dit te vergeten. In andere landen in heel de wereld zijn ook dergelijke dingen gebeurd, daar hoor je niemand meer over.’ Dat Sven Quandt met zijn dure motorsporthobby (X-Raid, Dakar) lekker geniet van dat vermeend vuile geld, maakt zijn bagatelliserende uitspraken er niet fraaier op. Stefan Quandt vergoelijkt het tegenover het Handelsblatt later met de woorden “Mijn neef was niet op die vraag voorbereid.”

Susanne Quandt met echtgenoot Jan Klatten.

Buitenechtelijke affaire

Ellende genoeg voor de Quandtjes, maar een ongeluk komt nooit alleen. Kort voor de pijnlijke onthullingen in de documentaire knoopt Susanne een buitenechtelijke affaire aan met een Zwitser, die haar met gladde praatjes forse sommen geld weet te ontfutselen. Maar wat ze niet weet is dat deze Heig Sgarbi een lange staat van dienst heeft in het verleiden en afpersen van rijke, eenzame dames en dat hij een handlanger heeft die de liefdesdaad heeft gefotografeerd en gefilmd. Wanneer Susanne Klatten na de ARD-onthullingen een eind maakt aan de affaire, komt Sgarbi met de compromitterende beelden op de proppen en eist hij opnieuw geld. Maar ditmaal toont Klatten de ballen die je van Duitslands rijkste zakenvrouw mag verwachten. Ze biecht alles op aan haar man en neemt haar afperser zo de wind uit de zeilen. Op de afgesproken plek van de overdracht wacht Sgarbi niet Susanne Klatten met een koffer geld, maar een arrestatieteam met getrokken wapens en de Zwitserse oplichter verdwijnt voor zes jaar achter de tralies. Zijn excuus dat hij handelde uit wraak voor wat de Quandts zijn Joodse grootvader zouden hebben aangedaan, overtuigt de rechters niet.

Playboy

Dat kan natuurlijk niet verhinderen dat de affaire breed wordt uitgemeten en dat de geplaagde miljardairsfamilie zelfs wordt geconfronteerd met een verfilming van de zaak, ‘In der Falle’. Maar, als we een oud gezegde even mogen verbouwen: ongelukkig in de liefde, gelukkig in het spel. Volgens berekeningen van het Duitse Manager Magazin waren Susanne en haar broer Stefan afgelopen jaar goed voor dertig miljard euro en dat biedt natuurlijk wel wat speelruimte wanneer een louche playboy je het vel over de oren probeert te trekken. En al hebben de Quandts dan nooit de spijt betuigd die menigeen graag zou zien over de herkomst van hun spaarcentjes, Susanne heeft vorig jaar maar liefst honderd miljoen euro gereserveerd om maatschappelijk minder bedeelden een betere toekomst te geven. Een aflaat waar je U tegen mag zeggen en daar kan halfbroer Sven nog wat van kan leren met zijn raceteam.

Dit artikel verscheen eerder in AutoWeek.

Ferdinand Piëch, de geniale megalomaan van Volkswagen

16 maart 2017 door Frank Jacobs Reageer

Ferdinand Piëch wordt op 17 april 1937 in Wenen geboren als zoon van advocaat Anton Piëch en Louise Porsche, de zus van Ferry en dochter van Ferdinand Porsche sr. Anton Piëch heeft als rechterhand van Louises vader een belangrijke bijdrage geleverd aan het succes van de onderneming Porsche. Ferdinand Piëch is het derde kind uit dit huwelijk; na hem volgt nog een vierde.

Na een studie werktuigbouwkunde in Zürich treedt Piëch in 1963 in dienst van Porsche, dat op dat moment wordt geleid door zijn oom Ferry. Daar klimt hij algauw op tot de ontwikkelingsafdeling, om in 1971 technisch bedrijfsleider te worden. Daar bemoeit hij zich onder meer met de racerij (onder meer de roemruchte Porsche 917), een bezigheid die door zijn oom met fronsend voorhoofd wordt gadegeslagen, doch gedoogd; Ferry trekt het commerciële nut van die dure liefhebberij in twijfel. Maar het is een ander probleem dat Piëchs carrière bij Porsche voortijdig beëindigt. Dan al leven de families Piëch en Porsche in voortdurende onmin met elkaar, en Ferry Porsche besluit daarom in 1972 dat familieleden geen deel meer mogen uitmaken van de bedrijfsleiding van Porsche KG.

Piëch ruimt noodgedwongen zijn bureau in Zuffenhausen leeg en begint zijn eigen ingenieursbureau in Stuttgart, waar hij voor Daimler-Benz een vijfcilinder dieselmotor ontwikkelt. Zijn vrije ondernemerschap duurt niet lang, want later datzelfde jaar treedt Piëch in dienst van Audi, waar hij een leidinggevende functie op de ontwikkelingsafdeling aanvaardt. Ook daar verdiept hij zich in de vijfcilindertechniek met in 1976 de Audi 100 5E als resultaat. Later ontstaan onder zijn supervisie de Audi Quattro, de V8 en de direct ingespoten diesel TDI.

De overstap naar Volkswagen AG volgt op 1 januari 1993, wanneer hij daar wordt aangesteld als CEO. Op dat moment staat de onderneming er tamelijk beroerd voor. Er wordt amper winst gemaakt en het is aan Piëch om dat tij te keren. Zijn speerpunten in die missie zijn het optimaliseren van de productie-efficiëntie en de kwaliteitsstandaard; twee variabelen die eerder omgekeerd dan recht evenredig aan elkaar zijn. Om de klus toch te klaren kaapt hij bij General Motors inkoper José Ignacio López weg. Deze Spanjaard is meester in het uitknijpen van toeleveranciers, maar blijkt behalve zeven medewerkers ook dozen vol vertrouwelijke documenten uit Detroit te hebben meegenomen, een ordinair staaltje bedrijfsspionage. De López-affaire loopt zo hoog op dat president Clinton en bondskanselier Kohl eraan te pas moeten komen.



Ondanks die pijnlijke affaire weet Piëch van Volkswagen AG weer een gezonde, winstgevende onderneming te maken. Maar niet al zijn wapenfeiten zijn onomstreden. Enige megalomanie kan de man niet worden ontzegd en naast het binnenslepen van onder meer Bentley en Lamborghini uit zich dat ook in projecten als de Phaeton en Touareg, modellen waarmee hij Volkswagen in het topsegment wil positioneren.

In 2002 treedt Piëch, gedwongen door zijn pensioengerechtigde leeftijd, af als CEO, maar hij neemt meteen een nieuw stel stevige teugels in handen als voorzitter van de raad van toezicht. Naast die teugels hanteert hij ook de zweep, wanneer hij in 2006 als een donderslag bij heldere hemel zijn opvolger Bernd Pischetsrieder de wacht aanzegt. Naar verluidt doet hij dit omdat Pischetsrieder enkele verliesgevende stokpaardjes van Piëch, waaronder de Phaeton, wil wegbezuinigen. Piëch schuift zijn jarenlange protégé Martin Winterkorn naar voren als nieuwe CEO en op die manier weet hij zijn grip op de firma nog verder te verstevigen.

In de jaren die volgen, zijn Piëch en Winterkorn een onafscheidelijk duo, waarvoor iedereen bij Volkswagen AG buigt tot de neus de tenen raakt. Maar in 2015 lijkt Winterkorn hetzelfde lot beschoren als zijn voorganger Pischetsrieder. In een interview in Der Spiegel choqueert Piëch de wereld met de legendarische woorden ‘Ich bin auf Distanz zu Winterkorn’. Vrij vertaald: ik neem afstand. Maar ditmaal bijt de hyena zijn tanden stuk; neef en medecommissaris Wolfgang Porsche neemt op zijn beurt afstand van Piëchs uitspraak en nog negen commissarissen doen datzelfde, waardoor niet Winterkorn, maar Piëch zelf wankelt. Kort daarop blijkt dat Piëch Matthias Müller (op dat moment CEO Porsche AG) al in de startblokken heeft staan, waarop Piëch de eer aan zichzelf houdt door zich samen met zijn (derde) vrouw Ursula, die ook commissaris is, terug te trekken. Vijf maanden later sneuvelt Winterkorn alsnog op dieselgate, om te worden opgevolgd door Müller; Piëch krijgt in tweede instantie dus zijn zin.

Vanaf dat moment lijkt Piëch van de (auto)wereldbodem verdwenen. De man die decennia lang het gezicht van Volkswagen was en geen beurs oversloeg, wordt nergens meer gezien of gehoord. Het enige ‘nieuws’ dat nog over hem naar buiten komt, betreft een rijdende rechter-achtig akkefietje met zijn buren in zijn buitenhuis aan de Oostenrijkse Wörthersee, waar hij elke jaar kruipend terug kan na een bezoek aan het befaamde en beruchte GTI-treffen.

Februari 2017 blijkt echter dat hij een getuigenis heeft afgelegd tegen Winterkorn, die vervolgd wordt in het dieselschandaal. Piëch zou verklaard hebben dat Winterkorn veel eerder dan hij zelf zegt op de hoogte was van het gesjoemel met uitstootwaarden. Is dat de reden waarom Piëch in april 2015 zijn zo omstreden uitspraak over Winterkorn deed?

Van het toneel verdwenen of niet, vervelen hoeft de inmiddels bijna tachtigjarige patriarch zich niet. Hij heeft bij vier vrouwen in totaal twaalf kinderen verwekt. Vijf daarvan hebben zijn eerste echtgenote Corina von Planta als moeder. Twee ontsproten aan zijn verhouding met Marlene, de ex-vrouw van zijn neef Gerhard Porsche, twee zijn de vrucht van een andere affaire en met zijn huidige vrouw Ursula, die de familie ooit binnenkwam als kindermeisje van Ferdinand en Marlene, kreeg Piëch zijn – vooralsnog – laatste drie nakomelingen. Dat kan dus een gezellige bende zijn aan de kersttafel bij de Piëchjes, vooropgesteld dat de twistziekte waar de oudere telgen van de familie aan lijden, niet erfelijk is. Want het is op zijn zachtst gezegd fascinerend dat mensen die ieder vermogend genoeg zijn om het begrotingstekort van een modern westers land uit eigen zak af te lossen, al decennialang over elkaar heen buitelen, vechtend om de laatste aandelen en rotcenten.

Dit artikel verscheen eerder op autoweek.nl. 

De opkomst van de tekschrijver, de ondergang van de journalist

20 mei 2016 door Frank Jacobs 2 Reacties

Nee, dat is geen tikfout. Ik ga het niet hebben over tekstschrijvers, dat is een uitstervend ras. Tekstschrijvers zijn namelijk mensen die goede teksten schrijven en daar hun boterham mee verdienen. En boterhammen verdienen, dat is heel 2015. In 2016 outsourcen we alles naar lagelonenlanden. Helaas spreken ze daar geen Nederlands, dus het schrijven van teksten kun je niet over een Indiase schutting flikkeren. Dus blijven de media met dat laatste beetje werkgelegenheid in hun maag zitten. Hoe lossen ze dat op? Onlangs zag ik een advertentie frank jacobs telegraaf zzp vrijwilliger freelancevan een landelijk dagblad, waarin ze om een freelance webredacteur vroegen. Na een lange lijst hoge eisen, waaronder de bereidheid weekenddiensten te draaien, kwam een heel overzichtelijke opsomming met wat de krant te bieden had: redelijke koffie gratis en een starttarief van, hou je vast, vijftien euro per uur. Dan zijn we hard op weg zelf een lagelonenland te worden.

Vijftien euro per uur voor een journalist, iemand van wie een behoorlijke opleiding, grote creativiteit en bovengemiddeld brede ontwikkeling worden verwacht. Een vrachtwagenchauffeur krijgt als ZZP-er gemiddeld 28 euro en een tegelzetter stopt als zelfstandige zonder pensioen een bescheiden 32 euro in de zak van zijn overall. In mijn stad begint zich een complete subcultuur te vormen van amateurmedia. Online tijdschriften, gemaakt door mensen met veel vrije tijd die altijd al journalist wilden worden. Lokale ondernemers vertellen in ellenlange interviews dat ‘de klant altijd voorop staat’ en dat ‘zij pas tevreden zijn als u dat bent’. Gevolgd door een advertentie van hun eigen nagelstudio, rijschool of schoonmaakbedrijf. De enige die het lezen zijn ze zelf en de auteur. Maar ach, dat ziet niemand.



We hebben in de stad sinds kort zelfs een eigen radio- en tv-zender. Onze lokale Rupert Murdoch toetert dat hij al meer dan honderd medewerkers op zijn loonlijst heeft, maar de werkelijkheid is dat hij bijna uitsluitend vrijwilligers achter de geraniums vandaan heeft geplukt, die hij in een met gemeentesubsidie bekostigde studio van de straat houdt. Dat laatste is op zich lovenswaardig, maar noem het beestje dan wel gewoon bij zijn naam: sociale werkplaats.

Bezopen, maar de kroon wordt gespannen door de gevestigde orde. Een van ‘s lands grootste uitgeverijen is op zoek naar schrijvers. Mensen die, zo jubelt bijgaande advertentie, voor de kat z’n kut teksten willen schrijven, voor dat geld ook nog voor beeld moeten zorgen en dat alles onder druk van een snoeistrakke deadline. Mensen moeten het leuk vinden om te schrijven; ik ben benieuwd of die mensen ook hypotheekverstrekkers hebben die het leuk vinden om hun hypotheken te verstrekken en bakkers die het leuk vinden brood voor ze te bakken. Vanavond rijd ik zonder betalen weg bij de pomp. Leuk toch voor die pomphouder dat ik uitgerekend bij hem kwam tanken? Met een beetje mazzel komt het nog in Opsporing Verzocht ook: allemaal free publicity. Leuk!

Ooit maakte ik van mijn hobby mijn beroep, nu maakt dit soort uitgeverijen van mijn beroep weer een hobby. Gelukkig hebben ze de advertentie ook door een amateur op laten stellen, getuige de taalfouten. Dan zijn we tenminste nog gewaarschuwd voor wat we straks mogen verwachten van al die vrijwillige tekstschrijvers.

Plastic tasjes

26 januari 2016 door Frank Jacobs Reageer

Plastic tasjes: sinds 1 januari van dit jaar zijn ze taboe. Plastic tasjes zijn slecht voor het milieu. Net als tweetakt scooters, kiloknallers en vliegvakanties naar Antalia. Maar waar die allemaal legaal blijven, zijn plastic tasjes sinds kort in de ban. Dat is lastig voor middenstanders; heb je net voor een paar honderd euro kleding verkocht, moet je de klant door de stromende regen met die kostbare spullen los in de hand naar huis sturen. Of je kunt er geld voor in rekening brengen, maar ja, dat staat nogal krenterig. Dat supermarkten dat doen is tot daar aan toe, maar als servicegerichte winkelier die te midden van de online prijsvechters zijn vege lijf probeert te redden..



Waar conventionele winkeliers geen plastic tasje meer om hun waar mogen spannen, pakken hun online concurrenten de bestellingen in alsof ze via de maan onder water drie maal op en neer naar de klant vervoerd moeten worden. Bubbeltjesplastic, piepschuim chips, folie, binnendoos en een buitendoos.. maar hé, geen tasje. En dat ‘driemaal op en neer’ is nog niet eens zo ver bezijden de waarheid. Want de koerier die de spullen naar de klant brengt, belt keer op keer midden op de dag, dus bij voorbaat tevergeefs, aan, terwijl zijn bestelbusje op straat stationair half verbrande diesel met lekker veel fijnstof uit staat te braken. Daar kan geen schip vol plastic tasjes tegenop.

De armoedegolf van 2035: Zelfstandigen Zonder Perspectief

28 november 2015 door Frank Jacobs 1 Reactie

Gisterenavond zat ik in de kroeg met Jasper. Dat is een fictieve naam en je zult gauw genoeg begrijpen waarom ik zijn echte naam verzwijg. Op vrijdagavond is hij mijn kroegmaat, doordeweeks is Jasper directielid bij een groot bedrijf in het zuiden van het land dat luxe consumptiegoederen produceert. Specifieker kan ik het niet maken, om dezelfde reden dat ik Jasper niet bij zijn echte naam noem. De Firma heeft, zoals de meeste firma’s, sinds het begin van de recessie zware klappen moeten incasseren. Jaspers missie is De Firma weer gezond te maken voor de toekomst en dat pakt hij voortvarend aan, legde hij me uit. Enkele jaren geleden al heeft hij de financiële administratie “geoutsourced” naar een Indiaas bedrijf. Dat betekent dat dertig Nederlandse personeelsleden konden worden weggesaneerd. Dertig gezinnen brodeloos met vaak weinig uitzicht op een nieuwe toekomst, want De Firma is bepaald niet de enige firma die dit heeft gedaan. De Firma blijkt wat minder snel van betalen te zijn geworden; Indiërs zijn bekwame rekenaars, maar er ligt nog wel eens een koe op de weg. ‘Maar goed,’ verzekerde Jasper me, ‘ze zijn spotgoedkoop en je wilt niet weten hoeveel we hebben bespaard met dertig fte’s minder.’
Jaspers kaasschaaf smaakte naar meer, want kort na het opheffen van de boekhouding vond hij in Zilina een goedkoop ICT-bedrijf. Zestig programmeurs in het Nederlandse hoofdkantoor kregen de wacht aangezegd. Sindsdien gaan alle automatiseringsproblemen naar Slowakije. Toegegeven, van computers hebben ze verstand, maar de communicatie verloopt nogal eens moeizaam. Mail je ze dat je een bestand kwijt bent, wordt er daags daarna een pallet matrixprinters naast je bureau gezet. Meestal ben je óf alfa óf bèta, dat geldt ook voor Slowaken. Maar goed, zestig fte’s eruit? De kassa rinkelt.

Afgelopen jaar heeft Jasper zijn grootste klapper gemaakt. De productie is al ver voor de recessie naar China verlegd (mijn vraag of de recessie daar misschien ook niet een klein beetje door veroorzaakt is, beantwoordde hij met een flinke teug van zijn Grimbergen), maar bij het ondersteunende personeel op het hoofdkantoor bleek nog veel winst te behalen. Jaspers overredingskracht overtuigde het CWI en de OR een grote reorganisatie goed te keuren; meer dan honderd mensen werden “boventallig” en zitten inmiddels thuis meer tijd voor hun gezin te hebben.



Jasper heeft hun stoelen opgevuld met ZZP-ers. ‘Maar die zijn per uur toch veel duurder?’, vroeg ik in al mijn onwetendheid. ‘Per uur ja, maar per saldo juist niet,’ legde Jasper uit. ‘Als ik even geen werk voor ze heb, kosten ze me niets. Als ze ziek zijn, heb ik geen last van ze. En ik hoef die ellendige pensioenen niet meer te betalen.’
Ik probeerde Jasper uit te leggen dat die bijna tweehonderd werkloze ex-medewerkers geen geld meer hebben om zijn luxe consumptiegoederen te kopen. ‘Ze kunnen toch aan de slag als ZZP-er?’, wierp hij tegen.

‘Ze kunnen toch zwemmen?’, schijnt een van de eersteklas inzittenden van een reddingsboot die de met honderden verdrinkende derdeklas passagiers bezaaide rampplek van de zinkende Titanic verliet, te hebben gezegd. Ik vraag me af hoeveel van die nieuwe ZZP-ers er aan denken geld opzij te zetten voor hun oude dag of voor het geval ze ziek worden. Ik weet zeker dat het gros op dit moment wel wat anders aan zijn hoofd heeft. En al zouden ze er aan denken, je moet wel geld hébben om opzij te zetten.
Daarom voorzie ik over een jaar of twintig een armoedegolf zoals we die na de winter van ’44-’45 niet meer hebben gezien. Toen waren er nog de lente en de bevrijders in het vooruitzicht. Maar in 2035 is de enige lente voor al die bejaarde ZZP-ers liefdadigheid en de enige bevrijder de bijstand. De bijstand? Ik ben benieuwd wat daar over twintig jaar nog van over is nadat miljoenen vluchtelingen bij onze slinkende ruif zijn aangeschoven. ZZP-ers: straks zijn het zielepieten zonder perspectief. En dat allemaal dankzij de Jaspers van onze tijd.
Maar ach, ik vergeef het hem. Hij betaalde het gelag. Plus een rondje voor de hele kroeg, want, zo schaterde hij aangeschoten, ‘er zít me er toch een eindejaarsbonus aan te komen!’

  • 1
  • 2
  • Volgende pagina »

Over Frank Jacobs

Frank Jacobs (1966) is crossmediaal en multimediaal journalist en schrijft, fotografeert en filmt voor onder meer AutoWeek, NU.nl, Quest Historie, GTO Magazine en Lifestyle Almere. Daarnaast presenteert hij autoprogramma’s op AutoWeek TV en voorheen Discovery Channel.

Hij studeerde automobiel management en Frans en woonde en werkte jarenlang afwisselend in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Spanje.

Lees meer over Frank Jacobs.

Zoeken

Copyright 2015 | Frank Jacobs | KvK Almere 62518755