Door de menselijke bilnaad loopt een slagader die de hersenen van zuurstof voorziet en dat bloedvat wordt afgeknepen door zo’n smal zadeltje: ooit was dat mijn verklaring voor het debiele weggedrag van sommige wielrenners. Maar een paar jaar geleden kocht ik zelf zo’n veel te dure fiets en bijbehorende kleding en ontdekte ik dat mijn kennis van de anatomie zijn tekortkomingen heeft. Ik ben, dat vind ik zelf tenminste, een aardig mens, ook op de weg, met heel korte tenen en een des te langer lontje.
Desondanks ben ik wel wat meer begrip gaan opbrengen voor de wat meer temperamentvolle mede-wielrenners. Het gedrag van andere weggebruikers, ook jegens de immer vriendelijke ik, is namelijk maar al te vaak hemeltergend.
Nee, ik ben geen Strava-strijder met Tour de France-ambities, maar ja, ik fiets wel lekker door en dat gaat net wat sneller dan de meeste boomers op hun ANWB-punten-e-bikes die naast elkaar over de volle breedte van het fietspad rijden. Als ik er dan langs wil, geef ik dat aan met een bescheiden ‘ping’ van mijn fietsbel, maar al te vaak is de reactie daarop allesbehalve bescheiden en in woorden gevat die ik als kind van mijn ouders niet mocht bezigen. Nog vaker kijken ze om met een blik van ‘je wacht maar’, om gewoon links te blijven rijden. Links afslaan zonder over de schouder te kijken is ook zo’n typisch fietspad-ding en kan voor een hoop rommel zorgen als op dat moment een wielrenner voorbij komt.
Gisteren werd ik op de Vrouwenweg in Leiden opzettelijk aangetikt door een dame. Geen idee waarom, er was niets aan voorafgegaan, ik had haar nooit eerder gezien en het kwam uit het niets. Maar ondanks dat raakte ze met haar rechterspiegel mijn stuur. Alleen omdat ik een door de wol geverfde mountainbiker ben en dus wel raad weet met onverwachte klappen, kon ik een val voorkomen. Normaal gesproken zou ik denken dat mevrouw het te druk had met haar telefoon en het per ongeluk ging, maar de agressieve gebaren die ze meteen erna naar mij maakte, deed mijn hoop varen. Tenminste, ik zou op zijn minst verontschuldigende gebaren hebben gemaakt en zijn gestopt om te vragen of alles goed is en sorry te zeggen. Maar ja, ik ben geen agressief viswijf in een grijze Ford Ka met kenteken 08-TF-HK.
Wielrenners wordt vaak verweten dat ze op de rijbaan rijden in plaats van het fietspad, maar is je wel eens opgevallen hoeveel voetgangers en joggers over het fietspad lopen terwijl daar net naast een keurig wandelpad loopt? Hoeveel theekransjes er midden op het fietspad worden belegd? Prima allemaal, ik houd daar rekening mee en dankzij mijn flexibele baan kan ik mijn sport zo veel mogelijk bedrijven buiten het weekend of bij slecht weer, wanneer de suikerzakjes binnen blijven. Bovendien heb ik een matzwarte fiets en donkere, onopvallende kleding, zonder reclame van de lokale snackbar op de rug. Een booskijkbril laat ik achterwege en ook de helm blijft op drukke dagen thuis: liever een minimale kans op hoofdletsel dan de zekerheid dagelijks enge ziektes toegewenst te krijgen. Of van je fiets te worden geduwd door een agressieve vrouw, zoals oud-minister Sander Dekker is overkomen.
Sinds bijna iedereen tussen de twintig en tachtig Magere Hein buiten de deur probeert te houden met zo’n veel te dure fiets in de bilnaad, wordt het er niet rustiger op op het fietspad. Een beetje meer tolerantie dus. En anders ga ik over de wandelpaden fietsen, want die zijn zo goed als leeg.