Drie kwajongetjes met een katapult in de kontzak en baseballcap achterstevoren op het hoofd die in een kringetje met hun piemeltje uit de broek een wedstrijdje hoogplassen doen; dat is het beeld dat bij mij opkomt bij de NewSpace genaamde ruimterace tussen Elon Musk, Richard Branson en Jeff Bezos. Wie van de drie uiteindelijk het hoogst komt, moeten we nog even afwachten. Maar zeker is wel dat van alle drie de straal pis op het hoofd van de aarde uitkomt.
Toegegeven, mij fascineert het ook. Ruimtevaart was altijd voorbehouden aan gigantische overheidinstanties als NASA. Dat miljardairs het er nu als hobby bij hebben, is tegelijkertijd indrukwekkend en ontluisterend. Maar hoe ‘ruimtevaart’ is het nu werkelijk? Toen Jeff Bezos gisteren met zijn New Shepard en Blue Origin de lucht in ging, werd die ‘ruimtereis’ van begin tot einde met één camera vanaf de grond gevolgd. De New Shepard wist zich niet eens aan het zicht van het aardoppervlak te onttrekken. Jezelf astronaut noemen na een ritje met Bezos is net zoiets als na een korte tussenstop op het vliegveld van Shanghai zeggen dat je in China bent geweest. Formeel heb je gelijk, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Een ruimtereis met Bezos of Branson is weinig meer dan je pink door het sleutelgat steken. Of, zo je wilt, de anus van de ruimte likken. Het lijkt heel wat, maar meer dan een halve eeuw geleden reisden we naar de maan, landden er, liepen en reden er rond, stegen weer op en keerden terug naar de aarde. Een reis die 13.000 keer zo ver was als Bezos’ megalomane vlooiensprong hoog en talloze malen gecompliceerder, geassisteerd door computers die een fractie konden van wat de gemiddelde kleuter tegenwoordig in zijn broekzak heeft.
Dat Jeff Bezos zich met zijn broer, een ondode en een verwend rijkeluiskind op zijn op een stout speeltje gelijkende (complimenten aan de ontwerper van Bezos’ verlengstuk, vorm volgt functie op zijn allerbest) lawinepijl een stukje de lucht in laat schieten en een paar minuten later aan een parachuutje weer terug komt, is letterlijk en figuurlijk kinderspel bij wat NASA vijftig jaar geleden al presteerde. Daarom, zo zeggen deskundigen, dienen de projecten van Bezos, Branson en Musk geen enkel wetenschappelijk doel. En zelfs al zou dat wel het geval zijn, dan nog is het de vraag wat wij voorlopig te zoeken hebben in de ruimte.
Mijn moeder zei vroeger altijd dat ik eerst mijn kamer moest opruimen voordat ik bij een vriendje ging spelen. We hebben de afgelopen tweehonderd jaar een ongekende puinhoop gemaakt van onze planeet. Misschien moeten we het kapitaal en de kennis waarmee verwende mannetjes een paar minuten gewichtloosheid ervaren, aanwenden om de gigantische rotzooi op te ruimen die we op aarde hebben gebouwd. Pas wanneer we dat voor elkaar hebben, kunnen we met een zuiver geweten de ruimte, Mars en wie weet welke andere planeten gaan bevuilen met onze aanwezigheid.