Eerder schreef ik over de mysterieuze verdwijning van Lisette Vroege, ruim een kwart eeuw geleden in Haarlem. Naar aanleiding van die column werd ik benaderd door een man die een heel eigen kijk heeft op het mysterie en er zelfs een mogelijke verklaring voor heeft. Inclusief vermeende daders, met naam en toenaam.
‘De Fantast van Haarlem’: de weinig flatteuze titel die zijn tegenstanders hem hebben gegeven, heeft George de Vries zichzelf als geuzennaam aangemeten, als om te zeggen dat hij er geen seconde wakker van ligt. Of dat verstandig is waag ik te betwijfelen. George bijt zich al meer dan dertig jaar als een terriër vast in de nooit opgeloste verdwijning van Cheryl Morriën en schreef daar zelfs een boek over. Door jezelf fantast te noemen, al is het maar uit cynisme, bewijs je je eigen geloofwaardigheid geen dienst.
Toch heb ik gefascineerd naar het verhaal van George geluisterd. Want zelfs al zou hij hier en daar wat zijn doorgedraafd met zijn theorieën, nog steeds is het een man die is blijven zoeken en (soms letterlijk) graven nadat politie en justitie het dossier reeds lang hadden gesloten. Al is maar tien procent van wat hij denkt te weten waar, dan is hij nog steeds verder dan de officiële instanties.
De preoccupatie van George de Vries richt zich aanvankelijk op Cheryl Morriën, een zevenjarig meisje dat op 5 augustus 1986 spoorloos verdween in haar woonplaats IJmuiden. Hij begint zijn eigen speurtocht, loopt daarbij keer op keer tegen een muur van onwil en ongeloof bij justitie en schrijft een boek over de zaak, waarin hij stelt dat de beoogde dader, de inmiddels overleden seriemoordenaar Michel Stockx, niets te maken heeft met de verdwijning van Cheryl.
Tijdens zijn onderzoek stuit De Vries op verbanden met de vermissing van Lisette Vroege, een zaak die zes jaar na de verdwijning van Cheryl Morriën speelt. De Vries denkt dat beiden in handen vielen van dezelfde illegale orgaanhandelaren, van wie hij zelfs de namen en adressen weet te vertellen.
De Vries’ betrokkenheid bij de zaak Morriën begint op dinsdagmiddag 5 augustus 1986, de dag van Cheryls verdwijning. Hij loopt in die tijd meerdere keren per week hard in de Kennemerduinen, waar hij dan heen fiets om zijn fiets bij Het Wed, aan de Zeeweg in Overveen, te stallen. Die middag ziet hij op die parkeerplaats een groene Lada stationcar staan en even verderop een oranje Ford Transit bus. Tijdens zijn ronde, over een pad dat parallel loopt aan de Hoge Duin en Daalseweg in Bloemendaal, ziet hij tot zijn verbazing twee mannen in pak de struiken uit komen. Wanneer hij een uur later terug bij de parkeerplaats is, zijn de Lada en de Ford verdwenen.
Nou komen er in natuurgebieden wel vaker heren uit struiken gekropen, maar als een week na de verdwijning compositietekeningen op tv worden getoond van de mannen bij wie Cheryl voor het laatst in de auto werd gezien, denkt De Vries het tweetal te herkennen. Dan legt hij ook het verband tussen de Lada waarin Cheryl verdween en de Lada die hij die dag bij Het Wed heeft gezien. Toch meldt hij dit niet bij de politie. Om persoonlijke redenen, schrijft hij in zijn boek. Dat klinkt wat dubieus, maar tegenover mij heeft hij de omstandigheden toegelicht en je mag van me aannemen dat zijn motivatie begrijpelijk was en boven twijfel verheven.
Pas drie jaar later besluit hij met zijn bevindingen en eigen tekeningen naar justitie te stappen, maar die nemen hem dan niet meer serieus. “Ze zeiden: dat verzin je allemaal en je hebt je compositietekening grotendeels nagetekend van wat er in de krant heeft gestaan. Ze hebben mijn verhaal weggewuifd omdat ze toen die Stockx al op de korrel hadden”, zegt De Vries nu tegen mij.
Ondertussen heeft De Vries zelf ook niet stilgezeten en heeft hij beide mannen weten te traceren. De een heet Frits B. (volledige naam bij mij bekend), woont in Akersloot en is de zoon van een dame die ten tijde van Cheryls verdwijning aan de Hoge Duin en Daalseweg in Bloemendaal woont (op een steenworp afstand van waar De Vries hem uit de struiken zag komen). De ander, Ronald van der M. (ook zijn volledige naam is mij bekend) woont dan in Schalkwijk bij Haarlem. “Vlak bij de oma van Cheryl”, zegt De Vries.
Cheryl Morriën laat ik nu even voor wat ze is, het gaat hier over Lisette Vroege. Die verdwijnt, zoals ik eerder schreef, op 3 juni 1992, zes jaar na Cheryl. Op dat moment valt De Vries op dat zijn verdachten in de zaak Morriën beiden een band met Lisette hebben. B. werkt als fysiotherapeut bij de Mariastichting in Haarlem en was een tijd Lisette’s stagebegeleider. Van der M. heeft een handel in paramedische hulpmiddelen. en Lisette, zelf sinds kort fysiotherapeut, komt twee keer per week bij hem in de zaak om spullen voor haar werk te kopen.
Opnieuw loopt De Vries bij de politie tegen een muur van ongeloof aan. Maar dat ontmoedigt hem niet. Integendeel, hij richt zijn eigen onderzoek nu ook op Lisette Vroege. Het feit dat Lisette zowel B. als Van der M. persoonlijk goed kende, zou kunnen betekenen dat ze op de avond van haar verdwijning zonder slag of stoot bij een van beiden was zijn ingestapt. Lisette was ten tijde van haar verdwijning naarstig op zoek naar nieuwe woonruimte en het ouderlijk huis van B. aan de Hoge Duin en Daalseweg, waar hij executeur testamentair van was, stond leeg, weet De Vries: “Zijn moeder was overleden en het stond op de nominatie om verkocht te worden.” Frits B. had Lisette gemakkelijk thuis kunnen opwachten om haar mee te tronen om het huis te bekijken. Waarom zou ze haar voormalig stagebegeleider wantrouwen?
Wat tegen B. pleit, is zijn gedrag rond de woning aan de Hoge Duin en Daalseweg na de verdwijning van Cheryl Morriën, vertelt De Vries: “In de periode dat zijn moeder opgenomen was, heeft hij een prieeltje in de tuin gebouwd, op een betonnen fundering. Dan denk ik: als je moeder al zwaar op leeftijd is, met het vooruitzicht dat ze niet meer terug komt, of misschien nog heel kort, dan ga jij geen prieeltje storten op drie bij twee van beton met een hele overkapping erop. Ik heb het vermoeden dat als er iets in die tuin ligt, dat het daar onder ligt. Ze hebben er nu alweer een oprit overheen gestort.” Bovendien is B., zo weet De Vries, ten tijde van de verdwijning van Cheryl eigenaar van een Groene Fiat 124 stationcar, een model dat slechts op details afwijkt van de als Lada geïdentificeerde auto waarin Cheryl is ontvoerd.
De Vries’ wantrouwen jegens B., die inmiddels in Bergen woont, blijft knagen. De huidige bewoner van het huis aan de Hoge Duin en Daalseweg, volgens De Vries een ‘bekende van politie’ maar niet bij deze zaak betrokken, weigert mee te werken aan onderzoek op zijn perceel. Niettemin neemt De Vries contact op met Signi Zoekhonden, die in 2017 de omgeving van het perceel afspeuren: “Eén hond sloeg aan aan de noordkant van de tuin, terwijl de wind uit het zuidwesten kwam, twee voor, bij de oprit. Een lijklucht dus. We belden de politie, die met veel bombarie en een officier van justitie aan kwamen rijden. Ze zouden het doorgeven aan het cold case-team, maar er is nooit iets mee gebeurd.”
Je kunt George de Vries bestempelen als een hedendaagse Don Quichot of, zoals de volksmond zegt, de Fantast van Haarlem, maar gebrek aan volharding kun je de man in elk geval niet in de schoenen schuiven. Dat doet hij op zijn beurt des te meer richting justitie. Volgens De Vries laat de politie steek op steek vallen, zowel in de zaak Cheryl Morriën als in de zaak Lisette Vroege: “Ik heb het zelfs zo meegemaakt: ze moesten de vorige bewoner vinden van dat huis aan de Hoge Duin en Daalseweg. Na een half jaar kreeg ik een brief dat die mensen vermoedelijk waren vertrokken naar het buitenland en dat ze niet waren te traceren. De volgende middag had ik ze allebei gevonden: de een in Frankrijk en de ander in Groningen.” En: “Dezelfde mensen in twee verdwijningszaken. Plus het feit dat die honden onafhankelijk van elkaar aanslaan. Daar ga je toch op zijn minst naar kijken? Het lijkt wel of ze het niet willen. Ik heb heel veel correspondentie met justitie. Ze hebben er geen belang meer bij, ze kunnen er niet mee scoren.”
Waar of niet, noch Cheryl Morriën, noch Lisette Vroege is gevonden, terwijl we inmiddels een klein half mensenleven verder zijn. Beiden zouden nu vrouwen van middelbare leeftijd zijn en niemand zal ooit weten wat ze in hun verloren leven bereikt zouden hebben. Is er dan geen enkele denkbare verklaring voor de verdwijningen van Lisette Vroege en Cheryl Morriën? George de Vries denkt van wel: “Frits B. is gewoon fysiotherapeut geweest, hij heeft anderhalf jaar geleden een huis in Bergen gekocht voor 700.000 euro, terwijl zijn oude huis in Akersloot nog niet eens verkocht was, hij heeft twee boten van een meter of 14, 15. Hij heeft een huis in Portugal. Ik vind het knap dat je dat kan van een salaris van een fysiotherapeut. Ik wil het niet in verband brengen, maar zijn huis in Portugal ligt in de buurt van waar Maddy McCann is verdwenen. Ik denk zelf dat je in de richting van orgaanhandel moet zoeken. Een hart bracht in ’86 250.000 dollar op op de zwarte markt.”
Is daarmee Dinand (of Dinant, Dynand of Dynant) Heiner, vriend van het slachtoffer toch een van de belangrijkste verdachten in de verdwijning van Lisette Vroege, vrijgepleit? George de Vries heeft nooit echt in zijn betrokkenheid geloofd: “Ze vielen over het feit dat hij bladzijden had gescheurd uit het dagboek van Lisette. Ik denk dat daar een heel logische verklaring voor is. Als jij een seksuele relatie met zo’n meisje hebt en zij schrijft misschien dingen daarover in haar dagboek, wil jij niet dat de politie dat leest of dat het misschien straks op tv wordt uitgezonden van hij deed dit of hij deed dat. Hoe onschuldig het misschien ook is: ik zou het er ook uit scheuren. Ik heb Dinand ooit gevonden in de Tempeliersstraat in Haarlem, ben niet bij hem langs geweest. Stel, je vrouw verdwijnt en ze komen jou daar even over doorzagen. Ten eerste zit je al met de spijt dat ze verdwenen is en dan gaan ze je misschien nog beschuldigen.”
We zullen het wellicht nooit weten, net als van zo veel andere raadselachtige verdwijningen: Tanja Groen, Natalee Holloway, noem maar op. Gelukkig heeft Corrie van der Valk bewezen dat niet elk mysterie eeuwig houdbaar is. Worden ze ooit opgelost? Als het aan ‘fantasten’ zoals George de Vries ligt, misschien wel.
Kijk ook de minidocu over Lisette Vroege: