Gisterenavond zat ik in de kroeg met Jasper. Dat is een fictieve naam en je zult gauw genoeg begrijpen waarom ik zijn echte naam verzwijg. Op vrijdagavond is hij mijn kroegmaat, doordeweeks is Jasper directielid bij een groot bedrijf in het zuiden van het land dat luxe consumptiegoederen produceert. Specifieker kan ik het niet maken, om dezelfde reden dat ik Jasper niet bij zijn echte naam noem. De Firma heeft, zoals de meeste firma’s, sinds het begin van de recessie zware klappen moeten incasseren. Jaspers missie is De Firma weer gezond te maken voor de toekomst en dat pakt hij voortvarend aan, legde hij me uit. Enkele jaren geleden al heeft hij de financiële administratie “geoutsourced” naar een Indiaas bedrijf. Dat betekent dat dertig Nederlandse personeelsleden konden worden weggesaneerd. Dertig gezinnen brodeloos met vaak weinig uitzicht op een nieuwe toekomst, want De Firma is bepaald niet de enige firma die dit heeft gedaan. De Firma blijkt wat minder snel van betalen te zijn geworden; Indiërs zijn bekwame rekenaars, maar er ligt nog wel eens een koe op de weg. ‘Maar goed,’ verzekerde Jasper me, ‘ze zijn spotgoedkoop en je wilt niet weten hoeveel we hebben bespaard met dertig fte’s minder.’
Jaspers kaasschaaf smaakte naar meer, want kort na het opheffen van de boekhouding vond hij in Zilina een goedkoop ICT-bedrijf. Zestig programmeurs in het Nederlandse hoofdkantoor kregen de wacht aangezegd. Sindsdien gaan alle automatiseringsproblemen naar Slowakije. Toegegeven, van computers hebben ze verstand, maar de communicatie verloopt nogal eens moeizaam. Mail je ze dat je een bestand kwijt bent, wordt er daags daarna een pallet matrixprinters naast je bureau gezet. Meestal ben je óf alfa óf bèta, dat geldt ook voor Slowaken. Maar goed, zestig fte’s eruit? De kassa rinkelt.
Afgelopen jaar heeft Jasper zijn grootste klapper gemaakt. De productie is al ver voor de recessie naar China verlegd (mijn vraag of de recessie daar misschien ook niet een klein beetje door veroorzaakt is, beantwoordde hij met een flinke teug van zijn Grimbergen), maar bij het ondersteunende personeel op het hoofdkantoor bleek nog veel winst te behalen. Jaspers overredingskracht overtuigde het CWI en de OR een grote reorganisatie goed te keuren; meer dan honderd mensen werden “boventallig” en zitten inmiddels thuis meer tijd voor hun gezin te hebben.
Jasper heeft hun stoelen opgevuld met ZZP-ers. ‘Maar die zijn per uur toch veel duurder?’, vroeg ik in al mijn onwetendheid. ‘Per uur ja, maar per saldo juist niet,’ legde Jasper uit. ‘Als ik even geen werk voor ze heb, kosten ze me niets. Als ze ziek zijn, heb ik geen last van ze. En ik hoef die ellendige pensioenen niet meer te betalen.’
Ik probeerde Jasper uit te leggen dat die bijna tweehonderd werkloze ex-medewerkers geen geld meer hebben om zijn luxe consumptiegoederen te kopen. ‘Ze kunnen toch aan de slag als ZZP-er?’, wierp hij tegen.
‘Ze kunnen toch zwemmen?’, schijnt een van de eersteklas inzittenden van een reddingsboot die de met honderden verdrinkende derdeklas passagiers bezaaide rampplek van de zinkende Titanic verliet, te hebben gezegd. Ik vraag me af hoeveel van die nieuwe ZZP-ers er aan denken geld opzij te zetten voor hun oude dag of voor het geval ze ziek worden. Ik weet zeker dat het gros op dit moment wel wat anders aan zijn hoofd heeft. En al zouden ze er aan denken, je moet wel geld hébben om opzij te zetten.
Daarom voorzie ik over een jaar of twintig een armoedegolf zoals we die na de winter van ’44-’45 niet meer hebben gezien. Toen waren er nog de lente en de bevrijders in het vooruitzicht. Maar in 2035 is de enige lente voor al die bejaarde ZZP-ers liefdadigheid en de enige bevrijder de bijstand. De bijstand? Ik ben benieuwd wat daar over twintig jaar nog van over is nadat miljoenen vluchtelingen bij onze slinkende ruif zijn aangeschoven. ZZP-ers: straks zijn het zielepieten zonder perspectief. En dat allemaal dankzij de Jaspers van onze tijd.
Maar ach, ik vergeef het hem. Hij betaalde het gelag. Plus een rondje voor de hele kroeg, want, zo schaterde hij aangeschoten, ‘er zít me er toch een eindejaarsbonus aan te komen!’