Op 18 km uit de kust staan een paar windturbines. Horizonvervuiling, zeggen de tegenstanders, horeca-ondernemers en toerisme voorop. Maar wie op een mooie zomerdag naar het strand van Katwijk gaat, merkt dat de echte vervuiling veel dichterbij is dan die bijna onzichtbare molens aan de horizon.
“Heeft u ook verse jus?”
“Zeker,” knikt de jongen. Hij tikt mijn bestelling op zijn smartphone en verdwijnt richting de bar.
Ik leun achterover en laat mijn blik over de rokende en zwetende menigte glijden. Hoewel het nog voor de middag is, zijn vrijwel alle tafels, banken en ligstoelen van strandpaviljoen Pxxx xx al bezet. Het is zondag en volgens het KNMI gaan we vanmiddag richting de dertig graden. Vlak voor mij zit een groep mannen van middelbare leeftijd. Wat ze precies bindt, is moeilijk te zeggen, maar ik geloof niet dat het bevriende cardiologen zijn. Er is in elk geval één overeenkomst: ze hebben allemaal – alle tien, tel ik nu – een bonte verzameling tatoeages op hun omvangrijke lijf. Ik probeer de afbeeldingen en teksten te ontcijferen. Runentekens, gotische letters, Chinese karakters: culturele verbroedering begint op de lijven van de simpelen der geest. Een van de mannen heeft een meer dan levensgrote schedel met stetson over de hele breedte van zijn rug. Tussen de schouderbladen van zijn maat prijkt een schepsel dat Tolkien en J.K. Rowling samen na een wilde avond vol drank en drugs nog niet verzonnen hadden gekregen. Hier zit minstens een kamerzetel aan electoraat PVV bijeen. Forum voor Democratie is zelfs voor deze heren te hoog gegrepen, vrees ik.
“Verse jus?” De jongen zet het glaasje op mijn tafel. Ik bedank hem, vis het rietje uit mijn drankje en neem een slok. Is dit verse jus? Als je dit vocht in een analyse-apparaat zou doen, zou spontaan een reclamespot van Appelsientje op het computerscherm verschijnen. Op zijn gunstigst; dit is eerder een Lidl-huismerk. Voor de zekerheid kijk ik op de kaart. Er staat toch echt ‘verse jus’. En de prijs (€4,75 voor dit pisglaasje) maakt dat je mag verwachten dat de baas de sinaasappels hoogstpersoonlijk aan je tafel komt uitpersen, terwijl zijn vrouw je schouders met kokosolie los masseert en de fanfare je lievelingsmuziek speelt.
Ik denk dat de baas er vandaag niet is. Hij moet op cursus zijn, waar zijn muziekkeuze wordt verfijnd. Uit de luidsprekers van het terras klinkt harde après-ski-muziek: Ik heb een toet-toet-toeter op mijn waterscooter.. Is dit zijn manier om de tafeltjes zo gauw mogelijk weer vrij te krijgen voor nieuwe klanten? De cardiologen naast mij jaagt hij er in elk geval niet mee weg. Ze deinen met de muziek mee en zwaaien met hun bierflesjes en sigaretten in de lucht. Pas na een tijdje ontdek ik dat die muziek niet uit de speakers van Pxxx xx komt, maar uit de gettoblaster van de mannen. Pxxx xx durft mij voor €4,75 Appelsientje als verse jus te verkopen, maar voor een grote groep getatoeëerde kerels met dreunende gettoblaster doen ze braaf hun eigen muziek uit.
Ik besluit in de toeter en de waterscooter mijn meerderen te erkennen en reken af. Ik geef het kind van de bediening ondanks de Appelsientje nog een euro fooi, omdat ik heb gehoord dat Pxxx xx van alle strandtenten het slechtst betaalt, klok mijn verse Appelsientje weg en loop richting de branding, waar ik na enig zoeken nog een plekje weet te bemachtigen. Ook hier allemaal mensen om me heen die zo aardig zijn mij mee te laten delen in hun nicotine en muziek, maar het staat in elk geval niet zo hard als de waterscooter van de cardiologenclub.
Al gauw hoor ik de muziek van de mensen om mij heen niet eens meer, want een enorme speedboot doet bulderende op-en-neertjes voor het strand. De schipper, die met zijn voorkomen naadloos bij het groepje van Pxxx xx zou passen, scheert af en toe gevaarlijk dicht langs de laatste paar zwemmers die zich nog niet uit de voeten hebben gemaakt. De reddingsbrigade kijkt de andere kant uit. 75 jaar geleden staken dappere mannen vanaf dit strand bij nacht en ontij in zee om per kajak de 150 km lange overtocht naar Engeland te wagen, tussen Duitse patrouilleboten door. Deze geslaagde snackbarhouder waant zich een held door met zijn drijvende damesbrommer voor het stand op en neer te racen.
Ik pak mijn spullen en ga naar huis. Misschien dat ik vanavond, voor het slapen gaan, nog een stukje over het strand ga lopen. Wanneer alleen de lege bierblikken, volle luiers en sigarettenpeuken van deze mensen nog zijn achtergebleven.
Ach, voor je het weet is het weer herfst.