Armoede, devaluatie, inflatie, woningnood, vluchtelingencrisis, oorlog in Oekraïne, brandstofcrisis: en dan moet de winter nog komen. We klagen steen en been, maar zelfs al zou onze welvaart worden gedecimeerd tot een fractie van waar we nu staan, zelfs dan genieten we een luxe die onze voorouders niet eens voor mogelijk zouden hebben gehouden.
De moderne mens bestaat zo’n 300.000 jaar. Nog geen duizend jaar geleden wasten we ons één keer per maand in een beek, poepten we in een kuil in de grond, deden we een leven lang met één tuniek en was een stukje van maden vergeven vlees een zeldzaam feestmaal. Een levensstandaard die 299.800 jaar heel normaal was. Inmiddels noemen we het armoede wanneer onze kinderen geen merkkleding hebben, niet elk jaar per vliegtuig op vakantie kunnen en met een oud model smartphone over straat moeten. Lukt dat niet meer, dan zit je onder de armoedegrens.
Zolang Schiphol vol staat met mensen die voor een paar euro de wereld over vliegen, is het begrip energiearmoede een gotspe
Het leven wordt steeds duurder, klagen we. Maar dat klopt niet. Het leven was decenialang absurd goedkoop. Daardoor leefden we al die tijd op de pof en daar komt nu een einde aan. Dan kun je gaan janken en jezelf wentelen in zelfbeklag, maar je kunt ook dankbaar zijn dat je de meest luxe tijd uit het bestaan van de mens hebt meegemaakt en je verheugen op de uitdaging om van minder ook iets moois te maken. Zolang Schiphol vol staat met mensen die voor een onnozel uitje bereid zijn energie te verbruiken waar ze hun hele huis het grootste deel van de winter mee hadden kunnen verwarmen, vind ik het begrip energiearmoede een gotspe.
We hebben het nog steeds absurd goed en wentelen ons in weelde, gemeten aan het langetermijngemiddelde van de afgelopen 299.800 jaar. Wie is er dom genoeg om de excessen van de afgelopen 200 jaar voor het nieuwe normaal aan te zien?