Frank Jacobs

journalist, schrijver en autojournalist

  • Artikelen
    • Lost in Transition: energietransitie, maar dan?
    • Karin Slaughter over Tesla
    • Dodenvlucht Neptune 212 wellicht diefstal
    • Neptune 212: dodenvlucht boven Katwijk
    • Dakota 079: de weggemoffelde vliegramp van Biak
    • Het duistere verleden van BMW-familie Quandt
    • Religieuze moord op zee: het geheim van de KW 171
    • Ferdinand Piëch, de geniale megalomaan van Volkswagen
    • Volkswagen: familievetes en stoeltjewip
    • De verdwenen Porsche van James Dean
    • Terugkeer van een dode baron (2)
    • Terugkeer van een dode baron
    • Portfolio
  • Columns
    • Omgekeerde vlaggen en boerenzakdoeken: zo herken je de simpelen van geest
    • Armoede los je zo op
    • Veevervoer? Complimenten aan Schiphol!
    • Eva Vlaardingerbroek, ga dansjes doen op TikTok
    • Paybacktime
    • Franse probleemjongeren welkom in Nederland
    • Windmolenparken op zee
    • Zijn katten invasieve exoten?
    • Zijn wielrenners asociaal?
    • Second Love: daten voor proleten
    • NewSpace: hoogplassen voor miljardairs
    • Corona: de aarde haalt opgelucht adem
    • Corona: een lesje in bescheidenheid
    • Corona: de zeven pluspunten
    • 2019 en mijn ingebeelde vriend
    • Zwarte Piet? Zand erover
    • De leugens van Koos Spee
    • Foei Halsema!
    • Een dagje aan het strand
    • De mysterieuze verdwijning van Anja Schaap: wat houdt de politie achter?
    • Wannabe-journalisten
    • Thierry Baudet: omfloerste poep
    • Arbeidsparticipatie: een pakketje schroot met een dun laagje chroom
    • Like me of zwijg
    • Vuurwerk? Rot op!
    • Lisette Vroege slachtoffer orgaanhandel?
    • Waarom Schiphol op zee bezopen is
    • Duitsland huichelland
    • Referendum: onderbuikdenkers aan de macht
    • Social influencers
    • Coen was een held
    • Aangifte doen is voor mietjes
    • 2018, het jaar van het non-nieuws
    • Wanneer wordt Lisette Vroege gevonden?
    • Waarom een dierenleven meer waard is dan een mensenleven
    • Boom!
    • Brexit? We still love you!
    • De opkomst van de tekschrijver, de ondergang van de journalist
    • Autojournalist
    • Dit is er mis met grote organisaties
    • Plastic tasjes
    • De armoedegolf van 2035: Zelfstandigen Zonder Perspectief
    • Verlengstuk
    • Vel d’Hiv: hoe bootvluchtelingen je vakantie bederven
    • Terug in je kist!
  • Korte verhalen
    • De Laatste Pomp – kort verhaal
    • Ik deel hier de lakens uit – kort verhaal
    • Broedertwist
  • Foto
    • Photography
  • Video
    • Documentaires
    • Autoweek TV
    • Fifth Gear Europe
    • Tuf-tuf Club op TV
  • Contact
    • Over Frank
    • Contact
    • English
    • Français
    • Deutsch
  • Email
  • Facebook
  • Google+
  • Instagram
  • LinkedIn
  • Twitter
  • YouTube
Contact

Social influencers

12 maart 2018 door Frank Jacobs 1 Reactie

social influencers frank jacobsDe deur van de hospitality lounge gaat open. Een stuk of tien meisjes stromen de ruimte in. De meesten hebben een Picasso-pet of een belachelijke (maar ongetwijfeld modieuze) hoed boven hun duckface, sommigen dragen bont en allemaal kijken ze uit hun ogen of ze nodig moeten poepen. Het kan ook zijn dat ze zichzelf erg belangrijk vinden. De dame naast mij stoot me aan en knikt naar het circusachtige gezelschap. “Daar loopt een vermogen aan handtasjes de kamer binnen,” grinnikt ze.

We zijn bij de persintroductie van een nieuwe auto en dit zijn de social influencers. Terwijl wij, de ouderwetse vakpers, worden betaald door onze lezers om een onafhankelijk, weloverwogen en vakkundig oordeel over die nieuwe auto te vellen, laten deze clowns zich door de fabrikant betalen om bij dit evenement aanwezig te zijn. Toegegeven, die afhankelijkheid weten ze goed te verbergen: terwijl hun gast-(en brood-)heer trots de kwaliteiten van zijn nieuwe auto uitlegt, hebben de social infuencers alleen maar aandacht voor hun (ongetwijfeld ge-productplacede) smartphones. Aan fatsoen hangt blijkbaar een ander prijskaartje.



Ik loop al bijna een kwart eeuw mee in de autowereld en daarom valt het me op dat een branche, die tot voor kort zo progressief was als heksenverbranders, ineens volkomen doorslaat naar de andere kant. Onlangs was ik op reis voor een nieuw model van een automerk dat vooral door senioren wordt gekocht. Er was een meisje mee met een Instagram-account, maar zonder rijbewijs. Haar vriendje mocht ze meenemen, omdat hij een YouTube-account had. Uiteindelijk plaatste het meisje tien foto’s op haar Instagram-pagina, waarvan negen van het hotel en de stad en één met de auto in kwestie, hashtag het merk. Jammer voor het merk dat ze het merk verkeerd had gespeld. Daar heb je dan twee vliegtickets, een hotelkamer en een boel catering aan uitgegeven.

Social influencers. Het is nogal sneu dat er blijkbaar zo veel jongeren zijn die behoefte hebben aan dit soort types om ze te vertellen wat ze leuk en mooi dienen te vinden: een hele generatie mensen die niet in staat lijkt te zijn zelf een mening te vormen. Elke generatie heeft zijn zwakke vogeltjes, maar als je de volgersaantallen van die boos kijkende Instagrammeisjes mag geloven, is deze generatie bijna volledig zwakbegaafd.

Ik begrijp dat je, wanneer je lipgloss of maandverband verkoopt, alle belang hebt bij social influencers. Hun doelgroep is net voor het eerst ongesteld geworden en wil graag als een Oost-Europese callgirl op Tinder staan. Maar ze zijn nog vele jaren verwijderd van hun eerste autootje. Dat lijken de automerken zich niet te realiseren. Dat je ‘volgers’ heel eenvoudig kunt kopen, lijkt in de autoburelen evenmin te zijn doorgedrongen. Een niet nader te noemen importeur van een mainstream-merk heeft van zijn fabriek de opdracht gekregen tachtig procent van het pr-budget te besteden aan meisjes met gekke hoedjes. Van een niet nader te noemen premium-merk weet ik dat ze overwegen een professioneel autoblad geen testwagens meer mee te geven omdat het te kritisch zou zijn. Liever laten ze vloggertjes en social influencers in hun merk rijden. Die hebben geen benul, maar zeggen precies wat ze in de mond gelegd krijgen, mits dat op een bedje van euro’s is.

Uiteindelijk is het allemaal marktwerking. Het publiek wil niet langer betalen voor content, maar de makers van die content hebben nog steeds een hypotheek en boodschappen te betalen. Dus gaan producenten betalen voor die content en moet het publiek genoegen nemen met recensies van mensen die tegen betaling zeggen wat de producenten willen dat ze zeggen.

You pay peanuts, you get monkeys. Of moeilijk kijkende meisjes met gekke hoedjes. Ik hoop dat hun expertise je straks behulpzaam zal zijn wanneer je moet kiezen aan welk model je die veertig mille besteedt.



Plastic tasjes

26 januari 2016 door Frank Jacobs Reageer

Plastic tasjes: sinds 1 januari van dit jaar zijn ze taboe. Plastic tasjes zijn slecht voor het milieu. Net als tweetakt scooters, kiloknallers en vliegvakanties naar Antalia. Maar waar die allemaal legaal blijven, zijn plastic tasjes sinds kort in de ban. Dat is lastig voor middenstanders; heb je net voor een paar honderd euro kleding verkocht, moet je de klant door de stromende regen met die kostbare spullen los in de hand naar huis sturen. Of je kunt er geld voor in rekening brengen, maar ja, dat staat nogal krenterig. Dat supermarkten dat doen is tot daar aan toe, maar als servicegerichte winkelier die te midden van de online prijsvechters zijn vege lijf probeert te redden..



Waar conventionele winkeliers geen plastic tasje meer om hun waar mogen spannen, pakken hun online concurrenten de bestellingen in alsof ze via de maan onder water drie maal op en neer naar de klant vervoerd moeten worden. Bubbeltjesplastic, piepschuim chips, folie, binnendoos en een buitendoos.. maar hé, geen tasje. En dat ‘driemaal op en neer’ is nog niet eens zo ver bezijden de waarheid. Want de koerier die de spullen naar de klant brengt, belt keer op keer midden op de dag, dus bij voorbaat tevergeefs, aan, terwijl zijn bestelbusje op straat stationair half verbrande diesel met lekker veel fijnstof uit staat te braken. Daar kan geen schip vol plastic tasjes tegenop.

De armoedegolf van 2035: Zelfstandigen Zonder Perspectief

28 november 2015 door Frank Jacobs 1 Reactie

Gisterenavond zat ik in de kroeg met Jasper. Dat is een fictieve naam en je zult gauw genoeg begrijpen waarom ik zijn echte naam verzwijg. Op vrijdagavond is hij mijn kroegmaat, doordeweeks is Jasper directielid bij een groot bedrijf in het zuiden van het land dat luxe consumptiegoederen produceert. Specifieker kan ik het niet maken, om dezelfde reden dat ik Jasper niet bij zijn echte naam noem. De Firma heeft, zoals de meeste firma’s, sinds het begin van de recessie zware klappen moeten incasseren. Jaspers missie is De Firma weer gezond te maken voor de toekomst en dat pakt hij voortvarend aan, legde hij me uit. Enkele jaren geleden al heeft hij de financiële administratie “geoutsourced” naar een Indiaas bedrijf. Dat betekent dat dertig Nederlandse personeelsleden konden worden weggesaneerd. Dertig gezinnen brodeloos met vaak weinig uitzicht op een nieuwe toekomst, want De Firma is bepaald niet de enige firma die dit heeft gedaan. De Firma blijkt wat minder snel van betalen te zijn geworden; Indiërs zijn bekwame rekenaars, maar er ligt nog wel eens een koe op de weg. ‘Maar goed,’ verzekerde Jasper me, ‘ze zijn spotgoedkoop en je wilt niet weten hoeveel we hebben bespaard met dertig fte’s minder.’
Jaspers kaasschaaf smaakte naar meer, want kort na het opheffen van de boekhouding vond hij in Zilina een goedkoop ICT-bedrijf. Zestig programmeurs in het Nederlandse hoofdkantoor kregen de wacht aangezegd. Sindsdien gaan alle automatiseringsproblemen naar Slowakije. Toegegeven, van computers hebben ze verstand, maar de communicatie verloopt nogal eens moeizaam. Mail je ze dat je een bestand kwijt bent, wordt er daags daarna een pallet matrixprinters naast je bureau gezet. Meestal ben je óf alfa óf bèta, dat geldt ook voor Slowaken. Maar goed, zestig fte’s eruit? De kassa rinkelt.

Afgelopen jaar heeft Jasper zijn grootste klapper gemaakt. De productie is al ver voor de recessie naar China verlegd (mijn vraag of de recessie daar misschien ook niet een klein beetje door veroorzaakt is, beantwoordde hij met een flinke teug van zijn Grimbergen), maar bij het ondersteunende personeel op het hoofdkantoor bleek nog veel winst te behalen. Jaspers overredingskracht overtuigde het CWI en de OR een grote reorganisatie goed te keuren; meer dan honderd mensen werden “boventallig” en zitten inmiddels thuis meer tijd voor hun gezin te hebben.



Jasper heeft hun stoelen opgevuld met ZZP-ers. ‘Maar die zijn per uur toch veel duurder?’, vroeg ik in al mijn onwetendheid. ‘Per uur ja, maar per saldo juist niet,’ legde Jasper uit. ‘Als ik even geen werk voor ze heb, kosten ze me niets. Als ze ziek zijn, heb ik geen last van ze. En ik hoef die ellendige pensioenen niet meer te betalen.’
Ik probeerde Jasper uit te leggen dat die bijna tweehonderd werkloze ex-medewerkers geen geld meer hebben om zijn luxe consumptiegoederen te kopen. ‘Ze kunnen toch aan de slag als ZZP-er?’, wierp hij tegen.

‘Ze kunnen toch zwemmen?’, schijnt een van de eersteklas inzittenden van een reddingsboot die de met honderden verdrinkende derdeklas passagiers bezaaide rampplek van de zinkende Titanic verliet, te hebben gezegd. Ik vraag me af hoeveel van die nieuwe ZZP-ers er aan denken geld opzij te zetten voor hun oude dag of voor het geval ze ziek worden. Ik weet zeker dat het gros op dit moment wel wat anders aan zijn hoofd heeft. En al zouden ze er aan denken, je moet wel geld hébben om opzij te zetten.
Daarom voorzie ik over een jaar of twintig een armoedegolf zoals we die na de winter van ’44-’45 niet meer hebben gezien. Toen waren er nog de lente en de bevrijders in het vooruitzicht. Maar in 2035 is de enige lente voor al die bejaarde ZZP-ers liefdadigheid en de enige bevrijder de bijstand. De bijstand? Ik ben benieuwd wat daar over twintig jaar nog van over is nadat miljoenen vluchtelingen bij onze slinkende ruif zijn aangeschoven. ZZP-ers: straks zijn het zielepieten zonder perspectief. En dat allemaal dankzij de Jaspers van onze tijd.
Maar ach, ik vergeef het hem. Hij betaalde het gelag. Plus een rondje voor de hele kroeg, want, zo schaterde hij aangeschoten, ‘er zít me er toch een eindejaarsbonus aan te komen!’

Verlengstuk

14 november 2015 door Frank Jacobs Reageer

Terwijl in Meppel de samenleving is verdeeld in voor- en tegenstanders van Zwarte Piet, huilt de rest van de wereld om Parijs. De tijdlijn van Facebook puilt uit van de mensen die de wereld willen laten weten dat ze meeleven met de slachtoffers en op Twitter hashtagt iedereen zijn verdriet. Natuurlijk vind ik het ook verschrikkelijk, maar realiseren al die hashtaggers zich eigenlijk wel dat ze met hun geëtaleerde emoties complimentjes naar IS sturen? Het woestijntuig heeft maar één doel voor ogen en dat is onze angst en verbijstering. Die wij massaal de wereld in sturen via social media; met alle goede bedoelingen, maar met averechts effect.

Erger vind ik de professionele media. Die zouden beter moeten weten en dat doen ze volgens mij ook. Natuurlijk moet je als krant brengen wat er in Parijs is gebeurd, maar dat kun je ook doen zonder beelden van bebloede, gillende mensen. Hoeveel mensen zijn gedood, waar, wanneer, door wie: we willen het weten. Maar een hysterische vrouw die snikkend op camera vertelt hoe haar buurvrouw een kogel door haar hoofd kreeg? Wat voegt dat toe? Een overlevende die stamelt dat hij doodsangsten uitstond? Goh, ik zou verwachten dat hij een beetje reuring in zo’n saai restaurant wel op prijs had gesteld. De Telegraaf beloofde zijn lezers vanmorgen een ‘sfeerverslag’ uit Parijs. Vertel mij, wat voegt dat toe? Nou, dat zal ik je vertellen: de woestijnratten in Al Raqqah zitten met cola en chips van die huilende mensen te genieten. Afgescheurd kinderarmpje, teddybeer nog in de knuistjes gekneld? Smullen! Daar doen de geloofsfanaten het voor.



Vrijheid van pers is een groot goed en daar mogen we wat mij betreft ook niet aan tornen. Maar als pers heb je ook verantwoordelijkheden en die heb je te overwegen wanneer je ‘sfeerverslag’ een podium is voor lieden die angst willen zaaien. Kijkcijfers en losse verkoop knallen door het plafond, mits je terrorisme faciliteert: keuzes, keuzes. Ik geloof niet dat de we de media kunnen en mogen verbieden dit soort sensatieverslaggeving te doen. Ik geloof wél dat we van de media mogen verwachten dat ze zich realiseren dat ze ons geen, maar de terroristen des te meer dienst bewijzen met dit soort berichtgeving. Tenslotte zijn we als media ook in staat gebleken zonder dwang van boven tot consensus te komen over het onherkenbaar maken van verdachten en het berichtgeving over zelfmoorden.

De verdwenen Porsche van James Dean

10 november 2015 door Frank Jacobs Reageer

550aIn 1960 verdween het wrak van een zeldzame Porsche tijdens transport uit een gesloten vrachtwagen, zonder dat het zegel was verbroken. Sindsdien is nooit meer wat vernomen van de verkreukelde zilverkleurige massa, die ooit de trots was van James Dean. Daarmee raakte het wrak, dat tussen Deans dodelijke ongeval in 1955 en de raadselachtige verdwijning in 1960 een spoor van mysterieuze incidenten had achtergelaten, langzaam maar zeker in de vergetelheid. Afgelopen maand, ruim een halve eeuw later, doken geruchten op dat de Porsche van James Dean achter een dubbele wand verborgen is, ergens in het noordwesten van de Verenigde Staten. Waarom net nu? Is het toeval dat George Barris, de man die het wrak na de crash van Dean kocht en later in zijn boek ‘Cars of the Stars’ de mythe aanwakkerde, net vorige week overleed?

Eén ding is zeker: 55 was niet bepaald het geluksgetal van de Amerikaanse Hollywood-ster James Dean. In 1955 liet hij het leven achter het stuur van zijn Porsche 550 Spyder met serienummer 0055. De ultieme filmheld uit de jaren vijftig zou nu 84 zijn geweest, maar hij stierf lang geleden, toen de meesten van ons nog geboren moesten worden. Veel had de kleine, maar charismatische Dean in elk geval niet nodig om wereldfaam te halen. Afgezien van een rij kleinere rollen in film en televisie is zijn serieuze CV beperkt gebleven tot East of Eden, Rebel Without a Cause en Giant.
Bij Deans imago als ‘angry young man’ paste zijn passie voor snelle auto’s en motoren en hij was met grote regelmaat te vinden op de circuits van het Amerika van de jaren vijftig. Filmproducent Warner Brothers was daar niet gerust op (waar ze ironisch genoeg maar al te gelijk in zouden krijgen) en verbood Dean om te racen gedurende de opnameperiode van Giant. Des te meer zin had Dean in september 1955 om weer achter het stuur te kruipen.

550bOp 21 september 1955 ruilde hij zijn Porsche Speedster in voor een 550 Spyder die hij ‘Little Bastard’ noemde, ook zijn eigen bijnaam. De Britse acteur Alec Guinness verklaarde later dat hij Dean twee dagen later voor een restaurant in Hollywood tegen het lijf liep. Dean liet hem zijn nieuwe Porsche zien en Guinness kreeg naar eigen zeggen een vreemd voorgevoel. “If you get in that car, you will be found dead in it by this time next week,” zei hij tegen Dean.



Waar of niet, feit is dat de vermeende profetie uitkwam. Op zondag 2 oktober zou Dean zijn eerste race met de nieuwe Porsche gaan rijden op Salinas, een circuit zo’n honderd kilometer ten zuiden van San Francisco. In het begin van de vrijdagmiddag ervoor reed Dean weg uit Los Angeles, met naast hem Porsche-fabrieksmonteur Rolf Wütherich. Eigenlijk zou hij zijn Porsche op een trailer naar het circuit rijden, maar Wütherich vond het verstandiger om de kilometers te gebruiken om de gloednieuwe bolide in te rijden voor de eerste race. De trailer reed er achteraan, getrokken door een nieuwe Ford Country Squire met achter het stuur Deans vriend en stuntman Bil Hickman en daarnaast de eveneens met Dean bevriende fotograaf Sanford H. Roth. Het gezelschap reed die vrijdagmiddag over de Route 99 naar het noorden, om vlak voor Bakersfield linksaf te slaan, de 166 op. Via de 33 kwamen ze op de Route 466, de Paso Robles Highway. Op de kruising van die wegen, bij Blackvells Corner, pauzeerden ze en dronken ze koffie met twee andere coureurs, die ook op weg waren naar Salinas. Toen ze hun weg vervolgden, had de 24-jarige Dean geen flauwe idee dat hij geen half uur meer te leven had.
Dean had er zin in en gaf zijn nieuwe auto flink de sporen. Tegen kwart voor zes in de avond naderde hij de splitsing met Route 41. Uit de tegenovergestelde richting kwam de 23-jarige student Donald Turnupseed in zijn zwart-witte Ford Tudor aangereden. Turnupseed sloeg linksaf richting Fresno en zag daarbij, door de in de avondschemering wegvallende zilveren kleur, de naar verluidt met 140 km/h aanstormende Porsche over het hoofd. De auto’s raakten elkaar vrijwel frontaal. De snelheid werd overigens later door de twee politiemannen die als eerste bij het ongeval kwamen in twijfel getrokken. Hoe dan ook, de vederlichte Porsche vloog door de lucht en kwam weer op de wielen terecht. Wütherich werd er uit geslingerd, Dean bleef met een voet klemmen tussen de pedalen. Beiden werden in één ambulance naar het ziekenhuis van Paso Robles gebracht, maar Dean was al dood toen ze er aankwamen. Zijn laatste woorden van een van zijn laatste interviews zijn minstens zo profetisch als de herinneringen van Alec Guinness gebleken.

Daarmee veranderde James Dean in één klap van een aanstormend talent in een legende. Maar ook begon hiermee een merkwaardige reeks verhalen rond Deans 550 Spyder, waarover wordt gefluisterd dat er een vloek op rustte. George Barris, een bekende autotuner uit Los Angeles, kocht het wrak voor 2.500 dollar. De motor was inmiddels verkocht aan een zekere Troy McHenry, die er een jaar later dodelijk mee verongelukte. De versnellingsbak werd hergebruikt door een andere amateurcoureur, William Eschrid, die er eveneens mee crashte, maar het overleefde. Het wrak zelf toerde een paar jaar door de VS, waar het bij allerlei manifestaties als schrikbeeld diende om mensen te waarschuwen voor roekeloos rijgedrag. Tijdens die tournee viel het wrak tweemaal van de trailer. Eenmaal brak een monteur hierdoor zijn been, de tweede keer viel het bovenop de vrachtwagenchauffeur, die het niet overleefde en zo het derde dodelijke slachtoffer werd van de Porsche 550 Spyder met serienummer 0055. In Sacramento gleed de Porsche van zijn display, waarbij hij een kind verwondde. Een loods waar de Porsche stond gestald vloog in brand, maar de Spyder overleefde het inferno. Het is een track record waar Stephen Kings Christine nog wat van kan leren.

Maar hoe betrouwbaar zijn al die verhalen? Dat er opnieuw raceongevallen gebeurden met de onderdelen, is niet zo verwonderlijk. Autosport kent risico’s. De incidenten tijdens transport zijn een halve eeuw later amper nog te verifiëren. Feit is dat een belangrijke bron van de mythes het boek ‘Cars of the Stars’ is, geschreven door, jawel, George Barris. Ten tijde van de verdwijning eigenaar van het wrak en die, aldus James Dean-kenner Warren Beath en Porsche-historicus Lee Raskin, een tanende belangstelling voor zijn griezel-object zag. Als er iemand de mysterieuze verdwijning uit een verzegelde vrachtwagen had kunnen regisseren, dan was het Barris. Het leverde hem in elk geval hernieuwde fascinatie voor de Porsche van James Dean op.

Maar kwijt is kwijt en de 550 bleef kwijt. Brian Grams, een museumbaas uit Chicago, loofde in 2005, ter ere van Deans vijftigste sterfdag, samen met Barris een miljoen dollar uit voor degene die op de proppen zou komen met het wrak. Ze konden hun portefeuille gesloten houden. Tot eerder dit jaar Grams werd gebeld door een oude man, die beweerde als zesjarige jongen te hebben gezien hoe zijn vader het wrak achter een blinde muur in een gebouw in de staat Washington verstopte. De oude man herhaalde zijn verklaring aan de leugendetector en slaagde voor de test. Tot op heden houdt hij de exacte locatie geheim, in afwachting van een financiële overeenkomst.
Broodje aap? Feit is dat later dit jaar een film over Dean verschijnt, ‘Life’. Een publiciteitsstunt dan, die teruggevonden Porsche? Mogelijk. Feit is dat het wrak érgens moet zijn, al dan niet in 1960 verstopt door Barris. Feit is dat we hem niet meer aan de leugendetector kunnen hangen, want Barris is vorige week op 89-jarige leeftijd overleden.

Print

10 november 2015 door Frank Jacobs Reageer

Een kleine greep uit de in print verschenen verhalen:


Quest Historie:

Quest Historie Frank Jacobs Neptune 212Quest Historie Frank Jacobs Neptune 212
Keverberg1Keverberg2


AutoWeek:

lr_37_fiat-124-spider-1lr_37_fiat-124-spider-2

portfolio Detroit 1a

volkswagen porsche piëch vete


AD:


  • 1
  • 2
  • Volgende pagina »

Over Frank Jacobs

Frank Jacobs (1966) is crossmediaal en multimediaal journalist en schrijft, fotografeert en filmt voor onder meer AutoWeek, NU.nl, Quest Historie, GTO Magazine en Lifestyle Almere. Daarnaast presenteert hij autoprogramma’s op AutoWeek TV en voorheen Discovery Channel.

Hij studeerde automobiel management en Frans en woonde en werkte jarenlang afwisselend in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Spanje.

Lees meer over Frank Jacobs.

Zoeken

Copyright 2015 | Frank Jacobs | KvK Almere 62518755